Thema 4_Hulpverlenen
Inleiding
Moord Kitty Genovese – achtervolgt etc. veel mensen hebben dit gezien, maar grepen niet in
1 Altruïsme?
Altruïsme
= een sociale handeling waarbij men een optimale of maximale opbrengst voor de ander beoogt, zonder
daarbij rekening te houden met de kosten of opbrengsten voor zichzelf
= als er voor de weldoener geen opbrengsten en alleen maar kosten zijn/ geen sprake van dwang
Het mensbeeld in psychologie = hedonistisch gekleurd
= mensen streven naar vervulling van eigen behoeften, naar positieve opbrengsten en reductie van
spanningen
Attributieproces
= we schrijven oorzaken toe aan het gedrag van anderen (omstandigheden en intentie)
Drie voorwaarden altruïsme
1) Vrijwillig gedrag
2) Ander begunstigen
3) Geen directe verwachtingen (deze is heel moeilijk om aan te voldoen)
Altruïsme linken aan ethische stroming – utilitarisme
= omdat het helpen, eventueel op lange termijn, versterkt door positieve consequenties voor zichzelf, een
verhoging van het welzijn tot gevolg heeft
Utilitarisme
= de morele waarde van een handeling moet worden afgewogen aan de bijdrage die deze handeling levert
aan het algemeen welzijn en het geluk van zo veel mogelijk mensen
2 Verwantschap
Evolutiepsychologen
= ze baseren zich op de grondbeginselen van de evolutieleer om het sociale gedrag van de mens te
begrijpen
Richard Dawkins => selfish genes
= de zelfzuchtige genen/ onze genen zijn erop gericht om zichzelf te verspreiden (voortplanting)
= we gaan veel sneller bereid zijn om te springen voor familieleden dan vreemden
Verwantschapsselectie
= genetische verwantschap, je gaat veel sneller mensen helpen in het alledaagse gebeuren dat nauw
verwant is dan niet-verwanten
2.1 Inclusive Fitness
Fitness
= centrale plaats evolutieleer
= Darwin: voorspelende waarde = hoge fitness – grotere kans overleven en voortplanten
= nu: vaststelling achteraf = fitness wordt bepaald door het aantal vruchtbare nakomeling van een individu
= de mate waarin genen worden verspreid, dus in de volgende generaties worden gekopieerd
1
, William Hamilton = inclusive fitness
= de som van zijn directe fitness, de voortplanting van genen die hij zelf realiseert, en zijn indirecte fitness,
de voortplanting van gemeenschappelijke genen door bloedverwanten
Verwantschap of bloedband
= men deelt genen, er zijn genetische overeenkomsten
Onderzoeken verwantschapsthesis
1) Hoe langer ze pijn lijden – hoe meer geld ze winnen
a. Voor verwanten = willen ze meer pijn doorstaan
b. Voor vreemden = gaan ze rap opgeven
Voorspellingen verwantschapsthesis
Vaders gaan minder geven aan kinderen en kleinkinderen – zijn niet zeker van biologische vader
Moeders gaan meer geven aan kinderen en kleinkinderen – hebben kind gebaart hebben zekerheid
Conclusie
Verwantschapsselectie bestaat
= de tendens om genetische verwanten te helpen om de gemeenschappelijke genen te laten overleven
Westermarck-effect
= mensen waarmee we opgroeien in kindertijd zien we ook als verwanten
3 Wederkerig altruïsme
Wederkerig altruïsme = Robert Trivers
= een mens die een gunst heeft ontvangen, is sterk geneigd om die te retourneren (we helpen niet zomaar,
we moeten er iets voor terug krijgen of verwachten dit)
Coöperatieve groep
= mensen gaan intensiever samenwerken en elkaar helpen als ze tot dezelfde groep behoren
3.1 Dieren
Voorbeelden van wederkerig altruïsme bij dieren
1) Vleermuizen
a. Elkaar helpen –vleermuis genoeg voedsel, doneert rest aan een minder fortuinlijk collega
2) Pinché-aapjes
a. Delen voedsel met soortgenoten waaraan ze niet verwant zijn, maar hier zijn ze selectief
= enkel dieren die in verleden zelf geregeld belangeloos voedsel hebben gegeven
3) Chimpansees
a. Voedseloverdracht werd beïnvloed door vlooigedrag, wanneer ze al eens vlooien bij elkaar
hadden uitgehaald, hadden ze meer kans om gevoed te worden
4) Vogels
a. Helpen nest van buren te beschermen
5) Alarm slaan
a. Er zijn ook dieren die alarm slaan als er een roofdier op komst is – helpen zo de groep
3.2 Kosten-batenanalyse
Kosten-batenverhouding
= een eerste voorwaarde opdat er zich binnen een populatie wederkerig altruïsme kan ontwikkelen
= de kosten om anderen te helpen moeten relatief lager zijn vergeleken met de opbrengsten die daar later
tegenover staan
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller WillemsEmma18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.