AANVANKELIJKE DIDACTIEKEN:
LES 3
AANVANKELIJK REKENEN: ONTLUIKENDE GELETTERDHEID
3.1 INLEIDING
Belangrijk voor een eerste leerjaar:
- Ontwikkeling van wiskundig denken: de prenumerieke vaardigheden, of anders benoemd:
‘ontluikende gecijferdheid’
- Getalbegrip d.m.v. triple Code Model
- Formeel rekenen met getallen
Aanvankelijk rekenen stopt wanneer leerlingen hebben leren rekenen tot 20.
3.2 HET KIND IN HET 1 E LEERJAAR
KENMERKEN:
- Aandacht is beperkt.
o +/- 20 minuten per les.
o Vooral leerlingen veel laten doen in de les.
- Alle kanalen van leerlingen aanspreken:
o Horen, spreken, verwoorden, zien, voelen en bewegen met het hele lichaam.
- Nood aan vaste structuur
o Binnen vaste structuur leerlingen gevoel geven dat ze aan het spelen zijn.
o Herhalen, herhalen, herhalen!
- Geduldig zijn als leerkracht
- Logische relaties leggen is belangrijk voor wiskundige ontwikkeling
o Taal is hierbij belangrijk!
Voorbeeld: ‘Miet loopt sneller dan Alex, dan loopt Alex trager dan Miet.’
- Leerlingen laten verwoorden wat ze doen
o Zorgt voor woordenschatverruiming
o Zorg voor veel input
o Ook boekjes die rekentaal stimuleren te verwerven.
- Werkvormen speels inkleden
o Werkblad invullen is slechts één mogelijkheid
- Grote verschillen tussen leerlingen op fijnmotorisch vlak!
1
, - Evaluatievormen
o Mondeling, rekenpuzzel, wisbordje…
o Werkboek is een hulpmiddel, geen doel!
- Extrinsieke motivatie
o Inkleding lessen goed verzorgen
- Uitstraling leerkracht
o Goede pantomimiek
o Leerlingen verrassen met iets spannends, nieuws...
o Vriendelijke uitstraling
TIPS:
- Niet met verkleinwoordjes werken!
- De verschillende tussen de leerlingen in het eerste leerjaar kan groot zijn: Sommige kunnen al
oefeningen 2e leerjaar maken en andere hebben het moeilijk met getallen tot 10 -> DIFFERENTIEREN!!
- Wanneer het kind een getal juist heeft qua hoeveelheden, maar niet juist geschreven heeft, moet je
het kind bevestigen en complimentje geven. Dan vertellen dat je gaat tonen hoe je dat getal correct
noteert.
3.3 GETALBEGRIP
PRENUMERIEKE VAARDIGHEDEN: VOORWAARDEN TOT GETALBEGRIP
Getalbegrip = basis waarop rekenen berust.
- Getal gebruikt als plaats binnen rangorde (= ordinaal getal)
- Getal gebruikt als totale hoeveelheid (= kardinaal getal)
Getalbegrip stimuleren bij leerlingen al in de 2 e kleuterklas! Dit komt zowel algemene ontwikkeling als
ontwikkeling aanvankelijk rekenen ten goede!
Formeel rekenen = rekenen met abstracte getallen.
- Typisch eerste leerjaar. In Vlaanderen starten we laat met formeel rekenen.
- In andere landen al vanaf kleuterklas -> vanaf 2 jaar en ook baby’s al klaar om te rekenen.
PRENUMERIEKE VAARDIGHEDEN
= vaardigheden voor de basis van getalbegrip, zoals tellen, …
ASPECTEN VAN TECHNISCHE AARD:
- Tellen/ telvormen
- Cijferherkenning
getalbegrip: hoeveelheden (kardinaal) en rangorde
(ordinaal)
2
LES 3
AANVANKELIJK REKENEN: ONTLUIKENDE GELETTERDHEID
3.1 INLEIDING
Belangrijk voor een eerste leerjaar:
- Ontwikkeling van wiskundig denken: de prenumerieke vaardigheden, of anders benoemd:
‘ontluikende gecijferdheid’
- Getalbegrip d.m.v. triple Code Model
- Formeel rekenen met getallen
Aanvankelijk rekenen stopt wanneer leerlingen hebben leren rekenen tot 20.
3.2 HET KIND IN HET 1 E LEERJAAR
KENMERKEN:
- Aandacht is beperkt.
o +/- 20 minuten per les.
o Vooral leerlingen veel laten doen in de les.
- Alle kanalen van leerlingen aanspreken:
o Horen, spreken, verwoorden, zien, voelen en bewegen met het hele lichaam.
- Nood aan vaste structuur
o Binnen vaste structuur leerlingen gevoel geven dat ze aan het spelen zijn.
o Herhalen, herhalen, herhalen!
- Geduldig zijn als leerkracht
- Logische relaties leggen is belangrijk voor wiskundige ontwikkeling
o Taal is hierbij belangrijk!
Voorbeeld: ‘Miet loopt sneller dan Alex, dan loopt Alex trager dan Miet.’
- Leerlingen laten verwoorden wat ze doen
o Zorgt voor woordenschatverruiming
o Zorg voor veel input
o Ook boekjes die rekentaal stimuleren te verwerven.
- Werkvormen speels inkleden
o Werkblad invullen is slechts één mogelijkheid
- Grote verschillen tussen leerlingen op fijnmotorisch vlak!
1
, - Evaluatievormen
o Mondeling, rekenpuzzel, wisbordje…
o Werkboek is een hulpmiddel, geen doel!
- Extrinsieke motivatie
o Inkleding lessen goed verzorgen
- Uitstraling leerkracht
o Goede pantomimiek
o Leerlingen verrassen met iets spannends, nieuws...
o Vriendelijke uitstraling
TIPS:
- Niet met verkleinwoordjes werken!
- De verschillende tussen de leerlingen in het eerste leerjaar kan groot zijn: Sommige kunnen al
oefeningen 2e leerjaar maken en andere hebben het moeilijk met getallen tot 10 -> DIFFERENTIEREN!!
- Wanneer het kind een getal juist heeft qua hoeveelheden, maar niet juist geschreven heeft, moet je
het kind bevestigen en complimentje geven. Dan vertellen dat je gaat tonen hoe je dat getal correct
noteert.
3.3 GETALBEGRIP
PRENUMERIEKE VAARDIGHEDEN: VOORWAARDEN TOT GETALBEGRIP
Getalbegrip = basis waarop rekenen berust.
- Getal gebruikt als plaats binnen rangorde (= ordinaal getal)
- Getal gebruikt als totale hoeveelheid (= kardinaal getal)
Getalbegrip stimuleren bij leerlingen al in de 2 e kleuterklas! Dit komt zowel algemene ontwikkeling als
ontwikkeling aanvankelijk rekenen ten goede!
Formeel rekenen = rekenen met abstracte getallen.
- Typisch eerste leerjaar. In Vlaanderen starten we laat met formeel rekenen.
- In andere landen al vanaf kleuterklas -> vanaf 2 jaar en ook baby’s al klaar om te rekenen.
PRENUMERIEKE VAARDIGHEDEN
= vaardigheden voor de basis van getalbegrip, zoals tellen, …
ASPECTEN VAN TECHNISCHE AARD:
- Tellen/ telvormen
- Cijferherkenning
getalbegrip: hoeveelheden (kardinaal) en rangorde
(ordinaal)
2