etymologie van het woord ‘beleid
o Middeleeuws Nederlandse werkwoord: ‘beleiden’
o beleiden: doen gaan, aanvoeren
o beleider: iemand die doet gaan, aanvoeder, aanstoker
beleid heeft een zeer brede betekenis:
o regering
o manier van doen, wijze van omgang met personen
o beheer van zaken, bevelvoering
o prudentie, bedachtzaamheid > bedachtzaam iets doen
e
19 E betekenis versmald tot prudentie
20e E heropleving en succes van ‘beleid’
o contrast met politiek:
beleid: zakelijkheid, deskundigheid, objectiviteit en consensus
politiek: controverse (tegenstelling), partijdigheid, manipulatie en
opportunisme (zelf beter voordoen dan je werkelijk bent)
verklaring van succes door twee evoluties
o evolutie van nomocratie naar teleocratie
nomocratie = overheid moet alleen maar grenzen stellen door te regeren via
wetten en regels
- idee van de nachtwakersstaat
- overheid moet zo weinig mogelijk tussenkomen enkel vrijheden en rechten
van mensen moeten gewaarborgd worden
teleocratie = als een samenleving ergens naartoe wil moet hij doelstellingen
verwezenlijken en dus beleid maken
liberale rechtsstaat: regeren door wetten
sociale verzorgingsstaat: regeren door doelstellingen (vb. armoede
bestrijden)
o paradox van de moderne samenleving:
sociale atomisering: minder deel voelen van een groter geheel,
individualisme (vb. ontzuiling)
gegeneraliseerde verafhankelijking: samenleving wordt meer complex en we
worden meer afhankelijk van elkaar en dus meer regels nodig om het te
sturen
ruimte voor de overheid als de ‘beleider’ van de samenleving
1.2 de nood aan overheidsbeleid
maatschappelijk verkeer op vreedzame en voorspelbare manier later verlopen > zekerheid
verhogen door ergens naartoe te werken en chaos verminderen
maatschappelijke veranderingen teweeg brengen
o vb. arbeidsomstandigheden; vrouwenemancipatie en klimaatverandering
,= niet enkel chaos verminderen maar ook een richting geven om ergens naartoe te gaan
alternatieve sturingsvormen:
1. maatschappelijke zelfsturing:
mensen, organisaties en groepen lossen zelf problemen op met zo min mogelijk tussenkomst
van de overheid (vb. burgerwacht: Je woont bv. in een wijk in de rand van Antwerpen. Politie
heeft te weinig volk dus burgerwacht invoeren om veiliger te voelen en probleem dus op te
lossen)
o groeperingen gaan zonder tussenkomst van de overheid waarden uitdragen,
problemen oplossen of kansen benutten
o vrijwillig en op basis van rationele argumenten
o maatschappelijke zelfsturing werk doordat een samenleving streeft naar zekerheid,
veiligheid, efficiëntie en gelijkheid
o voorwaarden:
profijt door deelname: moet bijdragen aan verbetering en dus aan één van
de factoren: zekerheid; veiligheid; efficientie en/of gelijkheid
gemeenschap is in staat free-riders uitsluiten: mensen halen profijt uit het
beleid maar gaan er zelf niet toe bijdragen (vb. door zelf niet te staken wel
hoger loon krijgen omdat andere vakbonden voor jou gestaakt hebben)
handelingen moeten binnen het wettelijk kader blijven
2. sturing in wisselwerking tussen overheid en middelveld:
middenveld: vb. mutualiteiten, vakbonden
doelstellingen overheden & maatschappelijke organisaties lopen parallel (zeldzaam)
complementair:
o overheid: regels uitvaardigen en belastinggeld ter beschikking stellen
o middenveld: vertrouwen en implementatiecapaciteit (invoering van een nieuw idee)
overheid zet de grote lijnen en voorziet middelen, particuliere organisaties doen
de concrete invulling en uitvoering
3. sturing door de markt (krachtig beleid)
maatschappelijke problemen oplossen door marktprikkels en concurrentie
voorwaarde: markt werkt optimaal als er voldoende vragers en aanbieders zijn
consumenten kiezen vrij welke in mate ze goederen of diensten tegen een bepaalde prijs- en
kwaliteitsniveau willen consumeren
markt stuurt in de realiteit niet doelbewust, maar schept een situatie waarbij burgers en
bedrijven hun activiteiten spontaal op elkaar afstemmen
overheid bewaakt de marktwerking
waarom is er dan een overheidssturing nodig?
o reden: ongecontroleerde machtuitoefening door maatschappelijke deelbelangen en
bedrijven
overheid moet marktimperfecties opvangen en corrigeren door beleid
(problemen: zwakkere worden weggeduwd dus overheid nodig)
a. preventie van monopolie of kartels (= 1 aanbieder)
= hoge prijzen, lage kwaliteit en slechte service
belangrijke voorwaarde voor een goede marktwerking zijn voldoende
aanbieders
,- overheid kan reageren door antikartelwetgeving en toezicht op fusering en
overnames (Europese commissie & Europees Hof van Justitie)
- dubbelhartigheid: soms laat de overheid niet perfectie concurrentie toe en
willen ze niet helpen anderzijds staan ze soms machteloos tegen
multinationals
vb. vliegtuigmaatschappijen helpen maar sommige bedrijven gingen failliet
tijdens corona
machteloosheid van overheden tegen multinationals vb. Belgische
regering versus Electrabel
b. productie van collectieve goederen
- collectieve goederen: goederen die – eenmaal geproduceerd – door
iedereen gebruikt kunnen worden
eens collectieve goederen geproduceerd zijn is het moeilijk iemand uit te
sluiten van consumptie van dat goed
- vb. tragedy of the commons: rationeel om zoveel mogelijk te grazen heeft
als resultaat overbegrazing – free-riding: mensen willen niet bijdragen maar
iedereen wilt gebruiken
- weinig zuiver collectieve goederen vb. DeLijn: ticket nodig
- semi- collectieve goederen vb. NMBS (privatisering niet zo rendabel)
- economisch niet aantrekkelijk
overheid legt kosten dwingend op aan alle burgers om de productie en
onderhoud van collectieve goederen te financieren
c. regulering van externe effecten
- overheid: bestrijden van negatieve sociale en milieueffecten van
marktwerking door het opleggen van bepaalde normen door een systeem
van vergunningen en inspecties vb. slechte arbeidsomstandigheden
- extra normen en regels: verhoogd de kosten; de concurrentie positie
verzwakt en zorgt voor bureaucratisering en gebrek aan coördinatie
d. beheersing van bemoeigoederen (merit goods)
- merit goods: goederen die door de markt geproduceerd worden en de
overheid wil ze voor een breder publiek toegankelijk maken (vb. theater)
- demerit good: markt produceert breed aanbod maar de overheid wil de
productie beperken (vb. sigaretten)
- overheidsinterventie op bemoeigoederen = politieke keuze en dus
onvoorspelbaar
- burgers reageren op beleid: contraproductief doordat mensen de regels
ontduiken (vb. coronaregels)
e. compenseren van verdelingseffecten
- markt produceert maatschappelijke ongelijkheden: beperkte kansen en
middelen
overheid compenseert de scheve verdelingseffecten: progressief
belastingsysteem; kwalitatief hoogstaand openbaar onderwijs (=mensen uit
een slechter milieu krijgen ook kansen tot een goede opleiding) en de sociale
zekerheid
- verzet vanuit midden- en hoge inkomensklasse door hoge belastingen
minimaliseren van belasting, belastingontduiking en zwartwerk
, - ingewikkelde regelgeving en uitvoering zorgt voor Mattheus effect =
mensen die er nood aan hebben kunnen er niet van profiteren (vb.
kinderopvang)
1.3 Wat is beleid?
tal van betekenissen en betekenisnuances:
o beleid is meer dan een beslissing ook actie gebaseerd op een principe
o beleid is alles wat een overheid doet of precies niet doet (brede definitie)
vb. niets doen aan de klimaatproblematiek
o koppeling van doelen en middelen: beleid gaat over een selectie van doel waar je
middelen in steekt en politieke ideologie
o dynamisch proces van reeks beslissingen: reeks van elkaar verbonden beslissingen
o capaciteit van overheid (overheid krijgt centrale rol)
o doelgericht gedrag
o proces: stap voor stap
o tijdskeuzes
vb. in 2001 is er beslist om geen kerncentrales meer te hebben tegen 2021
o conclusie en gemeenschappelijke elementen – beleid is een samenstelling van deze 4
elementen:
veelheid aan actoren
= iemand die iets doet of niet doet
- de overheid als primaire actor
- vb. burgers; bedrijven
beleidsinhoud:
- realiseren van een doel (bewuste keuze)
- kiezen van middelen (inclusief beperkingen)
- kiezen van een tijdsperspectief (vb. over 40 jaar – volgend jaar)
context:
- beperkte capaciteit van de overheid (rekening houden met keuzes die
voorgangers gemaakt hebben)
- voorwerp van politieke argumentatie
beleidsproces:
- reeks van verbonden beslissingen
- handelen en plan
- handelen en niet-handelen
- voorziene en niet-voorziene uitkomsten
beleid zeer complex begrip; dynamisch proces en verschillende
invalshoeken
= nood aan een volwaardige beleidswetenschap om de inhoud, structuur en
effecten van het beleid op wetenschappelijke wijze te analyseren
1.4 geschiedenis van de beleidswetenschap
eerste verstedelijkte samenleving:
o eerste regels uitgevonden om samenleving vreedzaam te doen verlopen
Oude Griekenland
o eerste wetenschappers: Socrates en Aristoteles > nadenken over wat politiek denken
is of wat beleid is
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hellenleys. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.08. You're not tied to anything after your purchase.