Musculoskeletale kinesitherapie 4
Theorie algemeen:
3. Musculoskeletale revalidatie in een bio-psychosociaal denkkader
vroeger: MSK bekijken vanuit zuiver biomedisch model
→ disfunctioneren kan verklaard worden in termen van een onderliggende afwijking van
normale functie
→ er zou dus een rechtlijnige relatie zijn tussen de symptomen van de patiënt en de
weefselschade = DIT KLOPT ECHTER MEESTAL NIET
Nu: MSK klachten bestuderen vanuit bio-psychosociaal model
- pijn ≠ nociceptie
- pijn = gevolg van complexe interacties tussen biologische, psychologische en sociale
factoren
⇒ klinisch redeneren: rekening houden met deze complexiteit om een
geïndividualiseerde behandelstrategie te kunnen ontwikkelen
Altijd eerst screenen naar vlaggen:
Rode Vlaggen
Definitie:
Rode vlaggen zijn tekenen/signalen die wijzen op een specifieke oorzaak van lage rugpijn.
Deze kunnen duiden op ernstige pathologie en vereisen aanvullende diagnostiek (contact
opnemen met de huisarts).
Gele vlaggen
Definitie:
Gele vlaggen zijn psychosociale factoren en gedragsmatige risicofactoren die kunnen wijzen
op een verhoogde kans op voortbestaan of chroniciteit van lage-rugklachten.
klinische redeneermodellen:
A. Voorgestelde correlatie tussen symptomen en
pathologie.
B. Voorgesteld gevolg van behandelinterventie in het
biomedische model.
C. Patiënten kunnen veel symptomen hebben, maar
weinig tot geen aantoonbaar letsel/pijn
D. Patiënten kunnen veel waarneembare pathologieën
hebben, maar ervaren weinig tot geen
symptomen/pijn.
Kaders binnen het begrijpen van gezondheid:
1
,Biopsychosociaal model:
- Alle factoren moeten opgenomen worden
in je behandelplan!
ICF:
- Anamnese en klinische onderzoek
- Kinesitherapeutische evaluatie → Beeld
van de klacht
→ Diagnostisch triage
→ Herstel-belemmerende en -
bevorderende factoren
→ Belasting & belastbaarheid,
functioneringsprobleem
→ Hulpvraag van de patiënt
= Realistisch???
+ is dat niet te weinig? patiënten die
niets verwachten van therapie
Planetair model:
Biopsychosociaal model of disability:
Start met letsel:
→ vermijden van pijn
→ stopt met activiteit..
→ emoties en frustraties
⇒ vicieuze cirkel
Goed advies is nodig!
iatrogeen = blessure veroorzaakt door de therapie
zelf
2
,3.1 Het proces van klinisch redeneren:
Er zijn verschillende modellen om klinisch
redeneren te stroomlijnen:
1. ICF opgesteld door WHO
a. door middel van klinisch
redeneerproces vormen we een
beeld over de klacht waarmee
de patiënt zich aanmeldt
b. aandacht besteden aan factoren
die de klacht en het verdere
verloop van de revalidatie in
positieve of negatieve zin
kunnen beïnvloeden
Op basis van informatie uit de anamnese zicht hebben op:
1. diagnostische triage
a. oorspronkelijk voor mensen met lage rugpijn om onderscheid te maken
tussen specifieke rugklachten, aspecifieke rugklachten of lumbo-sacraal
radiculair syndroom → wordt ondertussen standaard toegepast (rode vlag =
vermoeden van specifieke onderliggende pathologie)
b. onderliggend pijnmechanisme blijft belangrijk! → al tijdens anamnese
aandacht aangeven zodat er een gericht klinisch onderzoek kan worden
uitgevoerd
- nociceptief
- nociplastisch
- neuropathisch
2. herstelbelemmerende factoren:
a. bepaalde zaken (individuele en/ of contextuele factoren) gaan gepaard met
een verhoogd risico op het ontwikkelen van persisterende of chronische
klachten
b. = gele, blauwe, oranje en zwarte vlaggen
3. herstelbevorderende factoren
a. motivatie, leeftijd, co-morbiditeiten, ziekte-inzicht…
4. functioneringsprobleem ( ≠ stoornissen in functie)
a. verbanden leggen tussen onderdelen van het ICF en/ of MDBB zorgt voor
een goed zicht krijgen op functioneringsproblemen
b. hulpvraag van de patiënt = cruciaal (bijsturen indien niet realistisch)
5. indicatie voor kinesitherapie
a. bij sommige patiënten is er geen indicatie voor kinesitherapie
De analyse van de anamnese leidt tot de informatie die nodig is om de eerste hypothesen
op te stellen
⇒ op basis van bovenstaande elementen relevante onderzoeksdoelstellingen formuleren
Het kan helpen om schematisch te werk te gaan:
3
, Hypothese:
Hoe benoem je de klacht van de patiënt?
1. acuut, chronisch, recurrent..
2. aspecifiek, specifiek, radiculair
3. pijnmechanismen: nociceptief, neuropathisch, nociplastisch
4. tijdslijn van de klacht: ontstaan, beloop, MDBB
5. functiestoornissen en beperkingen in activiteiten/ participatie
Benoem concreet welke onderzoeksdoelstelling(en) bij deze patiënt relevant is/
zijn
1. waarom doelstelling belangrijk? argumenteer
Interpreteer resultaten van het onderzoek:
- interpreteer resultaten van klinische tests/ vragenlijsten/ evaluaties
- koppel resultaten terug naar eerdere hypothese
- link de verschillende onderzoeksresultaten aan elkaar
Hoe klacht goed begrijpen? = voldoende aandacht besteden en nodige verbanden leggen
tussen resultaten van anamnese en KO
Behandeling:
De hulpvraag van de patiënt geeft richting aan het hoofddoel.
- Om het hoofddoel te formuleren is het nodig om subdoelen te formuleren
→ dit zijn de ware voorwaarden om aan het hoofddoel te kunnen voldoen
- je kan tijdens de behandeling gelijktijdig focussen op meerdere doelen
waardoor het belangrijk is te bepalen welke subdoelen prioritair zijn
- de hulpvraag van de patiënt is meestal functioneel waardoor het hoofddoel vaker op
het niveau van activiteiten of participatie wordt geformuleerd
Het is belangrijk dat subdoelen SMART worden geformuleerd: specifiek, meetbaar,
acceptabel, realistisch/ relevant en tijdgebonden
Klinisch redeneren is een proces dat doorheen heel de revalidatie wordt gebruikt (vb: ook
om behandeling te evalueren en bij te sturen)
Tijdens revalidatie: inschatten of beloop normaal of afwijkend is
- bij een afwijkend patroon nagaan wat de belemmerende factoren voor het herstel zijn
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mmatth. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.