in dit document worden volgende onderwerpen besproken:
1. INLEIDING IN DE ONTWIKKELING VAN HET KIND
2. THEORETISCHE PERSPECTIEVEN
3. BEGIN VAN HET LEVEN
4. DE GEBOORTE EN HET PASGEBOREN KIND
5. FYSIEKE ONTWIKKELING IN DE BABYTIJD
6. COGNITIEVE ONTWIKKELING IN DE BABYTIJD
7. DE SOCIALE - EN ...
2.1.6 ‘WELK PERSPECTIEF’ IS HET JUISTE: VERKEERDE VRAAG
3. BEGIN VAN HET LEVEN
3.1 ERFELIJKHEID
3.1.1 GENEN EN CHROMOSONEN: CODE VAN HET LEVEN
3.1.6 GENETISCHE CONSULTATIE EN ERFELIJKHEIDSADVIES
3.2 INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN OMGEVING
3.2.1 ROL VAN OMGEVING: VAN GENOTYPE NAAR FENOTYPE
3.2.2 ANTWOORD OP NATURE-NURTURE-RAADSEL
3.2.7 KUNNEN GENEN DE OMGEVING BEINVLOEDEN?
3.3 PRENATALE GROEI & ONTWIKKELING
3.3.2 STADIA PRENATALE PERIODE
3.3.3 PROBLEMEN ROND CONCEPTIE
3.3.4 PRENATALE OMGEVING: BEDREIGING VOOR DE ONTWIKKELING
,MANO SMETS FASE1SEM2
4. DE GEBOORTE EN HET PASGEBOREN KIND
4.3 WAT EEN PASGEBORENE ALLEMAAL KAN
4.3.1 FYSIEKE VAARDIGHEDEN
4.3.3 LEERVERMOGEN VAN PASGEBORENE
4.3.4 SOCIALE VAARDIGHEDEN: REAGEREN OP ANDEREN
DEEL 2: DE BABYTIJD
5. FYSIEKE ONTWIKKELING IN DE BABYTIJD
5.1 GROEI EN ONTWIKKELING
5.1.1 FYSIEKE GROEI: SNELLE SCHREDEN VAN BABYTIJD
5.1.3 INTERGRATIE VAN DE LICHAASSYSTEMEN: DE CYCLI VAN DE BABYTIJD
5.3.4 GEVOELIGHEID VOOR PIJN & AANRAKINGEN
5.3.5 MULTIMODALE PERCEPTIE: INPUT VAN INDIVIDUELE ZINTUIGEN GECOMBINEERD
6. COGNITIEVE ONTWIKKELING IN DE BABYTIJD
6.1 DE COGNITIEVE ONTWIKKELING VOLGENS PIAGET
6.1.2 SENSOMOTORISCHE PERIODE: BASIS VAN VROEGE COGNITIEVE GROEI
6.1.3 MENINGEN OVER PIAGET: STEUN & KRITIEK
6.2 DE INFORMATIEVERWERKINGSTHEORIE VAN COGNITIEVE ONTWIKKELING
6.2.1 CODERING, OPSALG EN TERUGHALEN
6.2.2 HET GEHEUGEN IN DE BABYTIJD
6.2.3 INDIVIDUELE VERSCHILLEN IN INTELLIGENTIE: IS DE ENE BABY SLIMMER DAN DE ANDERE?
7. DE SOCIALE - EN DE PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING IN DE BABYTIJD
7.1 DE BASIS VAN SOCIAAL GEDRAG
7.1.1 EMOTIES IN DE BABYTIJD: KENNEN BABY’S EMOTIONELE PIEKEN EN DALEN?
7.1.2 DE ONTWIKKELING VAN HET IK: WETEN BABY’S WIE ZE ZIJN?
7.1.3 SOCIAL REFERENCING: VOELEN WAT ANDERE VOELEN
7.1.4 THEORY OF MIND: HOE BABY’S HET MENTALE LEVEN VAN ANDERE EN
ZICHZELF ZIEN
7.2 RELATIES AANGAAN
7.2.1 HECHTING: VORMEN VAN SOCIALE BANDEN
7.2.2 DE TOTSTANDKOMING VAN HECHTING: ROL VAN MOEDER EN VADER
7.2.3 ONTLUIKENDE RELATIES VIA INTERACTIES
7.3 VERSCHILLEN TUSSEN BABY’S
,MANO SMETS FASE1SEM2
7.3.1 PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING: KENMERKEN DIE BABY’S UNIEK MAKEN
7.3.2 TEMPERAMENT: STABIELE FACTOREN IN HET GEDRAG VAN HET KIND
7.3.3 GESLACHT EN GENDER: MANNELIJK OF VROUWELIJK
DEEL 3 DE PEUTER - EN KLEUTERTIJD
9. DE COGNITIEVE ONTWIKKELING IN PEUTER EN KLEUTERTIJD
9.1 DE INTELLECTUELE ONTWIKKELING
9.1.1 PIAGET: HET PREOPERATIONEEL DENKEN
10. DE SOCIALE ONTWIKKELING EN PERSOONLIJKHEIDS-ONTWIKKELING IN DE PEUTER-
KLEUTERTIJD
10.1 EEN ANTWOORD OP DE VRAAG ‘WIE BEN IK?’
10.1.3 GENDERIDENTITEIT: HET ONTSTAAN VAN VROUWELIJKHEID EN MANNELIJKHEID
10.1.4 HET ONTDEKKEN VAN SEKSUALITEIT
10.2 VRIENDEN EN FAMILIE: HET SOCIALE LEVEN VAN PEUTERS EN KLEUTERS
10.2.1 HET ONSTAAN VAN VRIENDSCHAPPEN
10.2.3 DE ‘THEORY OF MIND’ VAN PEUTERS EN KLEUTERS: BEGRIJPEN WAT ANDERE DENKEN
10.3 MORELE ONTWIKKELING EN ZELFBEHEERSING
10.3.1 HET ONTSTAAN VAN MOREEL BESEF: GOED EN FOUT IN DE MAATSCHAPPIJ
DEEL 4 DE SCHOOLTIJD
12. COGNITIEVE ONWTIKKELING IN DE SCHOOLTIJD
12.1 DE INTELLECTUELE ONTWIKKELING
12.1.1 DE COGNITIEVE ONTWIKKELING VOLGENS PIAGET
12.1.2 INFORMATIEVERWERKINGSTHEORIE
13. DE SOCIALE ONTWIKKELING EN PERSOONLIJKHEIDS-ONTWIKKELING IN DE SCHOOLTIJD
13.1 DE ONTWIKKELING VAN HET EIGEN IK
13.1.1 DE PSCYCHOSOCIALE ONTWIKKELING EN ZELFKENNIS IN DE SCHOOLTIJD: VLIJT VS
MINDERWAARDIGHEID
13.1.2 EIGENWAARDE: HOE KINDEREN EEN BEELD VAN ZICHZELF ONTWIKKELEN
13.2 RELATIES: VRIENSCHAPPEN IN DE BASISCHOOLTIJD
13.2.1 DE KIJK OP VRIENDSCHAP VERANDERT
13.2.3 GENDER EN VRIENDSCHAP: SEGRATIE VAN DE SEKSEN IN DE SCHOOLTIJD
, MANO SMETS FASE1SEM2
DEEL 5 DE ADOLESCENTIE
14. DE FYSIEKE ONTWIKKELING IN DE ADOLESCENTIE
14.3 BEDREIGINGEN VAN HET WELZIJN BIJ DE ADOLESCENTEN
14.3.1 DRUGS EN ALCOHOL EN TABAK
14.3.2 SEKSUALITEIT
15. DE COGNITIEVE ONTWIKKELING IN DE ADOLESCENTIE
15.1 DE INTELLECTUELE ONTWIKKELING
15.1.2 DE INFORMATIEVEVERWERKINGSTHEORIE: GELEIDEIJKE VERANDERINGEN IN VERMOGENS
15.1.3 DE ADOLESCENT ALS HET MIDDELPUNT VAN HET UNIVERSUM
15.2 DE MORELE ONTWIKKELING
15.2.1 KOHLBERGS THEORIE VAN MORELE ONTWIKKELING
16. DE SOCIALE- EN PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING IN DE ADOLESCENTIE
DE VOLWASSENHEID
17. DE FYSIEKE ONTWIKKELING IN DE VOLWASSENHEID
17.1 HET CLIMACTERIUM
18. DE COGNITIEVE ONTWIKKELING IN DE VOLWASSENHEID
18.1 HET POSTFORMEEL DENKEN
18.2 EVOLUTIE VAN INTELLECTUELE VERMOGENS
19. DE SOCIALE EN PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING IN DE VOLWASSENHEID
19.1 DE PSCYCHOSOCIALE THEORIE VAN ERIKSON
19.2 DE PARTNERRELATIE
19.3 OUDERSCHAP
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manosmets. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.22. You're not tied to anything after your purchase.