100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie Welvaart en Groei $7.07   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie Welvaart en Groei

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting Economie Welvaart en Groei

Preview 2 out of 5  pages

  • January 13, 2023
  • 5
  • 2017/2018
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Welvaart en groei

Hoofdstuk 1 welvaart

1.1 Productie, toegevoegde waarde en inkomen

Produceren is waarde toevoegen. Om de toegevoegde waarde te kunnen berekenen, kijk je naar
de waarde die elke schakel in het productieproces van grondstof tot eindproduct toevoegt.

Toegevoegde waarde = omzet - kosten ingekochte goederen en diensten

De kapitaalgoederen gaan meerdere productieprocessen mee. Tijdens de productie slijten deze
productiemiddelen, en ze verouderen door technologische veranderingen. Ze verminderen
daarom in waarde. De waardevermindering noem je afschrijving.
Met deze waardevermindering moet je rekening houden bij het berekenen van de toegevoegde
waarde.

Netto toegevoegde waarde = bruto toegevoegde waarde - de afschrijvingen

Het inkomen van gezinnen bestaat uit de beloningen die ze ontvangen voor het inzetten van de
productiefactoren. Dit noem je het primair inkomen. Je spreekt ook wel van inkomensvorming.

De bruto productie van alle bedrijven en de overheid bij elkaar opgeteld geeft het bruto
binnenlands product (BBP).

De netto toegevoegde waarde is gelijk aan de waarde van het netto binnenlands product en ook
gelijk aan de waarde van het netto binnenlands inkomen.

De berekening van het bbp door de toegevoegde waarde van bedrijven en overheid in een land
op te tellen, noem je de objectieve methode.
De berekening van het bbp door de primaire inkomens in een land en de afschrijvingen op de te
tellen, noem je de subjectieve methode.
De berekening van het bbp door nale bestedingen en afschrijvingen op te tellen, noem je
bestedingsmethode.

Uitkeringen —> overdrachtsinkomen. Wordt ontvangen zonder tegenprestatie.

Als je van het primair inkomen de belastingen en premies aftrekt en de uitkeringen erbij optelt,
heb je het secundair inkomen of besteedbaar inkomen.

Secundair inkomen = primair inkomen — loon en inkomstenbelasting — sociale premies + sociale
uitkeringen en inkomensafhankelijke subsidies.


1.2 Hoe groot is de welvaart?

Om de individuele welvaart in een land te meten, bereken je het bbp per capita. Dit wordt ook
wel het inkomen per hoofd genoemd. Het bbp per capita kun je gebruiken om de welvaart tussen
landen te vergelijken.

Alleen als de in atie lager is dan de nominale groei van het bbp, kan de bevolking in een land
meer kopen. Er is sprake van reële groei, Je spreekt ook wel van volumegroei van het bbp.

De productie in een land die wel plaatsvindt maar niet geregistreerd wordt, reken je tot de
informele economie.

Als het reëel bbp gebruikt wordt als maatstaf voor de welvaart, spreken we van welvaart in enge
zin. Het begrip welvaart in ruime zin wordt gebruikt als bij het bepalen van de welvaart ook




fl fi

, rekening wordt gehouden met de niet-materiële welvaart, zoals het kunnen volgen van onderwijs
en toegang tot goede gezondheidszorg.

Groen bbp —> het bbp dat niet ten koste is gegaan van mens en milieu en toekomstige
generaties.

Naast de materiële welvaart, die vaak gekoppeld wordt aan het bbp, onderscheid je de
immateriële welvaart. De VN stellen jaarlijks een Human Development Index (HDI) op. Deze
index geeft de mate van welbevinden of welzijn van de bevolking aan.
Naast de materiële welvaart wordt ook gekeken naar factoren die de immateriële welvaart
bepalen.
De HDI meet de gemiddelde prestaties van een land, verdeeld over 3 categorieën:

- De volksgezondheid;
- Kennis;
- De levenstandaard.

1.3 De economische kringloop

Je kunt de kringloop in een economie ook weergeven door de goederen- en/of de geldstromen te
laten zien tussen de economische sectoren. Je spreekt dan van een economische kringloop.

De reële kringloop laat de goederenstroom zien tussen de 5 sectoren: gezinnen, bedrijven,
overheid, buitenland en nanciële sectoren.

De monetaire kringloop laat de geldstromen tussen de sectoren zien.

In de kringloop wordt ook aangenomen dat de import en de export via de sector bedrijven
verlopen.

De kapitaalgoederen zijn te onderscheiden in vaste kapitaalgoederen en vlottende
kapitaalgoederen.

Vlottende kapitaalgoederen zijn goederen die 1 productieproces meegaan.
Vaste kapitaalgoederen, zoals machines, gaan meerdere productieprocessen mee.

Uit de economische kringloop kun je drie macro-economische identiteiten a eiden. Dit zijn
de nities die logisch uit de kringloop volgen.

De eerste identiteit die je uit de kringloop bij de sector gezinnen kunt a eiden, is: Y = C + B + S

De tweede identiteit is dat het netto binnenlands product gelijk is aan het netto binnenlands
inkomen en gelijk aan het totaal van alle bestedingen. Y = C + I + O + E — M

De derde identiteit volgt uit de eerste twee: (S - I) + (B - O) = (E - M)

Hierin is:

- (S - I) het saldo van de sector overheid, het begrotingssaldo.
- (B - O) het saldo van de particuliere sector, de samenvoeging van de sectoren bedrijven en
gezinnen. Dit noemen we het particulier spaarsaldo.
- (E - M) het saldo van de sector buitenland. Dit is het uitvoersaldo.
- (S - I) + (B - O) het saldo van de binnenlandse sectoren. Dit wordt het nationaal spaarsaldo
genoemd.

Een nationale rekening is een overzicht van de geldstromen die een sector binnenkomen en
weer verlaten.




fi

fi fl fl

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stijnvanmeerten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.07
  • (0)
  Add to cart