Samenvatting Pediatrische Neuropsychology (VU - 3e jaar psychologie)
36 views 1 purchase
Course
Pediatrische Neuropsychologie (P_BPEDNEU)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Developmental Neuropsychology
Samenvatting van alle colleges van het vak Pediatrische Neuropsychology, 3e jaars psychologie vak op de VU, klinische leerlijn. Daarnaast samenvattingen van de benodigde hoofdstukken van het boek van Anderson et al., per college/hoofdstuk.
Deze samenvatting bevat (bijna) alles van de hoorcolleges, de hoofdstukken uit de boeken en de artikelen.
DISCLAIMER
Deze samenvatting is gemaakt door een student!
Ermee studeren en er op vertrouwen is 100% je eigen verantwoordelijkheid.
THANKS & SUCCES!!! J
J YOU CAN DO IT!!! CA
, 2
Cerebrale ontwikkeling
Anderson et al., H2
Algemene principes CZS ontwikkeling
- Verandering in visie op werking brein
o Van “hersenen zijn modulair” à “Hersenen zijn connectionistisch, niet modulair”
§ Complexe vaardigheden die gemedieerd worden door complexe neurale netwerken
§ Zowel morfologie (structuur van het brein) als connectiviteit (witte stof: verbindingen tussen
hersengebieden) van belang
o Equipotentieel VS aangeboren specialisatie
§ Equipotentieel: gebieden kunnen verantwoordelijk zijn voor meerdere functies. Plasticiteit
brein (HC 3). Alle hersengebieden zijn in staat om alle functies op zich te nemen.
• Hersenen zijn meest plastisch ongeveer tussen 3 en 8 jaar
§ Aangeboren specialisatie: e.g. lateralisatie van taal
§ Interactieve specialisatie: meest recent, beide theorieën zijn waar à bepaalde
hersengebieden kunnen functies overnemen Leeftijd Gewicht
wanneer je bv. hersenschade hebt opgelopen
20 weken na bevruchting 100 g
• Het brein ontwikkelt zich in reactie op de
Geboorte 400 g
omgeving
18 maanden 800 g
- Gewicht van het brein van geboorte tot volwassenheid:
3 jaar 1100 g
grootte van het brein neemt ongeveer 3 à 4 maal toe, rest
Vroege volwassenheid 1300-1500 g
van het lichaam groeit in totaal ongeveer in twintigvoud.
Relatief gezien is het brein bij de geboorte dus al ver ontwikkeld; meeste groei vindt ook plaats voor de
geboorte. Morfologisch gezien is het brein bij de geboorte al best wel “af”
- Neuronen
o Brein bestaat uit neuronen en glia cellen
o Neuronen (soma, axonen, dendrieten, en presynaptische uiteinden). Rol = o.a. neurotransmissie
§ 86 miljard, tot wel 10.000 synapsen per neuron
§ Communicatie via actiepotentialen
§ Witte stof: axonen + voornamelijk de myeline (communicatie) = 2/3
§ Grijze stof: cellichamen (ook binnenste van de axon) = 1/3
o Glia cellen in CZS. Rol = meer ondersteunende & voedende rol
§ 1:10 verhouding neuron : glia cel (glia cellen zijn wat kleiner)
§ O.a. voor witte stof aanmaak, voeding, herstel bij schade
§ Soorten gliacellen
• Oligodendrocyten à vormen myeline
• Astrocyten à vormen bloed-brein barrière, migratie, voeding, herstel na schade
• Microglia à opruimen dode cellen, immuunsysteem
- Cerebrale ontwikkeling – 2 fases
o Prenataal (voor geboorte)
§ Structurele formatie van CZS is over het algemeen genetisch bepaald
§ Verstoringen in abnormale cerebrale structuur zijn dan vaak ook genetisch bepaald
o Postnataal (na geboorte)
§ Ontwikkeling nog grotendeels genetisch, maar invloed van omgeving wordt belangrijk
§ Verstoringen à abnormale ontwikkeling van verbindingen en functionele neurale netwerken
- Rijping van het brein – 2 processen
o Additieve/lineaire ontwikkeling
§ Gefaseerde groei, toenemend (bv. witte stof)
o ‘Rise-and-fall’ patroon
, 3
§ Grijze stof: bv. neuronen of synapsen
§ Initiële overproductie (heel veel aangemaakt) gevolgd door eliminatie = in gevoelige periodes
• Voor de geboorte à voor neuronen. Helft van de neuronen sterft af voor de geboorte.
o Na de geboorte is aanmaak van nieuwe neuronen bijna niet meer mogelijk.
Helemaal niet meer mogelijk buiten de hersenen, een beetje nog in bepaalde
hersengebieden (bv. olfactory &
hippocampus)
• Na de geboorte à Voor synapsen: synaptic
pruning. If you don’t use it, you lose it.
o Afbeelding van studie Gied et al., 1999
§ Ziet over het algemeen groter breinvolume bij
jongens
§ Pijltje geeft maximale volume aan (bij meisjes
eerder dan bij jongens, jongens ontwikkelen wat
trager)
§ Afname grijze stof hier is dus afname synapsen
(niet neuronen!!) à dikte van cortex neemt af
§ Verlies van bepaalde connecties is functioneel à houdt meer cognitieve ruimte over
Negatieve invloeden op ontwikkeling CZS
- Teratogenen = negatieve invloeden
o Placenta functie = barrière, maar er zijn bepaalde stoffen (bv. drugs, cigaretten) kunnen door die
barrière heen.
- Ongeveer 3% van de baby’s heeft een aangeboren afwijking
o Ongeveer ¼ oorzaak = Genetisch
o Heel klein gedeelte = omgeving
o Ongeveer ¾ oorzaak = gen-omgeving interacties
- Gen*Omgeving effecten
o Bv. moeder die alcohol drinkt
o Alcohol heeft direct effect op kind via bloed
o Maar ook dat je bv. bepaalde genen hebt waardoor je alcohol minder goed kan afbreken en
waardoor er dan dus nog meer alcohol bij het kind komt
o Daarnaast ook confounders als bv. lage SES of moeder zelf psychologische problemen hebben
Prenatale ontwikkeling CZS (vorming van brein)
- Zygote = klompje cellen
o Eerste 2 weken à innesteling in baarmoeder
- Embryonale periode = heel erg gevoelig
o Week 3 – 8
o Ziet in blauwe (morfologisch) en groene
(rijping) balken de ontwikkeling van organen
o Ziet hier dat CZS zich relatief traag ontwikkelt
- Foetale periode = nog steeds in ontwikkeling
o Na 2 maanden tot eind
o Dus nog steeds heel erg belangrijk om niet in
aanraking te komen met teratogenen!!!
- Prenatale (congenitale) factoren - aangeboren
o Genetische factoren (aangeboren ≠ genetisch!!!!)
o Intra-uterien trauma/teratogenen
§ Infecties (bacterieel of viraal)
, 4
§ Schadelijke stoffen als drugs (kinderen worden verslaafd geboren), giftige stoffen (lood, kwik,
stralingen bij radiotherapie), hormonen (diethylstilbestrol (DES)), medicatie
• Drugs: nicotine à kleiner kind en kleinere hersenen
• Lood inname tijdens zwangerschap gelinkt aan ontwikkeling van ADHD bij kind
• DES: gegeven aan zwangere vrouwen voor voorkomen van miskraam, zorgde voor
problemen van ontwikkeling van geslachtsorganen bij meisjes
§ Ongeval
o Maternale factoren (leeftijd, stress, voeding, diabetes, hypertensie) en paternale factoren (ook bv.
leeftijd)
- Peri-/postnatale factoren (peri = vlak voor en na geboorte)
o Geboortecomplicaties (vasa previa, afklemming door
navelstreng)
o Voeding
o Cerebrale infecties (HC 4)
o Niet-aangeboren hersenletsel (HC 9)
- Invloed van bacteriën/virussen op hersenen (onderzocht in
dieren) à zie afbeelding
o Stofje inspuiten (LPS of Poly IC) doet bacterie/virus na à
immuunsysteem gaat werken à aanmaken van cytokine en stresshormonen. De cytokine en
stresshormonen zijn de stoffen die invloed hebben op de ontwikkeling van de hersenen, niet de
bacterie/het virus zelf!!!!
§ Met name grote invloed op neurogenese en PFC/HPC ontwikkeling
§ PFC & HPC ontwikkelen zich laat à gevoelig voor schade!!! (= algemene regel)
Uitbreiding van CSZ (kritieke events pre- en postnataal)
PRENATAAL
- Neurulatie (maanden 1 tot 5 VAN ZWANGERSCHAP)
o Cellen gaan delen in 3 lagen (ectoderm (CZS), mesoderm (skelet en spiergroepen),
endoderm (interne organen))
o Focus nu op ectoderm: in week 3 – 4
§ Cellen vormen neurale plaat
§ Neurale plaat gaat zich vouwen à Neurale buis
§ Neurale buis gaat groeien, aan de ene kant vormt zich het brein, middelste gedeelte blijft hol
(= cerebrale vloeistof), aan de andere kant vormt zich het ruggenmerg
o Vanaf week 5 ongeveer onderscheid maken tussen voor-,
midden- en achterhersenen
o Hiërarchische organisatie
§ Van onder naar boven = eerst à laatst
o Afwijking ten gevolge van neurulatie
§ Anencefalie – de ‘neural tube’/neurale buis sluit niet. Wel
ruggenmerg maar geen ontwikkeling van cortex.
§ Meningocefalie – open rug, ruggenmerg sluit niet goed à
kan ook sprake zijn dat ruggenmerg er uit komt
§ Holoprosencefalie – brein is niet in twee hersenhelften gaan delen
• Anencefalie en holoprosencefalie zijn niet levensvatbaar
o Foliumzuur (vit B11) innemen tijdens zwangerschap ter voorkoming van neurale buis
defecten bij de foetus, vanaf het begin al
- Neurogenesis (proliferation) – tot halverwege de zwangerschap, dan zijn bijna alle
neuronen al aangemaakt, in week 6 tot 18
o Vanuit ventrikels ontstaat neuroblast en glioblast
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evabus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.16. You're not tied to anything after your purchase.