Samenvatting media
Media en mediatisering
Media
De term media omvat 3 dimensies:
- Technologisch
Technologische communicatiemiddelen.
Media – medium = technisch middel door middel waarvan boodschappen worden
verzonden en ontvangen en hoe ze worden opgeslagen en verdeeld doorheen tijd en
ruimte.
Printmedia, omroepmedia (radio, tv) en het internet = meest prominent omvat de
infrastructuur die mediacommunicatie mogelijk maakt zoals satellieten,
zendmasten… en de technologische dragers waarmee we boodschappen ontvangen.
- Industrieel
Industrieën en instituties -> waar beslissingen genomen worden over welke media-
inhouden worden geproduceerd en gedistribueerd naar een publiek.
Focust op de media-economie en de spanning tussen commerciële belangen en
verwachten omtrent media als technologieën voor publiek debat en discours.
Media-org -> produceren en verdelen media-inhouden om doelen te bereiken
winstmaximalisering voor commerciële mediabedrijven of doelen in termen van
publieke belangen voor publiek gefinancierde media-org.
Mediaconcentratie
- Cultureel
Culturele en symbolische tekens die worden gegenereerd en betekenis produceren
voor individuen, gemeenschappen, naties en potentieel de grote populatie. = de
alledaagse betekenis van media de inhouden die ons dagelijks bereiken.
Aard en het belang? Focus op de mate waarin media de cultuur van moderne
samenlevingen vormgeven.
Media- en consumptiesamenleving -> ons zelfbeeld, wereldbeeld en mensbeeld
wordt vormgegeven door media.
Zonder kritisch inzicht op media is het onmogelijk geworden om onze sociale,
culturele, politieke en economische realiteit te begrijpen en te duiden.
Toenemende invloed media = mediatisering van de samenleving.
1. Het proces van massacommunicatie
- Massacommunicatie -> grote schaal communiceren naar een breed, heterogeen en
relatief onbekend publiek waarbij de informatie die je overbrengt openbaar is.
- Gebruik van: massamedia, communicatiemiddelen ontworpen om grote aantallen te
bereiken.
- Zenden -> boodschap: moeilijk controleren of het bij iedereen is aangekomen, laat staan
begrepen MAAR massamedia kan wel ingezet worden naar bepaalde doelgroepen.
Essentieel onderdeel communicatieplanning = op zoek gaan naar manieren om bepaalde
groepen mensen gericht te bereiken via diverse massamedia.
- Massacomm = communicatie tussen zenders en een groot aantal (anonieme) ontvangers.
- Term historisch gegroeid & een weergave van de manier waarop de eerste studies werden
opgevat.
, Tegenstelling tussen een elite en de rest van het publiek (vaak gezien als
bedreiging). De leden van de elite worden gezien als beschaafd, onderleg en
kritisch, maar de media niet.
Historische context: studie ontwikkeld in de loop van de 20 e eeuw en heeft
betrekking op de culturele tegenstelling tussen deze groepen.
De politieke en eco macht -> bij de elite, maar de massa ontwikkelde ten gevolge
van Ms democratiseringsprocessen meer en meer tot een politieke machtsfactor
waarmee rekening moest gehouden worden.
Negatieve connotaties bekijken vanuit bedenkingen die aan begin 20 e eeuw
vanuit de academische wereld werden geformuleerd t.o.v. de maatschappelijke
verschuivingen.
Nu minder -> vroegere massa is een modern publiek, die zich ten gevolge van de
democratisering van het onderwijs veel minder onderscheidt van de elite.
Publiek = soorten publieksgroepen waarbij de boodschap voor iedereen
begrijpelijk en toegankelijk is.
Communicatiemiddel
1.1 Laswell
- Founding father communicatiewetenschappen.
- Waardevol kader om te analyseren wat er zich afspeelt wanneer mensen door middel van
media met elkaar communiceren.
- 5 verschillende componenten, overzicht -> waar bij stil staan en kritische houding
ontwikkelen.
- Basis voor de ontwikkeling van communicatiewetenschap als een volwaardige
wetenschappelijke discipline + basis voor de communicatiepraktijk stellen ons in staat op
een systematische manier strategische communicatieacties te gaan analyseren en plannen.
- Fel bekritiseerd Lineair en monocausaal proces
Lineair: geen feedbackmogelijkheden opgenomen en de communicatie dus verloopt
van zender naar ontvanger
Monocausaal: model gaat ervan uit dat de intentie van de zender steeds resulteert in
een vooraf vastgelegd effect. De actieve rol van de ontvanger (selecteren en
interpreteren) wordt genegeerd.
1.2 Het communicatiemodel van Shannon en Weaver
- Omschrijft het technische karakter. Het model bouwt verder op Lasswells formule, maar de
nadruk ligt op de complexe rol van het medium of kanaal en de processen van encodering en
decodering die zich bij de zender en ontvanger afspelen.
,- Voegt 3 essentiële elementen toe aan Lasswell
De rol van het kanaal of medium + feit dat dit gevolgen heeft voor de encodering en
decodering van de boodschap.
Mogelijkheid tot feedback
Ruis binnen elke comm kunnen zaken verkeerd lopen. Interne of externe
ruis/storingen:
o Intern: alles wat fout kan lopen binnen het proces tussen zender en
ontvanger:
Psychologische ruis bv. Emoties, waarden en normen
Semantische ruis bv. Taalproblemen, referentiekaders
Mechanische ruis bv. Technische problemen zoals kapotte micro,
slecht internet
o Extern: storingen buiten het proces bv. Omgevingslawaai, slechte akoestiek
1.3 Het circulair communicatiemodel van Oomkes
- model S&W nog steeds ontoereikend om de complexiteit van het proces te vatten blijft
lineair, communicatie wordt gezien als overdracht van informatie.
- O beschouwt het als een proces van betekeniscreatie in een uitwisseling tussen zender en
ontvanger.
- Focus:
Gelijkwaardigheid van zender en ontvanger
Rol van referentiekaders en contextfactoren bij de interpretatie van inhoud
- Toont de complexiteit van het proces, in het kader van de invloed van massamedia op een
publiek.
, - Toepasbaar op zowel sociale als traditionele media, nieuwmedia en entertainment.
- Focus op referentiekaders van zowel zender als ontvanger nuanceert misvattingen over hoe
media-inhouden tot stand komen, vooral in het proces van nieuwsgaring en verspreiding.
- Journalisten zijn objectief, maar het is duidelijk dat een bepaald mens- wereldbeeld
meespeelt gebeurtenissen worden op een specifieke manier geïnterpreteerd en over
bericht.
Mediatisering
- Nodig om belang van media te begrijpen.
= wijst op processen van sociale veranderingen in de sm die verbonden zijn aan de
toenemende impact op en de verwevenheid van media in onze maatschappij.
= beschrijft de ingrijpende gevolgen van mediaproductie en gebruik in een bredere ms,
culturele en politieke context.
- Mediatisering gaat over de directe en indirecte invloed van de media in de samenleving,
zowel op institutioneel als sociocultureel vlak. Schulz identificeert 4 processen waardoor
media menselijke communicatie en interactie veranderen:
De uitbreiding van menselijke communicatie in ruimte en tijd bv. Snelheid waarmee
ms gebeurtenissen worden verspreid op soc media.
Het vervangen van sociale activiteiten die vroeger face-face gebeurden bv.
Internetbankieren.
Media zet aan tot een samensmelting van verschillende activiteiten: face-face +
gemedieerde communicatie en media infiltreren in dagelijkse leven bv. Hybride
vergaderingen.
Actoren in uiteenlopende sectoren passen hun gedrag aan om mediaformats en
routines te accommoderen bv. Politici -> soundbites tijdens debat zoeken die
bruikbaar zijn voor twitter.
- Mediatisering is geen universeel proces dat alle samenlevingen kenmerkt eerst in landen
met hoge industrialisering (westerse invloedssfeer). Maar de globalisering blijkt een
katalysator te zijn in de verdere uitbreiding en versnelling ervan beide fenomeen gaan
hand in hand:
Globalisering veronderstelt enerzijds het technologisch potentieel om communicatie
en interactie over lange afstanden te faciliteren <-> en versnelt anderzijds het proces
van mediatisering in uiteenlopende nieuwe contexten.
Door de opkomst van internet, online stream + wereldwijde markt ervaring niet
langer gebonden aan lokale of nationale context. Media maakt het mogelijk om
over politieke en culturele grenzen te gaan. Tomlinson noemt dit complexe
connectiviteit =
o Tijdperk globalisering -> media biedt communicatiekanalen tussen naties en
volkeren, maar er ontstaan ook netwerken in allerlei geografische gebieden
en tussen actoren ontw leidt tot grotere culturele reflexiviteit = als de
toevloed van mediaproducten en communicatie steeds meer grenzen
overschrijdt, zal geen enkele cultuur zich geïsoleerd kunnen ontwikkelen.
- Geen lineair proces de evoluties gaan in verschillende richtingen tegelijk, wat de
complexiteit verhoogt.
- Mediatisering zeer uiteenlopende Ms tendensen op micro – macro niveau. Welke
tendensen domineren is afhankelijk van de specifieke context:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomi2bossu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.75. You're not tied to anything after your purchase.