100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: Grasple - Analytisch Adviseren - Onderzoek Jaar 2 Blok 3 $4.59   Add to cart

Summary

Samenvatting: Grasple - Analytisch Adviseren - Onderzoek Jaar 2 Blok 3

 29 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van onderzoeksprogramma Grasple, door deze samenvatting ben je in staat om het programma in een keer af te maken.

Preview 2 out of 13  pages

  • January 17, 2023
  • 13
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING GRASPLE – ONDERZOEK – BLOK 3
Introduction
Variabelen
Variabele: alles dat wordt onderzocht, gemeten of gevraagd wordt bijgehouden in
variabelen. Deze variabelen hebben verschillende waardes voor verschillende individuen,
zoals leeftijd of geslacht.

Informatie = data
Een dataset bevat informatie over alle kandidaten en variabelen.
Een dataset ziet er als volgt uit: alle rijen laten een kandidaat zien. Het aantal rijen is dus
gelijk aan het aantal kandidaten in het onderzoek. Elke kolom laat een variabele zien.

Meetniveaus
Je kan alle variabelen verdelen in twee groepen:
- Categorische variabelen (gemeten in groepen/categorieën)
o Nominaal, zijn gebaseerd op een kwalitatieve classificatie zonder enige
logische rangschikking. Bijvoorbeeld: kleuren.
o Ordinaal, zijn gebaseerd op een kwalitatieve classificatie met een logische
rangschikking. Bijvoorbeeld: weeralarmen.
- Continue variabelen (gemeten op een continue schaal)
o Interval, worden gemeten op een numerieke schaal. Bijvoorbeeld:
zeespiegelstijging gemeten in meters. Interval variabelen hebben geen
absolute nul.
o Ratio, worden gemeten op een numerieke schaal. Ratio variabelen hebben
wel een absolute nul. Bijvoorbeeld: lengte en gewicht.

Populatie en steekproef
Populatie: een gehele groep mensen waarvan onderzoekers meer informatie willen weten.

Populaties kunnen verschillende groottes aannemen. Daarom neem je een steekproef uit de
populatie. Een steekproef is een veel kleinere groep mensen die uit de populatie wordt
getrokken. Op basis van die steekproef wordt een claim gemaakt over de gehele populatie.

Deze steekproef moet wel representatief zijn voor de gehele populatie, dit betekent dat de
karakteristieken van de populatie moeten worden gespiegeld in de steekproef.

In statistieken worden gegevens over de bevolking aangeduid met Griekse letters.
Voorbeeld:
- Populatie gemiddelde: 
- Populatie standaarddeviatie: 

Gegevens over de steekproef worden aangegeven met Romeinse letters.
Voorbeeld:
- Steekproef gemiddelde: 
- Steekproef standaarddeviatie: 

, Je zou kunnen zeggen dat er twee soorten statistieken zijn.

De eerste is wanneer uw steekproef hetzelfde is als uw populatie. Met andere woorden,
wanneer u een claim wilt indienen en u beschikt over alle benodigde informatie om dit te
doen. Bijvoorbeeld: Hoeveel leerlingen zitten er in deze klas. Dit noemen we beschrijvende
statistiek.

De tweede soort is wanneer uw steekproef kleiner is dan uw populatie. Dat betekent dat u
een conclusie moet trekken op basis van beperkte informatie. Dat wordt ook wel
gevolgtrekking genoemd, en daarom wordt dat soort statistiek inferentiële statistiek
genoemd.

Frequentietabel
Hoe vaak waarden worden waargenomen, wordt frequentie genoemd. Zo'n tabel noemen
we daarom een frequentietabel.

Voor het construeren en lezen van frequentietabellen zijn er vier concepten die essentieel
zijn om te beheersen:

- Absolute frequentie, het aantal keren dat u die waarde hebt waargenomen. Ook wel
graaf (count) genoemd.
- Relatieve frequentie, het aantal keren dat je een waarde hebt waargenomen,
uitgedrukt als een percentage. Met andere woorden: ten opzichte van het totaal
aantal waarnemingen.
- Geldige frequentie, relatieve frequentie in vergelijking met de mensen die een geldig
antwoord hebben gegeven. Dit komt voor wanneer iemand niet volledig de enquête
afrondt.
- Cumulatieve frequentie, tel de relatieve frequenties (percentages) van een groep op
bij de percentages van de vorige groepen.

Relatieve versus absolute percentages
De kern:

Er is een verschil tussen absolute en relatieve percentages:

- Absoluut: het deel van het geheel
- Relatief: de stijging/daling ten opzichte van een ander percentage

- Percentages kunnen relatief of absoluut zijn
- Beide kunnen een heel ander beeld van de situatie geven
- Rapporteer nooit een relatief percentage zonder ten minste één absoluut cijfer

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Svennemen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75619 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.59  1x  sold
  • (0)
  Add to cart