100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Inleiding tot het recht: samenvatting hoofdstuk 4-6 $3.77   Add to cart

Summary

Inleiding tot het recht: samenvatting hoofdstuk 4-6

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Inleiding tot het recht: samenvatting hoofdstuk 4-6. Universiteit Antwerpen, Kim Van den Langenbergh

Preview 4 out of 43  pages

  • January 17, 2023
  • 43
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Thema 4: Verbintenissenrecht
Definities

Verbintenis
= rechtsband tussen twee of meer personen op grond waarvan de ene(n) aan de andere(n) een
prestatie verschuldigd is die kan bestaan uit iets geven, iets doen of iets laten -> afdwingbaar

Overeenkomst
= wilsuiting van twee of meer personen die erop gericht is verbintenissen te doen ontstaan, te
wijzigen of te beëindigen

Schuldeiser – schuldenaar – derde

Verbintenis ↔ vorderingsrecht

Verbintenissen
Bronnen van verbintenissen

 Wet (= publiekrechtelijke rechtshandeling)
 (privaatrechtelijke) rechtshandelingen
o Overeenkomsten
o Eenzijdige wilsuitingen (vb. kind erkennen)
 Rechtsfeiten
o Onrechtmatige daad
 Situaties waarbij je een fout begaat en schade veroorzaakt
o Oneigenlijke overeenkomst
 Vb. Zaakwaarneming

Overeenkomst of contract ≠ verbintenis

Soorten verbintenissen

Resultaatsverbintenis versus middelenverbintenis

Resultaatsverbintenis Middelenverbintenis

= schuldenaar verbindt er zich toe bepaald = SA is verplicht bepaalde inspanning te leveren
resultaat te bereiken of middelen aan te wenden om resultaat te
bereiken zonder dat dit wordt gegarandeerd
Vb. Organiseren van een reis, versturen van
een brief, zonnepanelen plaatsen Vb. Verbintenis van advocaat om uw zaak te
winnen, van dokter om uw te genezen

Onderscheid van belang voor de contractuele aansprakelijkheid
-> wanneer verbintenissen niet worden nagekomen
- Contractuele aansprakelijkheid zal veel sneller bewezen kunnen worden bij
resultaatsverbintenis dan bij middelenverbintenis
o Resultaatsverbintenis: gewoon aanduiden dat het resultaat er niet is
o Middelenverbintenis: moeilijker om te bewijzen dat de persoon niet genoeg
inspanningen heeft geleverd om een bepaald resultaat te bereiken

, Gezamenlijke versus hoofdelijke verbintenis

Gemeenschappelijk kenmerk: v oor één en dezelfde verbintenis zijn er meerdere schuldeisers en/of
schuldenaars

 Gezamenlijke verbintenis: elk van de schuldenaars/schuldeisers is maar aanspreekbaar voor
zijn deel
 Hoofdelijke verbintenis: elk van de partijen kunnen voor het geheel van de prestatie worden
aangesproken
o Hoofdelijkheid moet voorzien zijn in de wet of in het contract afgesproken
o -> anders is de regel dat de schulden deelbaar zijn (gezamenlijke verbintenis)

Persoonsgebonden versus prestatiegebonden verbintenis

 Persoonsgebonden: persoon is belangrijk (vb. advocaat, arts, …)
o Prestaties afspreken omwille van de kwaliteiten en capacititeiten van die persoon
 Prestatiegebonden: prestatie is belangrijk (reparatie

Verbintenis onder voorwaarde (= toekomstige en onzekere gebeurtenis)
 Uitvoering of uitdoving is afhankelijk van toekomstige en onzekere gebeurtenis
 Geen louter potestatieve voorwaarde
o = voorwaarde waarbij de vervulling enkel afhankelijk is van de wil van de schuldenaar
 Opschortende/ontbindende voorwaarde
o Opschortende: uitvoering van verbintenis hangt af van toekomstige en onzekere
gebeurtenis
 Vb. Als je slaagt voor je examen, krijg je een auto cadeau
o Ontbindende: uitdoving van verbintenis hangt af van toekomstige en onzekere
gebeurtenis
 Vb. Kledingmerk spreekt af om topsporter te sponseren, maar wanneer de
topsporter betrapt wordt op doping dat de sponsoring stopt

Verbintenis met tijdsbepaling
 Uitvoering of uitdoving afhankelijk van toekomstige en zekere gebeurtenis
 Opschortende/ontbindende tijdsbepaling
o Opschortende: je nichtje krijgt een appartement van je als ze 18 is
o Ontbindende: arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd

Einde verbintenis

- Uitvoering van de verbintenis
- Schuldvergelijking
- Schuldvermenging
o schuldenaar en schuldeiser worden dezelfde persoon
- Schuldvernieuwing
- Kwijtschelding
- Bevrijdende verjaring

Overeenkomsten
Grondbeginselen

, Wilsautonomie
o Gaat over contractsvrijheid
o Vrijheid om al dan niet te contracteren
o Vrijheid in keuze van contractspartij
o Vrijheid om inhoud van overeenkomst vast te leggen
 Toetredingscontracten -> contractsvrijheid eerder realtief
 Niet meer onderhandelen over de inhoud
o Beperking vrijheid door:
 Regels openbare orde, goede zeden en dwingend recht
 Consensualisme
o Loutere wilsovereenstemming van de partijen volstaat.
o Vormvrij -> geen formaliteiten nodig
o Geen geschrift nodig voor het bestaan van de overeenkomst
-> je kan het wel later nodig hebben voor het bewijs van overeenkomst
o Uitzonderingen
 Plechtige contracten – vormvereisten
 Zakelijke contracten – afgifte van een goed
 Beginsel van de bindende kracht van de overeenkomst
o Als een overeenkomst ondertekend wordt geld die overeenkomst voor de partijen
als een wet
o Wijziging enkel mogelijk bij wederzijdse toestemming
o Uitvoering op de plaats, het tijdstip en de wijze zoals overeengekomen
o Vanaf 1/1/2023: erkenning imprevisieleer
1. Leer waarbij men rekening wil houden met gewijzigde omstandigheden na
het sluiten van de overeenkomst
 Goede trouw
o Contractpartijen moeten bij de uitvoering van overeenkomsten te goeder trouw
handelen
o = gedragsnorm
o 3 werkingen
1. interpretatieve functie:
uitvoering naar de geest en niet naar de letter
2. aanvullende werking:
op grond van samenwerkings- en loyauteitsverplichting bijkomende
verplichtingen opleggen
3. beperkende werking: in bepaalde omstandigheden de toekomende rechten
niet of niet helemaal mogen uitoefenen – theorie rechtsmisbruik

, Ontstaan overeenkomst

Als er een aanvaarding is van een aanbod

Aanbod = een door een van de partijen geformuleerd vast en precies voorstel tot contracteren
 bindend voor de partij van wie het uitgaat (gedurende redelijke termijn)

Aanvaarding = bestemmeling van aanbod (tegenpartij) gaat zonder minste voorbehoud akkoord met
aanbod
 Uitdrukkelijk of stilzwijgend
o Stilzwijgend: aanvaarding afgeleid uit gedrag/houding

Precontractuele aansprakelijkheid
 partijen mogen onderhandelingen afbreken (contractsvrijheid!), maar niet op foutieve
manier
 als ‘goed huisvader’ gedragen tijdens onderhandelingsfase
 zo niet: precontractuele aansprakelijkheid die leidt tot schadevergoeding
 Is er sprake van precontractuele fout? -> beoordeling door rechter

Soorten contracten
 Wederkerig versus eenzijdig
o Wederkerig: beide partijen hebben verbintenissen
o Eenzijdig: slechts één van de partijen heeft een verbintenis
 Onder bezwarende titel versus “om niet”
o Onder bezwarende titel: beide partijen hebben economisch voordeel
o Contract om niet: contracten uit vrijgevigheid (vb. een schenking)
 Vergeldend versus kanscontract
o Vergeldend: prestaties van twee partijen zijn gelijkwaardig
o Kanscontract: omvang van de prestaties hangt af van kans (vb. verzekeringen)
 Benoemd versus onbenoemd
o Benoemd: overeenkomsten die zo frequent voorkomen dat ze geregeld zijn in het
burgerlijk wetboek
o Onbenoemd: contracten niet geregeld in burgerlijk wetboek
 Consensueel / plechtig / zakelijk
o Consensueel: wilsovereenstemming volstaat
o Plechtig: wilsovereenstemming + vormvereisten
o Zakelijk: wilsovereenstemming + afgifte van goed

Geldigheid overeenkomst (inhoudelijk)

 Bekwaamheid (handelingsbekwaamheid)
o Iedere persoon is rechtspersoon
o Iedere persoon is handelingsbekwaam m.u.t. minderjarigen
 Toestemming (uitdrukkelijk of stilzwijgend) en wilsgebreken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillrams. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$3.77
  • (0)
  Add to cart