Samenvatting voor het vak Verbintenissenrecht. Bevat aantekeningen van alle hoorcolleges en werkgroepen en bevat ook samenvattingen van de voorgeschreven arresten.
Art. 6:1 BW: verbintenissen kunnen slechts ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit.
- Zaakwaarneming.
- Onrechtmatige daad (6:162 BW).
Quint/Te Poel arrest (1959): Quint moet volgens overeenkomst met Hubert te Poel geleenstraat
19 afbreken en twee winkelhuizen bouwen. -> Hubert moet aanneemsom voldoen. -> Quint
Bouwt. -> Hubert is blut en betaalt niet -> maar de panden staan op het terrein van Heinricht te
Poel -> Heinrich wordt door natrekking eigenaar -> moet Heinrich dan Quint betalen?
Het Hof: “dat artikel 11 van de Wet, houdende Algemene Bepalingen der Wetgeving van het
Koninkrijk, den rechter voorschrijft Volgens de Wet recht te spreken en het den rechter mitsdien
niet vrijstaat civielrechtelijke verbintenissen te creëren, welke niet door de Wet gegeven en
geregeld zijn.”
- Heinrich kreeg gelijk en hoefde Quint niet te betalen.
1
,Cassatiemiddel: ongerechtvaardigde verrijking.
- “Omdat aan verscheidene voorschriften van het Burgerlijk Wetboek (…) het algemene
beginsel ten grondslag ligt, dat degene, die zonder wettigen grond ten koste van het
vermogen van een ander is verrijkt, jegens dien ander is verbonden tot betaling van een
vergoeding gelijk aan de waarde, waarmede het vermogen van den verrijkte ten koste van
dat van dien ander onder wettigen grond is vermeerderd.”
- “Welke verbintenis ook buiten de gevallen, waarin de wet een nadere uitwerking van
voormeld beginsel heeft gegeven, (…) van kracht (…) is en – mede blijkens de
rechtsgeschiedenis – begrepen moet worden geacht onder de in (…) het Burgerlijk
Wetboek genoemde verbintenissen, welke uit kracht der wet geboren worden.”
Hoge Raad: “Overwegend dat het middel in de eerste plaats stelt, dat het Burgerlijk Wetboek den
regel inhoudt, dat op een ieder die zonder wettigen grond ten koste van het vermogen van een
ander is verrijkt, een verbintenis rust om dien ander schadeloos te stellen tot het bedrag waarmee
hij is verrijkt. Dat een rechtsregel van dezen inhoud niet in het Wetboek is opgenomen (inmiddels
wel in art. 6:212 BW).
Dat uit de door eiseres genoemde artikelen niet volgt, dat het genoemde gezichtspunt naar het
oordeel van den wetgever onder alle omstandigheden beslissend moet zijn en het achterwege
laten van een algemene regel op het tegendeel wijst.”
Rechtsregel: verbintenissen die niet uit een overeenkomst voortvloeien, hoeven niet rechtstreeks
voort te komen uit een wetsartikel -> ‘Uit de wet’ betekent dat in gevallen waarin de wet geen
regeling kent een oplossing moet worden gezocht die: (1) past in het stelsel van de wet en (2)
aansluit bij de wel in de wet geregelde gevallen.
Einde arrest.
Een verbintenis moet ontstaan uit de wet (art. 6:1 BW) of een verbintenis kan ontstaan als die
past in het stelsel van de wet en aansluit bij de wel in de wet geregelde gevallen.
Precontractuele fase
HR: Baris/Riezenkamp (1957):
- de onderhandelingsfase is geen limboland maar een rechtsverhouding.
o Zonder contract is er dus al een bijzondere rechtsverhouding.
o Je moet daarbij ook aan elkaars belangen denken.
o Verplichting om informatie te delen, die van belang zijn voor de ander.
o Dit wordt beheerst door goede trouw (redelijkheid en billijkheid.
o Uit deze rechtsverhouding kunnen dus verplichtingen voortvloeien ->
informatieplicht en de plicht tot niet zwijgen wanneer spreken de plicht is.
2
, o De dwalende heeft ook zelf een onderzoeksplicht.
o Maar men mag in de regel afgaan op dat hetgeen de wederpartij mededeelt waar
is.
Einde arrest
Precontractuele problemen:
- 1. Onderhandeling is afgebroken -> overeenkomst is niet ontstaan.
o Plas/Valburg; CBB/JPO; KLM/CCC
- 2. Overeenkomst wel ontstaan.
o Baris/Riezenkamp; Dexia.
HR Plas/Valburg (1982):
- De gemeente Valburg wilde een nieuw zwembad hebben -> Plas ging plannen maken
hiervoor voor gemeente Valburg -> gemeente ging na aanpassingen met de plannen
akkoord -> Plas wil gaan beginnen maar de gemeente trekt zich terug omdat ze een andere
meer lucratieve/voordelige aannemer hebben gevonden -> Plas wil hiervoor geld omdat
hij kosten heeft gemaakt, maar de gemeente beroept zich op contractsvrijheid -> Plas wil
de kosten vergoed zien + de gederfde winst -> afbreken mag nog, mits er sprake is van
een kostenvergoeding maar de gederfde winst hoeft niet betaald te worden -> Plas gaat in
cassatie -> zij stellen dat er in deze situatie wel de gederfde winst betaald moet worden,
omdat het afbreken van de onderhandelingen in strijd met de redelijkheid en billijkheid is
-> als je het vertrouwen hebt gewekt bij de wederpartij dat er een overeenkomst tot stand
zal komen dan is het afbreken in strijd met de redelijkheid en billijkheid -> dan is het ook
gepast om de gederfde winst te vergoeden.
- In deze casus is er dus nog geen sprake van een overeenkomst. Dit speelt zich allemaal af
in de precontractuele fase.
- Verdichtende relatie:
o Stadium 1: vrijheid.
o Stadium 2: afbreken mag nog, maar niet zonder kostenvergoeding.
o Stadium 3: afbreken is in strijd met redelijkheid en billijkheid als er
gerechtvaardigd vertrouwen is opgewekt dat er een overeenkomst tot stand zal
komen. De gederfde winst moet dan uitbetaald worden.
Einde arrest.
HR: CBB/JPO (2005):
- De praktijk had met het voorgaande leerstuk een loopje genomen.
- Iedereen is in principe vrij om af te breken, tenzij dit onaanvaardbaar is i.v.m.:
o Totstandskomingsvertrouwen.
o Of verdere omstandigheden.
3
, - Hiervoor geldt een strenge en terughoudendheid nopende maatstaf.
Einde arrest.
HR: KLM/CCC (2013):
- Bij aanbestedingsrecht voor de overheid gelden strenge regels omtrent gelijkheid en
transparantie.
- KLM heeft bij de onderhandelingen met CCC deze regels omtrent overheidshandelen
geschonden.
- Hoge Raad: het is een particuliere situatie en er geldt contractsvrijheid dus gelden deze
strenge eisen niet.
o Deze contractsvrijheid kenmerkt de precontractuele fase.
Rechtshandelingen
Rechtshandeling: wil die op rechtsgevolg is gericht, die zich door een verklaring heeft
geopenbaard (art. 3:33 BW).
- Er geldt geen beroep op onbtreken van wil bij gerechtvaardigd vertrouwen (3:35 BW).
- Rechtshandeling werkt zodra deze ontvangen is (art. 3:37 lid 3) en bij elektronische
contracteren toegankelijk (art. 6:227c lid 3).
Soorten rechtshandelingen:
- Meerzijdig.
- Eenzijdige.
o Gericht (Empfangsbedürftig): Bv. opzegging.
o Niet-gericht: bv. testament.
Grondbeginselen van het overeenkomstenrecht:
- Er geldt contractsvrijheid.
o Uitzonderingen bij goede zeden/openbare orde (3:40 BW).
- Vormvrijheid (consensualisme) (3:37 lid 1 BW).
o Uitzondering op vormvoorschriften (3:39 BW).
o een mondelinge overeenkomst is net zo rechtsgeldig als een schriftelijke
overeenkomst.
o Soms geldt er een schriftelijkheidsvereiste voor overeenkomsten, dit kan ook
elektronisch als je voldoet aan 6:227a BW.
o Soms geldt er een ondertekeningsvereiste, ook voor elektronisch als is voldaan aan
de eIDAS-Vo+ 3:15a BW eisen.
o Soms is een akte vereist, ook elektronisch als 156, 156a Rv en EIdas-V0+3:15a
- Verbindende kracht (pacta sunt servanda).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller seanjansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.