TERMINOLOGIE BEWEGING
De volgende termen geven een beweging aan van een heel ledemaat of van een gedeelte ervan:
• Protractie: het naar voren brengen van een poot
• Retractie: het naar achteren brengen van een poot (passief/actief)
• Flexie: het buigen van een (deel van een) poot
• Extensie: het strekken van een (deel van een) poot
• Abductie: van het lichaam af bewegen
• Adductie: naar het lichaam toe bewegen
• Rotatie: draaiing om een as
• Supinatie: voet/hand/poot naar binnen draaien (“soepkom” maken van je hand)
• Pronatie: voet/hand/poot naar buiten draaien
o Veel dieren staan standaard in pronatie met hun voeten
VOORPOOT
De fascia thoracolumbalis is een peesplaat die over de rug van veel
dieren loopt, vanaf de thoracolumbale wervels tot de m. latissimus
dorsi (craniaal) en de m. serratus ventralis (ventraal).
OSTEOLOGIE VAN DE VOORPOOT
Schouder en bovenarm
De scapula, ook wel het schouderblad genoemd, ligt plat tegen het craniale deel van de
thoraxwand aan, in cranioventrale richting. De scapula wordt aan de romp verbonden dmv de
girdle muscles, zonder een daadwerkelijke articulatie te vormen. Dit noemen we synsarcose, en
hierdoor is er extra bewegingsvrijheid mogelijk. Het laterale oppervlak van de scapula wordt door
een prominente richel, de spina scapulae, in twee ongelijke delen verdeeld. De spina scapulae
eindigt ventraal in alle diersoorten (behalve paard en varken) in een prominent uitst eeksel: het
acromion.
Bij de mens en de meeste primaten zijn de voorste ledematen aan de romp bevestigd via de
clavicula, oftewel het sleutelbeen, die de scapula met het sternum verbindt. De clavicula wordt
verbonden met de scapula door een gewricht met het acromion.
1
,Bij de meeste veterinair relevante diersoorten is het sleutelbeen niet aanwezig, waardoor de
scapula vrij kan bewegen en kan bijdragen aan de lengte van de voorpoot . Het sleutelbeen is
verdwenen omdat het onder hoge druk komt te staan wannee r zulke dieren met hun gewicht
neerkomen op de voorbenen, waarbij de clavicula makkelijk kan breken. Bij de kat en het konijn
kan nog een restant van de clavicula
worden gevonden in de vorm van een
bindweefselstructuur tussen de twee delen
van de m. brachiocephalicus. Bij vogels is
de clavicula nog aanwezig als functioneel
onderdeel van het skelet.
De humerus vormt het benige deel van de
bovenarm. Het gewricht tussen de scapula
en de humerus heet de articulatio humeri,
oftewel het schoudergewricht.
Het distale uiteinde van de humerus vormt
twee uitsteeksels: het epicondylus medialis
(origo van de flexoren van de carpus en
digiti) en het epicondylus lateralis (origo
van de extensoren van de carpus en digiti). In het mediale epicondyle bevindt zich een holte: het
foramen supracondylare (kat) of het foramen supratrochleare (hond). Door het foramen
supracondylare van de kat lopen de n. medianus en a. brachialis.
Elleboog en onderarm
Het benige deel van de onderarm
bestaat uit twee botten; de radius
en de ulna. Wanneer het dier staat
bevindt de ulna zich aan de
proximale zijde caudaal van da
radius, en lateraal van de radius in
het distale deel (de radius zit aan de
kant van je duim, de ulna zit aan de
kant van de pink).
In het paard zijn de radius en ulna
gefuseerd (→ afbeelding C+D),
waardoor er geen pronatie of
supinatie mogelijk is. De ulna is
daarnaast erg verkort in het paard.
In de kat en hond is wel enige mate van supinatie mogelijk door rotatie van het
proximale uiteinde van de radius. De ulna beweegt zelf niet.
Tussen de radius, ulna en humerus bevindt zich het articulatio cubiti, oftewel het
ellebooggewricht. De ulna bevat twee uitsteeksels die belangrijk zijn voor deze
verbinding: de processus anconeus en de processus coronoideus medialis.
Carpus en ondervoet
2
,Distaal van de radius en ulna bevindt zich de manus,
die bestaat uit de ossa carpi, ossa metacarpalia en os
digitorum manus. Het os carpi accessorium is een
proximaal carpaalbotje dat zich helemaal lateraal
bevindt.
De carpus, ook wel het polsgewricht of de handwortel
genoemd, is een complex samengesteld gewricht in
de voorpoot die bestaat uit zeven botten. We noemen
het carpaalgewricht ook wel de articulationes carpae.
De ossa sesamoidea zijn kleine nodulaire botten die
vaak los aanwezig zijn in spieren en pezen in het
gebied van de vingers en tenen.
MUSCULATUUR VAN DE VOORPOOT
Extrinsieke musculatuur
De girdle muscles verbinden de voorpoten met de romp (=synsarcosis). We onderscheiden een
oppervlakkige en een diepe laag van deze extrinsieke gordelspieren.
Oppervlakkige laag
• M. trapezius
o Brede, dunne, driehoekvormige spier
o Bestaat uit een cervicaal en thoracaal deel vanaf de craniale en thoracale wervels,
die van elkaar gescheiden worden door een pees
• M. latissimus dorsi
o Brede rugspier
o Craniale deel ligt deels onder het thoracale deel van van de m. trapezius
• M. brachiocephalicus
o Bestaat uit een craniaal deel (cleidocephalicus) en een ventraal deel
(cleidobrachialis)
• Mm. pectorales superficiales (transversus + descendens)
o Vormt een hangmat waar de romp als het ware inhangt samen met de diepe
borstspier
o Bestaat uit een craniaal deel (descendens) en een caudaal deel (transversus)
• M. omotransversarius
3
, o Sterke spier, loopt van de atlasvleugel naar het acromion van de scapula
Diepe laag
• M. pectoralis profundus (ascendens)
o Vormt een hangmat waar de romp als het ware inhangt
samen met de oppervlakkige borstspier
• M. rhomboideus
o Ligt voor een groot deel onder de m. trapezius
• M. serratus ventralis
o Waaiervormige spier
o Bestaat uit een thoracaal deel, dat de ribben met de
scapula verbindt, en uit een cervicaal deel, dat de
cervicale wervels met de scapula verbindt
• M. subclavius
o Alleen aanwezig bij konijnen, paarden en herkauwers (niet
bij carnivoren)
o Neemt grotendeels de functie van het ontbrekende
sleutelbeen over en fixeert dus de scapula
o Loopt van het sternum over de hals naar de scapula
Intrinsieke musculatuur
De intrinsieke musculatuur bestaat uit verschillende spieren met verschillende werkingen op de
verschillende gewrichten. Over het algemeen bevinden de flexoren zich aan de mediale zijde en
zijn de extensoren aan de laterale zijde te vinden.
Schoudergewricht
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iluijten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.