Cultural Diversity Hoorcollege I.
Migration and the multicultural society
Wereldwijd steeds meer migratie → verschillende ideeën over de opvoeding en
ontwikkeling van kinderen
Asylum seekers= asielzoekers
Demographics in the Netherlands
• Culturele diversiteit is vooral terug te zien tussen kinderen en jongeren
onder de 20
• In de groten steden > 50% van de inwoners een migratieachtergrond
• 13,7% van de Nederlandse inwoners hebben een niet-westerse
achtergrond & 10,5% van de Nederlandse inwoners hebben een westerse-
achtergrond (niet-Nederlands)
Migratiebeleid in Nederland is gericht op niet-westerse migranten → Poolse
migranten hoeven niet te voldoen aan de eisen van het migratiebeleid, omdat
Polen deel uitmaakt van de EU
Migration in the Netherlands
Sinds halverwege 1900:
- migratiestroom vanuit Nederlandse kolonies
- migratiestroom van gastarbeiders
Sinds 2000:
- migratiestroom van arbeidsmigranten en economische migranten →
hieronder vallen ook hoogopgeleide migranten die komen werken in bijv.
de wetenschap of ICT
- migratiestroom van vluchtelingen uit conflictgebieden
1
,Policy perspectives
Tot 1980 werd migratie gezien als een tijdelijk fenomeen → migranten waren
hier “gast” en zouden uiteindelijk weer terug gaan naar hun thuisland
↳ policy focust zich op tijdelijke voorzieningen als arbeid, onderdak etc. → niet
gericht op integratie, eerder op het behouden van de eigen cultuur
1980: etnische minderheden beleid
- niet langer het idee dat migranten tijdelijk zijn
- multiculturele benadering → accepteren en respecteren dat mensen zich
willen vasthouden aan de eigen cultuur, maar anderzijds ook het
integratieproces met de Nederlandse cultuur aanmoedigen
problematiek onder migranten:
- hoge werkloosheid
- veel gevallen van schoolverlatingen → vooral op het voortgezet onderwijs
- verschijnselen van marginalisatie= de afwezigheid van acculturatie waarbij
leden van een niet-dominante groep zich nauwelijks mengen met de
dominante groep (outgroup), maar ook weinig contact onderhouden met
de andere leden van de eigen groep (ingroup)
1990: inburgeringsbeleid → doel: migranten zo goed mogelijk te integreren in de
Nederlandse cultuur om zo te kunnen participeren in de Nederlandse
samenleving
- Nederlandse taal-en integratie lessen → slechte kwaliteit
↳ Migranten moesten slagen voor een inburgeringsexamen → de eisen
voor migranten waren hoog, maar de middelen (lessen, cursussen etc.)
waren schaars en van slechte kwaliteit (websites waren bijv. alleen in het
Nederlands)
- Hoge werkloosheid & afhankelijkheid van sociale uitkeringen
- Verschijnselen van segregatie in de samenleving, vooral in het onderwijs
→ verzuild schoolsysteem
-
- Hoge mate van delinquent gedrag binnen bepaalde groepen, vooral onder
Marokkaans-Nederlandse jongeren
Begin 2000: meer werkgelegenheid → tweede generatie migranten is succesvol
binnen de samenleving
2000s: assimilatiebeleid
- (inter)nationale gebeurtenissen: 9/11, moord op Pim Fortuyn etc. → opent
debat over integratie en de Nederlandse identiteit
-
- Van integratie naar assimilatie, assimilatie= Culturele assimilatie is het
socialisatieproces van acculturatie waarbij leden van een niet-dominante
2
, groep zich mengen met de dominante groep en daar de cultuur van
overnemen, terwijl de eigen cultuur wordt losgelaten en contact met de
andere leden van de eigen groep niet wordt nagestreefd op basis van
afkomst
↳ leidt tot toenemende polarisatie → minderheidsgroepen willen niet
(geforceerd worden om hun) eigen cultuur los te laten
Vanaf 2011/2012: toename arbeidsmigratie (Polen, India etc.) → Nederland stelt
verschillende eisen aan migranten uit de EU vs. migranten buiten de EU
↳ migranten uit de EU hoeven niet te voldoen aan bepaalde eisen,
integratiecursussen en hoeven ook geen integratie examen te maken
Berry’s (societal) accultaration model
4 strategieën:
- Multiculturality= maintenance of heritage culture and integration/contact
with the dominant culture
↳ Integration= je kan zowel participeren in de samenleving van de
dominante cultuur als je eigen cultuur
- Melting pot= no maintenance of heritage culture but focus on
integration/contact with the dominant culture
↳ assimilatie= je kan participeren in de samenleving van de dominante
cultuur, maar je sluit je zelf buiten/af van je eigen cultuur
- Segregation= neither; no maintenance of heritage and no
integration/contact with the dominant culture
↳ je focust je vooral op je eigen cultuur, maar hebt daardoor moeite met
participatie binnen de samenleving van de dominante cultuur
3
, - Exclusion= focus on maintenance of heritage culture but no/almost none
integration/contact with the dominant culture
↳ marginalisatie je voelt je nergens thuis/kan nergens participeren, gevoel
van eenzaamheid
Debat: men is van mening dat men niet goed geïntegreerd is, maar wordt
integratie niet verward met assimilatie? Bedoelt men niet dat we willen dat de
eigen cultuur (heritage culture) wordt losgelaten zoals bij assimilatie?
↳ als je namelijk kijkt naar integratie dan is dit voor het grotendeel van de
Nederlandse inwoners geslaagd → de kritiek die er is, richt zich eigenlijk op
assimilatie en niet op integratie
↳ je kan mensen niet forceren hun eigen cultuur los te laten
Uit onderzoek naar de strategieën is gebleken:
Conclusie: integratie kent de meest positieve uitkomsten/resultaten (voor
kinderen)
↳ Accepteer en respecteer de eigen cultuur en het behoud hiervan, maar geef
ook mogelijkheden om te integreren en participeren binnen de dominante cultuur
Onderzoek naar het succes van de 2e generatie migranten → er zijn meerdere
manieren om te integreren en assimileren in een samenleving
↳ afhankelijk van het beleid en de context
↳ faalt integratie of faalt het schoolsysteem?
- kijken naar de toegankelijkheid en participatie in de vroege schooltijd →
hoe jonger kinderen naar school gaan, hoe groter hun kans op succes
- Het vinden van je plek binnen het onderwijs bijvoorbeeld d.m.v. het
maken van keuzes zoals schoolniveau, opleiding etc.
↳ kinderen met een migratieachtergrond lopen de eerste jaren vaak achter
op de kinderen zonder migratieachtergrond waardoor het maken van dit
soort keuzes op jonge leeftijd kan leiden tot kansenongelijkheid
↳ dus: hoe ouder kinderen zijn, hoe meer kansen ze hebben om hun
capaciteiten, talenten etc. te ontwikkelen en ontplooien
↳ dus het onderwijs speelt een belangrijke rol in de kansen voor het kind en de
gevolgen/effecten die dit meebrengt op langer termijn
4
,Maar sociale en politieke discours spelen een rol → hoe kijken we als
samenleving naar migranten?
- politieke discourse → politiekklimaat, stereotypen en hiërarchieën
- Sociale discourse → acceptatie en respectatie richting migtanten
↳ politieke en sociale discours beïnvloeden hoe migranten zich voelen en
beïnvloeden hun welzijn → beïnvloedt weer schoolprestaties etc.
Theories of culture and development
1.Individualisme & collectivisme
Gebaseerd op een studie van IBM gericht op organisatiepsychologie
↳ kwamen met 4 dimensies voor cross-cultural communicatie, waaronder
individualisme & collectivisme
- Dit kader van individualisme & collectivisme is gebaseerd op culturen
- Dit kader is veel gebruikt binnen onderzoek naar psychologie en onderwijs
→ maar kent ook veel kritiek voor het zonder bewijs uit te gaan van een
vereenvoudigde tweedeling
Individualistische, ook wel Westerse, Culturen (Kagitçibasi)
Individualistische culturen zijn gebaseerd op separatie, ook wel separatie
culturen → focust zich op individuen
↳ afhankelijk van de context → vaak samenlevingen/landen:
Kenniseconomie:
- economie gebaseerd op diensten en industrieën
- hoge welfaart
- veel (inter)nationale handel
- focus op onderwijs → extended education
Familiestructuren:
- nuclear family= gezin bestaande uit twee ouders en kind(eren)
- hechte, affectieve familierelaties
- gendergelijkheid
- lage vruchtbaarheidscijfers → vergrijzing (door een tekort aan geboortes)
↳ in sommige landen vormt dit zelfs een probleem → gezinnen worden
aangemoedigd (met beloningen) om kinderen te krijgen
Sociale waarden & normen:
- individuele loyaliteit → de mate van loyaliteit naar een ander persoon is
gebaseerd op de hechtingsrelatie/band
- Zowel emotioneel als materiaal investeren in kinderen ter bevordering van
het welzijn → als ouder doe je er alles aan om het beste voor je kind te
realiseren
5
, Opvoeding & onderwijs:
- Autoratieve(-en permissieve) opvoedstijl
- Focus op autonomie, zelfredzaamheid en onafhankelijk
Collectivistische, ook wel niet-Westerse, Culturen
Collectivistische culturen zijn gebaseerd op verbondenheid en het collectief
↳ afhankelijk van de context → vaak samenlevingen/landen:
Leefomstandigheden:
- Agrarische (zelfvoorzienende) samenleving → men was binnen het gezin
afhankelijk van elkaars bijdrage
- Geen of nauwelijks focus op onderwijs → onderwijs levert geen bijdrage
aan het succesvol zijn binnen de samenleving → het was vooral belangrijk
te beschikken over de vaardigheden die nodig waren binnen de agrarische
samenleving
Familiestructuren:
- Uitgebreide families → vaak wonen hele familie samen, dus ook opa’s,
oma’s, tantes etc.
↳ familie is erg belangrijk wegens de afhankelijkheid van elkaar
- Patrilineality → loyaliteit & zorgzaamheid naar de oudsten in de familie,
omdat zij altijd alles voor jou hebben gedaan → focus op de ouderen ipv
de kinderen
- Genderongelijkheid → vrouwen kennen een lage status
- Hoge vruchtbaarheidscijfers → gezinnen bestaan uit veel kinderen
↳ leidt in sommige landen tot overbevolking → in sommige landen geldt
daarom voor gezinnen een maximum aan kinderen
Sociale normen & waarden:
- Je bent niet loyaal naar individuen, maar naar de groep/familie als geheel
→ belangrijk, omdat je afhankelijk bent van elkaar
- Zowel emotioneel als materiaal investeren in de ouderen generatie → je
doet wat terug voor de ouderen in ruil voor de zorg die ze jou geboden
hebben
↳ daarom: hoe meer kinderen, hoe beter → meer bijdrage binnen het
gezin
↳ in Westerse culturen zouden kinderen hun ouders naar bejaardenhuizen
of verzorgingshuizen brengen ipv ze in huis te nemen om ze zelf te
verzorgen
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miloubussing. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.