Begrippenlijst VWO 4
Thema 1: Inleiding in de biologie
abiotische factoren alle invloeden uit de levenloze natuur
archae ook wel oerbacteriën of archaebacteriën genoemd, zijn een domein van
prokaryotische organismen, die meestal onder extreme
omstandigheden leven.
autotroof m.b.v. zonlicht in staat zijn chemische energie vast te leggen met
fotosynthese / uit anorganische stoffen organische stoffen kunnen
maken
beschrijvend de onderzoeker verzamelt observaties (data) die tot een concusie
onderzoek leiden
biochemie natuurwetenschap op de grens van biologie en scheikunde
biodiversiteit Verscheidenheid, dat is de soortenrijkdom binnen een ecosysteem. Er
bestaat echter ook diversiteit in genotypen binnen een populatie.
biofysica natuurwetenschap op de grens van biologie en natuurkunde
biosfeer alle ecosystemen op aarde samen (= systeem aarde)
biotische factoren alle invloeden uit de levende natuur
celdifferentiatie proces, waarbij cellen steeds meer gaan verschillen in vorm en functie.
Celdifferentiatie treedt op bij de ontwikkeling van een meercellig
individu.
chromosoom bevatten het DNA (en genen) van de cel
controlegroep een controlegroep is bij wetenschappelijk onderzoek naar de werking of
het effect van een bepaalde 'interventie' een groep met dezelfde
kenmerken als de groep waarbij de interventie wordt verricht, maar
waarbij de interventie niet wordt verricht. Op deze manier kan worden
uitgesloten dat een waargenomen effect niet te wijten is aan spontane
veranderingen.
darmflora wordt het geheel van micro-organismen aangeduid dat zich in het
maag-darmstelsel bevindt
Darwin Charles Darwin is de grondlegger van de evolutietheorie
data de verzamelde gegevens in dee onderzoek
DNA hieruit is een chromosoom opgebouwd en bevat de erfelijke informatie
van een organisme
ecosysteem min of meer begrensd gebied met bepaalde eigenschappen
waarbinnen de abiotische en biotische factoren een eenheid vormen
emergente eigenschap op elk hoger organisatieniveau verschijnen nieuwe eigenschappen
,enzymen eiwitten die chemische reacties versnellen (katalyseren)
eukaryoot bij dit organisme ligt het DNA in de celkern (cel bevat organellen)
evolutie ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan,
veranderen en verdwijnen
gen stuk DNA dat de info bevat voor 1 erfelijke eigenschap
generatio spontanea het ontstaan van levende wezens uit levenloze materie
genexpressie het tot uiting komen van een gen
genotype wat staat er in het DNA (genen), de verzameling genen van een
organisme
heterotroof andere organismen nodig voor organische stoffen (niet zelf kunnen
maken uit anorganische stoffen)
hypothese een mogelijke verklaring voor een bepaald natuurwetenschappelijk
verschijnsel; veronderstelling
inductie met inductie wordt, zowel in de huidige filosofische als in de
wetenschappelijke betekenis een manier van redeneren bedoeld, die
dient als bewijstechniek. Bij inductief redeneren komt men tot een
algemene regel, generalisatie geheten, op grond van een aantal
specifieke waarnemingen. Hierbij probeert men tot een zo algemeen
mogelijke regel te komen.
katalyseren het versnellen van chemische reacties
levenloos iets wat nooit geleefd heeft
levensgemeenschap alle populaties die in een bepaald gebied leven
levensloop elk organisme heeft een levensloop die eindigt met de dood van het
individu
literatuuronderzoek het doen van een systematische studie op basis van wetenschappelijke
literatuur en andere documenten om een wetenschappelijke
vraagstelling te beantwoorden.
model(leren) een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid
natuurlijke selectie verschijnsel dat individuen met een beter aan het milieu aangepast
genotype een grotere overlevingskans en voortplantingskans hebben
en daardoor meer in de populatie zullen voorkomen dan andere.
observatie natuurwetenschappelijke waarneming
ontwerponderzoek de onderzoeker maakt een concreet product als antwoord op de
probleemstelling
, orgaan deel van een organisme met een bepaalde bouw en functie
orgaanstelsel groep van samenwerkende organen
organel deel van een cel met eigen bouw en functie
organisme levend wezen
paleontologie natuurwetenschap op de grens van biologie en geologie
populatie groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich
onderling voortplanten
prokaryoot bij dit organisme ligt het DNA los in de cel (bij de archae en bacterien)
protisten alle organismen die niet tot de planten, de schimmels, de dieren of de
prokaryoten kunnen worden gerekend. Protisten zijn veelal eencellig.
p-waarde de kans dat er geen verschil is tussen de experimentgroep en
controlegroep
reproductie het vermeerderen van biologische eenheden
reproductieve isolatie er vindt gedurende lange tijd geen voortplanting plaats tussen
individuenvan verschillende populaties van dezelfde soort
significant significantie is een term uit de statistiek die aangeeft of aangenomen
kan worden dat een waargenomen effect wel of niet door toeval is
ontstaan. Men spreekt van een significante uitkomst als deze uitkomst
in sterke mate de veronderstelling ondersteunt dat het waargenomen
effect niet door toeval is ontstaan, maar door iets anders.
soort organismen die onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare
nakomelingen krijgen
steekproef een representatieve selectie uit een groep die men wil onderzoeken
stofwisseling alle chemische reacties in een organisme
systematiek tak van de biologie die zich bezig houdt met het indelen van
organismen volgens het ordeningssysteem
taxanomie tak van de biologie die zich bezig houdt met het ordeningssysteem
validiteit de validiteit of geldigheid van een test is de mate waarin de test meet
wat hij zou moeten meten.
weefsel groep cellen met zelfde vorm en functie
Thema 2: Cellen
actief transport transport waarvoor energie nodig is
adulte stamcellen volwassen stamcellen, bijvoorbeeld in het beenmerg die nog kunnen
uitgroeien tot diverse soorten bloedcellen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillvanderkoog. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.