Leerdoelen formeelrecht
Week 1
De bronnen, uitgangspunten, doelen en beginselen van het strafprocesrecht
toelichten
De bronnen zijn art. 6 EVRM + EU-strafrecht + verdragen + beginselen van een behoorlijke
procesorde (vertrouwensbeginsel) + Wetboek van Strafvordering + bijzondere wetten.
Doelen; stelsel van op elkaar betrokken activiteiten gericht op het ophelderen van mogelijk
begane strafbare feiten en op de bestraffing daarvan. Waarborgt de mogelijkheden voor een
behoorlijke opsporing, vervolging, berechting, veroordeling en tenuitvoerlegging van
vonnissen. Vrijwaren van onschuldige. Heerschappij van de wet art. 1 Sv.
Beginselen van het strafprocesrecht;
- Rechterlijke onafhankelijkheid; rechter is onafhankelijk door uitvoerende macht
- Rechterlijke onpartijdigheid; rechter mag geen speciale bindingen hebben met de
partij
- Berechting door beroepsrechters; Nederland kent geen jury-rechtspraak
- Vervolgingsmonopolie van het OM; alleen OM mag strafzaken aanbrengen
- Opportuniteitsbeginsel; het OM de vrijheid uit het aanbod van strafzaken een
selectie te maken van zaken die zich lenen voor vervolging
- Legaliteitsbeginsel; art. 1 Sv wettelijke basis nodig
- Onschuldpremie; art. 6 lid 2 EVRM jo. 14 lid 2 IVPBR (recht op eerlijk proces)
- Hoor en wederhoor
- Recht op rechtsbijstand, recht op vertaling en vertolking
- Inwendige openbaarheid
- Onmiddellijkheidsbeginsel
- Verbod van willekeur
- Vertrouwensbeginsel
- Gelijkheidsbeginsel
- Verbod van détournement de pouvoir; geen bevoegdheid voor ander doel gebruiken
- Redelijke en billijke belangenafweging
De betekenis van het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel en de wijze waarop dit
beginsel zijn neerslag vindt in de wet toelichten
Het legaliteitsbeginsel is terug te vinden in art. 1 Sv en 1 Sr. Het heeft een verbod van
terugwerkende kracht. Een ander belangrijk aspect is dat de wetgever zo concreet mogelijk
moet aanduiden wat hij strafbaar stelt. In elk geval dat de burger kan begrijpen welk gedrag
strafbaar is. Alleen de allerhoogste wetgever in Nederland heeft de bevoegdheid regels
inzake de strafprocedure te bepalen of te wijzigen. Het strafprocesrecht mag dan ook nooit
door lagere wetgevers (gemeente/provincie) wordt gemaakt of aangepast.
Uitleggen waarom het strafprocesrecht enerzijds een instrumenteel karakter heeft
en anderzijds een element van rechtsbescherming in zich draagt
Het strafproces heeft twee functies ene kant de instrumentele functie waarin het materiële
strafrecht daadwerkelijk wordt toegepast. Dit is in de vorm van het belang van de
gemeenschap door de politie en justitie (handhaving).
Andere kant de rechtsbescherming dit is in de vorm van belang van de verdachte (begrenzen
van overheidsmacht).
, Het belang van art. 3 Politiewet en art. 141 jo. 142 Sv voor de opsporing toelichten
en een verband leggen met art. 1 Sv
In art. 3 Politiewet staan de taken van de politie, art. 141 jo 142 Sv gaat het om het
opsporingsonderzoek. De artikelen zijn opsporingsbevoegdheden met beperkte inbreuk dit
heeft verband met art. 1 Sv, omdat een strafvordering bij de wet moet voorzien. De
grondslag voor opsporingsbevoegdheden heeft zijn grondslag in art. 3 Politiewet 2012 jo.
141 jo. 142 Sv. De opsporingsbevoegdheid worden verleend op basis van art. 3 Pol. Jo. 141
jo. 142 Sv.
Week 2
De verschillende fasen in het strafproces en de betekenis van het vooronderzoek –
het opsporingsonderzoek en het onderzoek door de rechter-commissaris – voor het
strafproces als geheel toelichten
Het onderzoek dat aan de behandeling van de terechtzitting voorafgaat is op grond van art.
132 Sv. Het omvat met name het opsporingsonderzoek art. 132a Sv, onder leiding van de OvJ
met toezichthoudende rol voor de RC. Als het voorbereidend onderzoek is afgesloten, moet
de OvJ besluiten of hij de verdachte gaat vervolgen. De laatste fase is de tenlastelegging art.
258 Sv. Dit vindt plaats tijdens de zitting, onderzoekt ter terechtzitting. De zaak wordt aan de
rechter ter berechting voorgelegd.
Betekenis voor onderzoek is art. 132 jo. 132a Sv
Uitleggen hoe een opsporingsonderzoek kan starten, daarbinnen verschillende
opsporingsmethoden herkennen en deze toetsen aan art. 1 Sv
Een strafzaak begint vaak bij de politie, die is op het spoor van een strafbaar feit of iemand
doet aangifte. Er wordt een opsporingsonderzoek gestart, onder leiding van de OvJ. De
politie gaat op zoek naar de verdachte en verzamelt bewijs, door bijvoorbeeld getuige te
verhoren. Alle bevindingen worden genoteerd door de politie in een proces-verbaal, dit gaat
naar de OvJ. De OvJ vertegenwoordigt het OM. De OvJ beoordeelt of alle feiten duidelijk zijn
en hoe sterk het bewijs is, daarna neemt hij de beslissing om de verdachte voor de rechter te
laten verschijnen.
Soorten opsporingsmethoden;
- Observatie; stelselmatig vervolgen van een persoon of stelselmatig waarnemen van
diens aanwezigheid of gedrag (verborgen camera)
- Infiltratie; deelnemen of medewerking verlenen aan een groep van personen
waarbinnen naar redelijk kan worden vermoed misdrijven worden gepleegd
- Stelselmatig inwinnen van informatie; informatie inwinnen over een verdachte
zonder dat kenbaar is dat door een opsporingsambtenaar wordt gedaan
- Bevoegdheden in een besloten plaats (inkijken); een besloten plaats, niet zijnde een
woning, betreden dan wel een technisch hulpmiddel aanwenden
- Opnemen vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel
- Onderzoek van telecommunicatie
Op grond van art. 1 Sv dient een strafvordering plaats te vinden in de wet. Onder
strafvordering wordt de opsporing gerekend art. 132a Sv.
, Onderscheid maken in verdenkingscriteria voor de ‘klassieke criminaliteit’ en voor
de georganiseerde criminaliteit waar het de bijzondere opsporingsbevoegdheden
betreft
Bij klassieke criminaliteit gaat het om reactief rechercheren, er is een redelijk vermoeden
van een strafbaar feit. Bij georganiseerde criminaliteit gaat het om proactief rechercheren,
het voorkomen van een terroristisch misdrijf. Hiervoor zijn er bijzondere
opsporingsbevoegdheden, BOB, art. 126g e.v. Het kan gaan om een telefoontap, opvragen
telefoongegevens, vorderen gegevens, stelselmatige observatie, zie week 3 aantekeningen.
De rol, de positie en de raken en bevoegdheden van de rechter-commissaris in het
vooronderzoek toelichten ook met betrekking tot de regeling voor bedreigde
getuigen
Het voorbereidend onderzoek is terug te vinden in art. 132 Sv. Op grond van art. 132a Sv
wordt onder opsporing verstaan; het onderzoeken in verband met strafbare feiten onder
gezag van de OvJ, het doel is het nemen van strafvorderlijke beslissingen. Het onderzoek
gebeurt onder het gezag van OvJ, hij neemt de beslissingen over wel of niet vervolgen, het
opportuniteitsbeginsel. De OvJ kan vorderen dat het onderzoek wordt gedaan door de
rechter-commissaris art. 181 Sv. De rechter-commissaris kan de verdachte en de OvJ
oproepen tot verschijnen teneinde de stand van zaken te bespreken art. 185 Sv.
De rechter-commissaris treedt op voorafgaand aan de daadwerkelijke zitting en is de rechter
in het vooronderzoek art. 59a, 63, 126l, 126m Sv.
Taken RC;
- Incidentele betrokkenheid opsporingsonderzoek: waarborg/toezicht art. 170 lid 2 Sv
- Onderzoek door de RC voorbeeld het horen van getuigen
Op vordering officier van justitie art. 181 lid 1 Sv
Op verzoek van verdachte art. 182 lid 1 Sv
Ambtshalve art. 182 lid 7 Sv
- Waken over voortgang opsporingsonderzoek art. 180 lid 1 Sv (redelijk termijn) art.
185 lid 1 stand van zaken bespreken en regiebijeenkomst.
De rechten van een verdachte, met name rondom diens verhoor, toelichten en
toepassen aan de hand van een casus
De rechten van de verdachte zijn:
- Zwijgrecht art. 29 lid 2 Sv
- Pressieverbod (vrijheidsverklaring) art. 29 lid 1 Sv
- Recht op bijstand van een advocaat art. 27c lid 1 Sv
- Recht op informatie art. 27ca lid 1 Sv
- Recht op inzage in de processtukken art. 30 lid 1 Sv
- Recht om gehoord te worden art. 35 lid 2 Sv
- Algemene rechten/beginselen (onschuldpremie en niet meewerken aan eigen
verhoor)
Rol, positie, taken en bevoegdheden van de raadsman toelichten
De rol is om juridisch advies te geven aan de verdachte. Het is de plicht van de raadsman om
de overheid te wijzen op mogelijke fouten die in het strafprocesrechtelijk onderzoek zijn
gemaakt. Met de juiste verdediging kan de veroordeling van onschuldige personen worden
voorkomen. Het zijn de rechten van de verdachte waar de raadsman zich op dient te
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aprilgoejer66. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.