deze samenvatting bevat alle benodigde paragraven van dit hoofdstuk, inclusief plaatjes! een moeilijk onderwerp, maar met deze samenvatting een eitje ;)
Biologie H12 erfelijkheid en evolutie
§12.1 eigenschappen doorgeven
Voorkennis
De mens heeft 46 chromosomen. Deze vormen allemaal een paartje, wat dus betekent dat mensen 23
chromosomenparen hebben. Een chromosomenpaar bestaat uit twee chromosomen. Ze zijn meestal niet
precies hetzelfde, maar zijn wel even groot en bevatten informatie voor dezelfde eigenschappen. Het ene
chromosoom in een paar heb je ontvangen van je vader, het andere van je moeder.
Een gen is een stukje erfelijk DNA waarmee erfelijke eigenschappen in worden doorgeven. Een allel is een
bepaalde variant van een gen. Voorbeeld: gen = haarkleur allel = bruin. Je kunt dit op fenotype beschrijven en
op genotype.
Hoe komt Dennis aan zijn blauwe ogen?
In de lichaamscellen van beide ouders zitten 2 chromosomen (een chromosomenpaar) met allelen voor
oogkleur. Moeder geeft 1 chromosoom via haar eicel en de vader 1 via zijn zaadcel. De bevruchte eicel bevat
weer 2 chromosomen met allelen voor oogkleur. Het genotype voor een eigenschap bestaat steeds uit 2
allelen.
Als de 2 allelen gelijk aan elkaar zijn, heet dat homozygoot. Als de 2 allelen verschillend zijn, noem je dat
heterozygoot. Als ouders allebei 2 allelen hebben voor blauwe ogen hebben, kunnen hun kinderen alleen
maar blauwe ogen krijgen.
Je hebt dominante en recessieve allelen. Zo is de bruine oogkleur allel dominant en blauwe oogkleur allel
recessief. Dat betekent dat als je 1 allel van bruin en 1 van blauw hebt, je dus bruine ogen krijgt. Dit is omdat
bruin overheerst. Blauw is de onderdrukte allel.
Hoe noteer je genotypen?
Genotype: hoe een bepaalde eigenschap in je DNA staat. (AA, Aa, aa)
Fenotype: wat je in het uiterlijk ziet. (bruin, blond)
Om genotype kort en overzichtelijk op te schrijven gebruik je letters:
- Dominante allelen met hoofdletters.
- Recessieve allelen met kleine letters; een letter waarbij de hoofdletter niet lijkt op de kleine letter.
Voor elke eigenschap heb je 2 allelen, op elk chromosoom ligt er 1. Een code van een genotype bestaat dus
ook uit 2 letters. BB betekent homozygoot dominant. Bb bekent heterozygoot. bb betekent homozygoot
recessief. Een dominante eigenschap krijg je als je 1 of 2 dominante allelen hebt > AA of Aa. Een recessieve
eigenschap krijg je alleen als je 2 recessieve allelen hebt > aa.
Hoe zien de nakomelingen eruit?
Een kruisingstabel is nodig als 1 ouder heterozygoot is of beide ouders heterozygoot zijn. Het is niet nodig als
beide ouders homozygoot zijn, want dan overwint altijd de dominante eigenschap of als er alleen recessieve
allelen zijn dan krijgen de kinderen allemaal die. Als je de kans op bepaalde eigenschappen wil combineren
die je dat zo: De kans op een broertje is 50% (XX, XY)= ½ , De kans op
blauwe ogen = 25% = ¼ , De kans op
een broertje met blauwe ogen = ½ x ¼ = 1/8 = 12,5%
Hoe ontstaan 3 of meer fenotypen?
Als beide allelen ‘even sterk’ zijn, ontstaat een intermediair fenotype (tussenvorm). Om te laten zien dat er
1
, Biologie H12 erfelijkheid en evolutie
te maken is met een intermediair fenotype, worden de genotypen anders genoteerd. Voorbeeld kippen. Zwart
en wit zijn allebei even sterk. Komen in een chromosomen paar beide allelen voor dan ontstaat er grijs:
2 allelen zwart: KzKz
2 allelen wit: KwKw
1 allel wit & 1 allel zwart: KzKw
Bij bloedgroepen van de mens is er 1 gen waarvan 3 verschillende allelen bestaan. 2 dominante allelen: I A
voor antigeen A en IB voor antigeen B. daarnaast is er een recessief allel i, dat niet voor een antigeen codeert.
Er bestaan dus 6 genotypen.
Bloedgroep AB, 1 allel antigeen A en 1 allel antigeen B > I AIB. omdat de beide allel tot uiting komen,
noem je IA en IB co-dominant.
Bloedgroep 0 als je genotype uit 2 recessieve allelen bestaat > ii.
Bloedgroep A heb je of 2 allelen voor antigeen A of 1 allel voor antigeen A en een recessief allel >
IAIA of IAi. het zelfde is met B.
§12.2 het zit in de familie
Hoe krijg je een erfelijke aandoening?
Erfelijke aandoeningen worden veroorzaakt
door fouten in de genen. Als een aandoening bepaald wordt door 1 gen, heet dat monogeen. Je kunt ze op 2
verschillende manieren krijgen van je ouders:
1. Recessieve overerving: Beide ouders zijn heterozygoot voor het ziekmakende allel (Aa). ze hebben het
allel wel, maar zijn zelf niet ziek. Dat komt doordat het ziekmakende allel recessief is. De ouders zijn dus
drager van het allel. Je kunt alleen drager zijn als je 1 recessieve allel hebt. Je wordt bij dit soort
aandoeningen alleen ziek als je homozygoot bent voor het recessieve allel (aa) dan wordt je ziek. PKU;
fenylketonurie, is een voorbeeld
van een recessieve ziekte
(verstandelijke achterstand).
Dominante overerving: als de vader
heterozygoot is dan is hij ziek,
doordat hij het ziekmakende
dominante allel bezit. De kans om
dit allel over te dragen aan een
kind is 50% daardoor is de
aandoening bij meerdere generaties in een familie aanwezig. Waarom zijn er
weinig kleurenblinde meisjes? Sommige
aandoeningen komen vooral bij mannen voor. Dit heet geslachtsgebonden en erven over via het X-
chromosoom.
Geslachtsgebonden recessieve overerving: kleurenblindheid is zo’n aandoening die op het X-chromosoom ligt
en recessief is. Jongens hebben 1 X-chromosoom en die krijgen ze van hun moeder. Als hun moeder hun een
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisarichter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.