100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete/uitgebreide samenvatting, een wereld vol geloof, hoofdstuk 2 t/m 6. $6.09   Add to cart

Summary

Complete/uitgebreide samenvatting, een wereld vol geloof, hoofdstuk 2 t/m 6.

 89 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat een samenvatting van de hoofdstukken 2, 3, 4, 5 en 6. Deze zijn samengevat uit het boek: Een wereld vol geloof van Erik Idema (4e druk, 2021). Ideaal voor het behalen van een goed cijfer voor de toets kennisbasis geestelijke stromingen (godsdienst), die plaatsvindt in het 1e jaar...

[Show more]
Last document update: 1 year ago

Preview 4 out of 27  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2 t/m 6, over: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam.
  • January 29, 2023
  • January 29, 2023
  • 27
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting een wereld vol geloof, hoofdstuk 2 t/m 6

2. Hindoeïsme
2.1 Wat bedoelen we met hindoeïsme?
In Nederland wonen er ongeveer 100 000 hindoes (0,6% van de bevolking). Steeds meer Nederlanders
voelen zich ook aangetrokken tot hindoeïstische tradities (yoga of het geloof in reïncarnatie). Wereldwijd zijn
er 850 miljoen hindoes. De meeste wonen in India. In Pakistan liggen dan ook de oudste wortels van het
geloof. Het woord hindoeïsme verwijst naar de rivier de Indus, in het huidige Pakistan. De mensen die in de
buurt van deze rivier woonden werden op een zeker moment Hindoes genoemd.

De Indus-cultuur
Zo’n 4500 jaar geleden woonden er aan de oevers van de rivier de Indus veel mensen. Toen waren er nog
geen waterleidingen, waardoor rivieren erg belangrijk waren. Uit de rivier haalde mensen eten, waste ze zich
en deden ze hun behoeften.

Rond het jaar 2500 voor onze jaartelling bloeide in de buurt van de rivier een rijke cultuur, de Indus-cultuur.
Deze Indus-cultuur moet een vrij hoogstaande beschaving zijn geweest. Ze bouwden ook steden waaronder
Harappa en Mohenjodaro.

Uit archeologische opgravingen blijkt ook dat de Indus-cultuur een aantal dieren had, dat als heilig werd
beschouwd. Uit waterbassins bij de ingangen van tempels blijkt ook dat de mensen rituele reinigingen
uitvoerden. Er zijn ook afbeeldingen van goden bekend, die een lichaamshouding hebben die sterk lijkt op
een yogahouding.

Door deze gegevens zijn wetenschappers tot de conclusie gekomen, dat de Indus-cultuur een godsdienst
had, die belangrijke overeenkomsten heeft met wat we tegenwoordig het hindoeïsme noemen. Ze gaan er
dus vanuit dat het hindoeïsme wortels heeft in de tijd van de Indus-cultuur.

Geschreven teksten: de veda’s
In alle godsdiensten is de behoeften ooit ontstaan om dingen op te schrijven, zodat je het kan doorgeven
aan het nageslacht. Ook bieden geschreven teksten een geloofsbasis waar mensen steeds meer naar terug
kunnen grijpen.

De oudste hindoeïstische geschriften, de veda’s, stammen uit een periode waar de Indus-cultuur voorbij
was. Dit was de periode van 1200 tot 500 voor onze jaartelling (de Vedische tijd). Hindoes zien dit als een
belangrijke tijd, waarin boeken werden geschreven en rituele werden ontwikkeld die nog steeds worden
toegepast. In deze periode werd ook de betekenis van rituele steeds groter. Er kwam een besef dat de mens
rituele in zijn lever nodig heeft. In de vedische tijd gingen mensen er bijvoorbeeld steeds sterker vanuit dat
het zonneritueel nodig was om de zon op te laten komen.

Het woord Veda betekend wijsheid. Volgens veel hindoes zijn de veda’s geschreven door schrijvers met
bijzondere gaven. Ze waren half goddelijke mensen. De veda’s zijn geschreven in een taal die we het
Vedisch noemen. Uit deze taal is later het Sanskriet ontstaan.

Er is wel een verschil tussen de vedische tijd en nu. De goden die in de vedische tijd heel belangrijk waren
zijn nu minder belangrijk. En Shiva en Vishnu, zijn tegenwoordig erg belangrijk, terwijl zij in de vedische tijd
minder belangrijk waren. Godsdiensten veranderen dus ook.

Andere heilige geschriften
De tijd na de vedische tijd noemen we ‘de tijd van het oudere hindoeïsme’ (500 voor het begin van onze
jaartelling tot 800 erna). Deze tijd wordt zo genoemd, omdat je vanaf 500 eigenlijk pas kunt spreken van het
hindoeïsme. Wel gek, want de vedische tijd is veel ouder.

In de tijd van de Indus-cultuur en de vedische tijd waren er meer verschillen met het hindoeïsme van nu dan
in de tijd van het oudere hindoeïsme. In de tijd van het oudere hindoeïsme zijn er veel teksten ontstaan,
waarin de ideeën over goden en mensen verder werden uitgewerkt.

Een belangrijke tekst uit deze tijd is het ‘Mahabharata’, geschreven tussen 200 voor Christus en 200 na
Christus. De Bhagavadgita, een deel van het Mahabharata is nog steeds populair. In dit boek staat een
gesprek beschreven tussen Arjuna en zijn wagenmenner Krishna. Krishna blijkt uiteindelijk een gedaante

1

,van de god Vishnu te zijn. De Bhagavadgita wordt door veel hindoes geschouwd tot hun belangrijkste heilige
boek.

Wanneer is het hindoeïsme ontstaan?
Het is lastig te bepalen wanneer het hindoeïsme is ontstaan. Dit vanwege de verschillende tijden waarin
steeds aspecten van het hindoeïsme is ontstaan. Je kunt met zekerheid zeggen dat het hindoeïsme vanaf
500 voor het begin van onze jaartelling bestaat. De vraag wanneer het precies is ontstaan kan niemand met
zekerheid beantwoorden.

Hindoeïsme: een verzamelnaam
In elke godsdienst zijn gelovige het over bepaalde dingen met elkaar eens en niet eens. Bij het hindoeïsme
is dit nog veel sterker dan andere geloven. Dit komt waarschijnlijk door het ontstaan van het hindoeïsme. De
meeste hindoes vinden deze verschillen niet erg. Godsdienst is volgens hen een persoonlijke zaak en de
nadruk wordt gelegd op wat je doet niet wat je gelooft.

Het hindoeïsme kent ook geen instantie die vaststelt wat de ware leer is en zorgt dat iedereen zich hieraan
houdt. Er zijn wel een paar dingen waar de meeste hindoes het met elkaar over eens zijn. Deze kun je in een
ander hoofdstuk lezen.

Hindoes in onze tijd (het Kastenstelsel
Na de tijd van het oudere hindoeïsme bleef de godsdienst veranderen. Een bekend voorbeeld van zo een
verandering is het leven en werk van Mahatma Gandhi. Gandhi leefde van 1869 tot 1948. In zijn tijd speelde
het kastenstelsel (systeem waarin de samenleving in verschillende lagen is verdeeld) een belangrijke rol.
Vanaf je geboorte ligt vast of je in een hoge of lage kaste thuishoort. Dit stelsel was al jarenlang door
iedereen in de hindoewereld geaccepteerd. Gandhi kwam in opstand. Hij vond het niet goed als mensen niet
als elkaars gelijken werden gezien. In de ogen van god was volgens hem iedereen gelijk. Onder meer onder
invloed van Gandhi is het kastenstelsel in India tegenwoordig officieel afgeschaft.

Tegelijkertijd is het zo dat het kastenstelsel in het denken van veel hindoes nog steeds een belangrijke rol
speelt. De 100 000 hindoes die nu in Nederland wonen, zijn globaal gezien in 3 groepen te verdelen.
- 1ste groep: de mensen die direct uit India en Pakistan komen en de godsdienstige tradities uit hun
moederland hebben meegenomen. Dit is niet het grootste deel van de hindoes. Maar de Tamils uit
Sri Lanka zijn hier een voorbeeld van.
- 2de groep: de meeste hindoes in Nederlands zijn afkomstig uit Suriname. Nadat deze in 1975
afhankelijk werd kwamen veel van hen naar Nederland
- 3de groep: deze bestaat uit autochtone Nederlanders die zich aangetrokken voelen tot het
hindoeïsme. De leiders van deze groep zijn vaak wel afkomstig uit India. De Hare Krishna-beweging
is een voorbeeld van zo een groep.

Hindoes in Nederland behoren voor het grootste deel tot twee stromingen binnen het hindoeïsme: de Arya
Samay en de Sanatan Dharm.

2.2 Wat geloven hindoes?
Leer en praktijk
Binnen het hindoeïsme zijn er grote verschillen in wat mensen precies geloven. De ene hindoe gelooft dat de
hoogste god een persoon is. God heeft dan een menselijke gedaante dat kan praten, denken en dingen
doen. Andere hindoes geloven dat god geen persoon is. Zij geloven in een goddelijk principe dat de
oorsprong en het doel van al het leven is. Dat principe wordt ‘Braham’ genoemd.

Dat er grote verschillen zin in wat hindoes geloven en denken en dat het hierdoor niet botst, heeft te maken
met het feit dat het hindoeïsme in de eerste plaats gericht is op de praktijk en niet op de leer. Het
hindoeïsme leert mensen hoe ze in het leven kunnen staan.

Er zijn toch een aantal opvattingen te noemen die door alle hindoes geaccepteerd worden. Er zijn een paar
kernwaarden die als het ware de basis vormen van de hele godsdienst.

Hogere werkelijkheid
In het hindoeïsme is algemeen geaccepteerd dat er een hogere werkelijkheid bestaat. Er is meer dan alleen
de wereld die wij om ons heen zien. Een ander woord voor zo een bovennatuurlijke wereld is: transcendente
werkelijkheid.

Er zijn hindoes die geloven dat de transcendente werkelijkheid persoonlijk is. Er is dan een persoonlijke
oppergod die alles bestuurd.

2

,Andere hindoes geloven in een onpersoonlijke transcendente werkelijkheid. Zij zien het hogere als een soort
energie, een goddelijk principe. Spreken, denken en daden verrichten beschouwen zij als dingen die op de
aarde thuishoren. In een hogere werkelijkheid bestaan dat soort dingen niet meer.

Meerdere goden
Hindoes geloven in het bestaan van meerdere goden. Het hindoeïsme wordt dan ook een polytheïstische
godsdienst genoemd. Dat betekent dat er meer dan één god is.

Het hindoeïsme kent duizenden goden. Er zijn goden die wereldwijd worden vereerd en goden die voor een
bepaalde plaats of familie belangrijk zijn. Hoewel het hindoeïsme veel verschillende goden kent, zijn hindoes
niet polytheïstisch. Dit heeft twee oorzaken:
1. Veel hindoes gaan ervan uit dat alle goden terug zijn te voeren op één goddelijk principe, de
Brahman.
2. Veel hindoes voelen zich met één god meer verbonden. Die ene god zien zij als een van de vele
uitdrukkingsvormen van het ene goddelijke principe, de Brahman.

Atman en Brahman
Veel hindoes geloven in een goddelijk principe, dat Brahman genoemd wordt. Vaak wordt gedacht dat de
wereld ontstaan is vanuit het Brahman. Ook mensen zijn volgens deze opvatting ontstaan vanuit dit
goddelijke.

Hindoes geloven dat in ieder mens een diepe kern bewaard is gebleven die rechtstreeks voortkomt uit het
goddelijke (Brahman). Deze kern wordt Atman genoemd. Een bekende stelling is dat de diepste kern van het
mens-zijn (Atman) gelijk is aan de hogere werkelijkheid (Brahman). Het uiteindelijke doel van het leven is dat
je ervoor zorgt dat het Atman weer teruggaat naar het Brahman, dat je uiteindelijk weer één wordt met het
goddelijke principe. Als dat gebeurt heb je de verlossing bereikt. Voordat dit zover is moet er wel veel
gebeuren.

Karma en reïncarnatie
Een belangrijke gedachten binnen het hindoeïsme is de reïncarnatie. Reïncarnatie betekent letterlijk:
wedergeboorte, opnieuw geboren worden. Hindoes geloven dat een mens na de dood weer terug op aarde
komt.

Dit terug komen kan zijn in een beter leven of een lagere positie. Je kunt zelfs terugkomen als een dier of
steen. In wat voor leven je na de dood terecht komt, hangt af van de manier waarop je geleefd hebt.

Alle daden die een mens in het leven verricht vatten hindoes samen met de term karma. Karma is het geheel
wat je in je leven gezegd, gedaan en gedacht hebt. Heb je een goed karma dan kom je in een hogere positie
terug bij een slecht karma in een lagere positie.

Je kunt je niet herinneren wie je in een vorig leven bent geweest. Alleen je Atman, de diepste kern van een
mens, wordt opnieuw geboren.

De verlossing
Of iemand zijn karma goed of slecht is hangt af of diegene zich heeft gehouden aan zijn religieuze plichten.
Die plichten worden dharma genoemd. Deze religieuze plichten hangen samen met de kaste (denk aan het
kastenstelsel) waarin ze leven en de positie die ze bekleden in de samenleving. Als je je dus houdt aan je
dharma, creëer je goed karma en kom je in een betere positie terug.

Dit is toch niet het hoogste doel van een hindoe. Het hoogste doel binnen het hindoeïsme is de verlossing,
de moksha. Die verlossing betekend dat de diepste kern (Atman) van de mens niet opnieuw geboren hoeft te
worden. In plaats daarvan wordt het Atman weer verenigd met het Brahman.

Om de verlossing (moksha) te bereiken is het de bedoeling dat je helemaal geen karma meer opbouwt. Je
komt dat niet meer terug in een volgend leven. Een manier om geen karma op te bouwen is bijvoorbeeld
karma-yoga: dat betekend dat je alles doet wat je moet doen, maar het belangeloos doet, zonder interesse in
de gevolgen ervan.

2.3 Structuur van de samenleving

Het kastenstelsel
Het kastenstelsel speelt een belangrijke rol in het hindoeïsme. Het is namelijk onmisbaar in het denken over
reïncarnatie en verlossing.

3

, In het kastenstelsel hoort iedereen bij een bepaalde groep mensen, een kaste. Bij een kaste hoort een
specifiek beroep. Ze zijn ook hiërarchisch geordend. Dat wil zeggen dat er hogere kasten zijn en lagere
kasten. Elke kaste heeft zijn eigen rechten en plichten. Een hogere kaste heeft over het algemeen ook meer
aanzien.

Deze kasten hebben vooral een religieuze betekenis. De kern van dit hele systeem wordt gevormd door het
begrip reinheid. Hierbij moet je denken aan reinheid in de zin van schoon zijn, maar ook aan rituele reinheid.

Rituele reinheid is belangrijk op weg naar de verlossing. Hindoes reinigen zich uitgebreid voordat ze thuis of
in een tempel een ritueel voltrekken. Na de reiniging is iemand rein.

Er is ook een reinheid die afhangt van je kasten. Elke kasten heeft namelijk een eigen mate van reinheid.
Hoe hoger hoe reiner je bent. De reinheid die hoort bij jou kasten gaan bij een hindoe hun leven lang mee.
Eenmaal geboren in een bepaalde kasten dan ben je je hele leven gebonden aan die positie. Hou je je aan
de religieuze plichten (dharma), dan kom je in jouw volgend leven in een hogere kasten.

Het maatschappelijke systeem in India is grotendeels gebaseerd op het kastenstelsel. Zo zijn er veel
beroepen die niet iedereen mag uitvoeren. Voor hindoeïstische begrippen doet een slager bijvoorbeeld
onrein werk. Mensen uit een hogere klassen kunnen dan ook geen slager zijn.

Onreinheid die je krijgt als je komt uit een lagere kasten kun je ook overdragen. Iemand uit een hogere kaste
zal daarom nooit iemand uit een lagere kasten aanraken of eten van hem aannemen. Een hindoe die in
aanraking komt met een onrein iemand wordt zelf ook onrein. Er moeten dan allerlei rituele plaatsvinden
voordat hij of zij weer rein is.

Vier standen
Het hindoeïsme kent duizenden verschillende kasten. Deze kasten zijn te verdelen in vier verschillende
groepen de zogenaamde standen.

De verschillende standen:
De eerste stand (belangrijkste) is de stand van de priesters, de Brahmanen. Brahmanen hebben hoge mate
van reinheid en staan vaak in hoog aanzien. Ze mogen door hun reinheid ook veel dingen niet door de kans
op verontreiniging. Juist voor de priesters is de reinheid zo belangrijk, omdat ze veel rituele handelingen
moeten verrichten.

De tweede stand is de stand van de adel of de krijgers. De derde stand is de stand van de kooplieden.

De bovenste drie standen worden ook wel de dvija’s genoemd: tweemaal geborenen. Voor deze standen
geldt dat ze een behoorlijk hoge mate van reinheid hebben.

De onderste stand (4de stand) bestaat uit menden die een veel minder sterke mate van reinheid hebben. Zij
doen vaak werk dat voor mensen uit de hogere standen te verontreinigend is. Vooral werk dat met de dood,
met vlees en met vuil te maken heeft valt hieronder.

Alle kasten zijn in een van deze vier standen in te delen. Iedere hindoe heeft dus vanaf geboorte een sociale
en godsdienstige status.

Kastelozen:
Kastelozen (de ‘outcasts’) zijn mensen die niet tot een bepaalde kaste behoren. In verband met hun
onreinheid worden zij ook wel ‘onaanraakbaren’ of ‘paria’s’ genoemd. Zij staan helemaal onderaan de
maatschappelijke ladder. Mahatma Gandhi heeft zich sterk ingezet voor deze mensen die hij de kinderen
van god noemde.

Kritiek
In de loop van de geschiedenis is er veel kritiek geweest op het kastenstelsel. Vooral op de ongelijkheid
ervan. Voor veel mensen is het onacceptabel dat niet iedereen als gelijke geboren wordt. Er zijn binnen het
hindoeïsme dan ook verschillende stromingen die het kastenstelsel afkeuren. Mahatma Gandi keurde het
systeem ook af, omdat het voor te veel ongelijkheid zorgde. Officieel is het dan ook afgeschaft.

Het kastenstelsel wordt op verschrikkelijke manieren misbruik door mensen die het systeem zo naar hun
hand willen zetten dat ze er zelf beter van worden.

Bedenk wel dat het systeem eeuwenlang een manier was om de hindoeïstische samenleving in te delen.
Ook zegt het niets over hoe volwaardig een mens is.
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkelutter01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.09. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.09  7x  sold
  • (0)
  Add to cart