100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting geschiedenis Historische context 3 China Feniks vwo $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting geschiedenis Historische context 3 China Feniks vwo

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Level

In deze overzichtelijke samenvatting zijn alle drie de paragrafen van Historische context 3 China in één samenvatting samengevat. Daarnaast zijn aantekeningen vanuit de lessen erin verwerkt en zijn ook de belangrijkste begrippen dikgedrukt.

Preview 2 out of 8  pages

  • February 8, 2023
  • 8
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Historische context China
Paragraaf 1: China en het modern imperialisme
Vanaf 17e eeuw werd China geregeerd door keizers van de Qing-dynastie. Het keizerlijke gezag van
China was gebaseerd op het confucianisme  de keizer is door de Hemel is aangewezen en een
groep ambtenaren, mandarijnen, ondersteunde hem bij deze taak. Mandarijn worden was een
ingewikkelde opgave  daardoor werden zij een bevoorrechte klasse met veel aanzien.
90% van de bevolking waren boeren. Zij moesten belasting betalen, produceerden voedsel en
dienden het leger.
Volgens het confucianisme werd verwacht dat iedereen een vaste plek in de maatschappij innam en
deze respecteerde. Als iedereen dit deed  harmonieuze samenleving.
19e eeuw: machtspositie van de Qing-dynastie verzwakte en keizers kregen te maken met
economisch en politieke problemen. Door sterke bevolkingsgroei  hongersnoden. Er heerste
corruptie aan het hof en mandarijnen maakten zich schuldig aan afpersing en diefstal. Naast de
interne onrust ook externe bedreiging voor de keizerlijke macht: het modern imperialisme.

In de 19e eeuw kwam onder invloed van de industrialisatie en het nationalisme het modern
imperialisme op. Westerse mogendheden probeerden in China in hun positie te versterken d.m.v.
grondstoffen uit het land te halen en status. Dit was echter erg moeilijk, want China toonde
nauwelijks interesse in de westerse handelswaar  superioriteitsgevoel = sinocentrisme: de
Chinezen zagen de westerlingen als barbaren.
Rond 1820 vonden Britten toch een product waarmee ze de Chinese markt konden betreden: opium
 Chinezen raakten eraan verslaafd. Er kwam een opiumverbod alleen dat had weinig effect, want
via Kanton bleven er enorme hoeveelheden binnenkomen. Deze handel was zeer winstgevend voor
Groot-Brittannië, want Chinezen betaalden de drugs met zilver.
1839: keizer grijpt in en vernietigd 20.000 kisten opium  Britten sturen vervolgens oorlogsschepen
naar de Chinese kust. De Eerste Opiumoorlog was een feit.

1842 einde Opiumoorlog met verlies voor China  Verdrag Nanking opgesteld. Chinezen moesten
flinke schadevergoeding terugbetalen, 5 Chinese havens moesten volledig worden opengesteld voor
de Britten en Hongkong werd een Britse kroonkolonie = eerste Ongelijke Verdragen. Ook andere
landen wilden invloed vergroten in China. Zo zag Rusland Mantsjoerije als onderdeel van haar
invloedssfeer.
China verloor steeds meer zeggenschap over haar eigen grondgebied in oosten en zuiden. Voor
buitenlanders werd in de verdragen extraterritorialiteit geregeld. Doordat Chinese steden
overgenomen werden door buitenlanders verloren Chinese handelaren en ambachtslieden
inkomsten  onvrede  1856 Tweede Opiumoorlog nadat China zich probeerde te verzetten tegen
nieuwe Britse economische eisen  China weer verslagen  buitenlandse handelaren,
missionarissen en zendelingen kregen in heel China bewegingsvrijheid.
Ín 1894 kwam China ook met Japan in oorlog, nadat Japan Korea wilden overnemen. China
beschouwde dit als haar invloedssfeer  Chinezen verloren en moesten schadevergoeding, invloed
in Korea en de mogelijkheid om Japanse industrie op Chinees grondgebied te vestigen.

Tussen 1851 en 1868 werd de Chinese overheid geconfronteerd met 2 grote volksopstanden, want
keizer verloor steeds meer macht door de Ongelijke Verdragen. In het zuiden was de Taipingopstand
onder leiding van Hong die een revolutie wilde starten tegen de keizer. In het noorden door
overstroming van de Gele Rivier zorgde voor veel problemen, maar de overheid deed niks. Tijdens de
Nianopstand werden gewapende acties uitgevoerd tegen grootgrondbezitters en ambtenaren. De
ontevredenheid onder de bevolking en opmars van de imperialistische mogendheden deed sommige
Chinezen beseffen dat moderniseringen noodzakelijk waren. In 1861, tijdens de grote

, volksopstanden, startte in China de Zelfversterkingsbeweging  belangrijke stappen zetten op het
gebied van militaire en technische modernisering.

Het keizerrijk besloot enkele aspecten van het bestuur te moderniseren en ook zou het rijk
democratischer bestuurd moeten worden. Conservatieven waren echter tegen alle hervormingen.
Cixi, de keizerin-weduwe, steunde hen. Zij had veel macht, want regeerde regelmatig als regentes
over China. 1898: Cixi neemt macht over van de keizer en draaide alle hervormingen terug.
Zo was er ook de Boksersopstand eind jaren 90 van de 19 e eeuw  ontstaan in Noord-China van een
geheimzinnige rebellenbeweging. Aanhangers noemden zichzelf het Genootschap der Vuisten van de
Gerechtvaardigde Eensgezindheid, ofwel de boksers (vanwege manier vechten). Zij waren tegen het
westerse imperialisme en volgens hen waren buitenlanders schuldig aan het economische en sociale
verval van de Chinese staat. Zij werden dus gesteund door keizerin Cixi  aandacht af te leiden van
het falende keizerlijke bewind.
1900: Boksers vallen ambassadewijk van Beijing aan  Duitse belangrijke gezant vermoord en
internationale troepenmacht greep in en versloeg de Boksers. China kreeg weer een Ongelijk Verdrag
toegediend, waarin ze herstelbetaling kreeg toegekend, westerse mogendheden kregen
toestemming permanent troepen in China te vestigen en leiders van de Bokserrebellen werden
gestraft.

Macht Qing-dynastie verder verzwakt nadat Cixi de rebellen steunde. Er kwamen nieuwe
hervormingen. Mandarijnen werden afgeschaft en er kwam steeds meer mogelijkheid tot inspraak in
het bestuur. Ondanks nieuwe hervormingen functioneerde het keizerrijk nauwelijks.
Cixi overleed in 1910  Keizer Puy (3 jaar) neemt het over en er verspreiden nieuwe rationele
ideeën  eind 19e eeuw nieuwe nationalistische beweging onder leiding van Sun Yat-sen. Hij had in
buitenland gestudeerd en had kennis over politieke opvattingen over democratie.
1895: leid een opstand tegen het Chinese keizerlijke gezag, maar was mislukt  werd verbannen.
1911: uitbreken in het zuiden van een muiterij in het leger  onrust over heel China en generaal
Yuan Shikai nam de leiding van de ze revolutie op zich. Qing-dynastie kwam ten val.
Shikai werd enkele maanden later president van de Republiek China  Sun Yat-sen kon nu ook weer
terugkeren.

Paragraaf 2: Nationalisten en communisten strijden om de macht
Republiek China
1895: Opstand tegen het keizerlijke gezag onder leiding van nationalist Sun Yat-sen  opstand
mislukt, Sun Yat-sen vlucht naar de V.S.
1911: Revolutie onder leiding van generaal Yuan Shikai.
1912: Uitroepen Republiek China, Sun Yat-sen wordt de eerste president, maar wordt afgezet door
generaal Yuan Shikai. Niet veel later gaat Yuan Shikai dood en neemt Sun Yat-sen het vervolgens
weer over.
 Het land viel uiteen en werd geregeerd door plaatselijke militaire machtshebbers (warlords).
Na het uitroepen van de Republiek behaalden de nationalisten onder leiding van Sun Yat-sen de
meeste stemmen. Sun-Yat sen had een politiek programma opgesteld met De Drie Volksbeginselen
1) Nationalisme moest leiden tot het terugdringen van buitenlandse invloeden.
2) Democratisering: burgers moesten via verkiezingen invloed krijgen in de politiek.
3) Socialistisch: welvaartsgroei voor de totale bevolking door industrialisering.
Eigenlijk had generaal Yuan Shikai na de verkiezingen nog steeds de macht, tot 1916: Shikai overlijdt
 Sun Yat-sen benoemd tot leider van China. Richt een politieke partij op: Kwomintang (KMT). Dit is
een nationalistische partij, maar het land viel steeds verder uiteen en leidt tot warlords.

1914: De Eerste Wereldoorlog

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller viggojansen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
  Add to cart