100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting economie economisch beleid LWEO vwo $3.76   Add to cart

Summary

Samenvatting economie economisch beleid LWEO vwo

1 review
 106 views  12 purchases
  • Course
  • Level

Een complete samenvatting van het boekje economisch beleid van de methode LWEO voor vwo'ers in de bovenbouw. Heb je zelf geen tijd of geen zin om een samenvatting te maken, gebruik deze uitgebreide samenvatting en haal een goede voldoende !

Preview 2 out of 9  pages

  • February 13, 2023
  • 9
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

1  review

review-writer-avatar

By: lynettekamp • 1 year ago

avatar-seller
Economie Economisch beleid

Hoofdstuk 1: Monetair beleid

Met steunmaatregelen blijven bedrijven overeind in een crisis. Het geld voor die steunmaatregelen
komt van overheden, daarbij ondersteund door centrale banken. Overheden geven veel meer geld
uit dan begroot in een poging de terugval in de bestedingen op te vangen. Om dit beleid te
financieren lenen ze op de kapitaalmarkt  rente kan hierdoor weer stijgen.
Centrale banken kunnen overheden hierbij helpen door de rente laag te houden. Centrale banken
zijn dus verantwoordelijk voor het monetaire beleid.

Geld is een ruilmiddel wat ervoor zorgt dat mensen op efficiënte wijze kunnen ruilen, met zo min
mogelijk transactiekosten. Geld heeft nog 2 andere functies:
 Oppotmiddel (spaarmiddel): mensen gaan sparen. In deze jaren kan het bewaarde geld zijn
waarde verliezen. Je kan veel minder goederen en diensten kopen  koopkracht of reële
waarde is gedaald.
 Rekenmiddel (rekeneenheid): goederen en diensten die totaal verschillend zijn in waarde kan
je op deze manier toch met elkaar vergelijken.

Centrale bank moet ervoor zorgen dat het geld zijn waarde behoudt.
Alle gezinnen en bedrijven samen, exclusief banken = het publiek. Het geld waarmee zij direct
bestedingen kan doen = maatschappelijke geldhoeveelheid (M1). Geld op een spaarrekening behoort
hier dus niet bij.
Geldschepping zorgt voor toename M1 en als M1 daalt is het geldvernietiging.
Banken kunnen de grote van M1 vergroten of verkleinen en hebben daarmee rechtstreeks invloed op
het uitoefenen op de hoogte van de bestedingen van het publiek. Deze invloed loopt voornamelijk
via de kredietverlening van banken aan het publiek.
M1 wordt naast kredietverlening ook beïnvloed door het spaargedrag van het publiek  geld
overmaken van betaalrekening naar spaarrekening = geldvernietiging.

Centrale bank houdt financieel toezicht op banken, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen
en andere financiële instellingen. Om te voorkomen dat banken failliet gaan en mensen daarom het
vertrouwen in geld verliezen houdt de centrale bank toezicht op alle financiële gegevens van een
bank.
Banken vormen de schakel tussen spaarders en leners. Spaarders krijgen rente, omdat ze tijdelijk niet
over hun geld kunnen beschikken en het debiteurenrisico (bank failliet) en inflatierisico (reële waarde
spaargeld daalt). Leners moeten juist rente betalen.
Verschil tussen wat bank ontvangt van leners en betaalt aan spaarders = rentemarge.

Bankrun, mensen halen massaal hun vrij opneembare geld van de bank. Banken zitten nog wel vast
aan langlopende leningen aan gezinnen en bedrijven. Door het acute tekort aan direct beschikbaar
geld, kan de bank failliet gaan.

ECB is de financiële toezichthouder in de eurozone en wordt hierbij geassisteerd door de centrale
banken van de eurolanden. Vertrouwen winnen van de klant, om nog extra zekerheid te bieden =
depositogarantiestelsel.
Wanneer banken een overschot hebben lenen zij tijdelijk geld uit aan banken met een tekort, zijn
interbancaire leningen en laten betalingsverkeer soepel verlopen.
Om te voorkomen dat banken bang zijn om failliet te gaan, kunnen zij in noodsituaties geld lenen bij
de centrale bank.

, Centrale banken krijgen doelstellingen van overheid: ECB heeft enkelvoudig mandaat: zorgen voor
prijsstabiliteit. Monetaire beleid van de ECB staat geheel in het teken van streven naar prijsstabiliteit.
Onder monetair beleid vallen in de eurozone alle maatregelen die de ECB neemt om de koopkracht
van de euro te stabiliseren. Ze streven naar een jaarlijkse inflatiestijging van 2%, maar waarom deze
stijging?
 Geeft banken beleidsruimte als er een deflatieverwachting is.
 Inflatie wakkert bestedingen aan.
 Inflatie zorgt voor een daling van de reële waarde van schulden.
 Inflatie vergroot de overlevingskansen van bedrijven in tijden van crisis.

Bij een constante stijging van inflatie zullen de rente bij leningen niet verhoogd worden, want er is
toch zekerheid. Als de verwachte inflatie goed te voorspellen is, is het niet nodig om een
inflatierisicopremie in de rente op te nemen, die daardoor dus lager kan zijn.

2 oorzaken van inflatie:
 Kosteninflatie: verkoopprijzen stijgen, omdat producenten gestegen productiekosten
doorberekenen in de verkoopprijzen.
 Bestedingsinflatie: producenten profiteren van relatief sterk stijgende bestedingen,
waardoor bezettingsgraad oploopt  bedrijven hebben steeds meer moeite om aan de
vraag te voldoen  dus prijzen verhogen.

Hogere rente  meer sparen  minder lenen  M1 neemt af  groei bestedingen neemt af 
inflatie verminderd. Als de inflatie hoger dreigt te zijn dan de inflatiedoelstelling  banken verhogen
rente = verkrappend monetair beleid. Renteverlaging = verruimend monetair beleid.

Basisgeld bestaat uit chartaal geld en centrale bankreserves. Dit zijn leningen die de ECB verstrekt
aan banken en die de banken nodig hebben om:
 Aan vraag van het publiek naar chartaal geld te voldoen.
 Interbancaire betalingen mee te doen.
 Hun reserveverplichtingen bij de ECB te voldoen.

De vraag van het publiek naar geld daalt dus als de rente stijgt, omdat een deel van het chartale geld
en girale geld dan omgezet wordt in spaargeld of obligaties. Banken hebben daardoor minder
basisgeld nodig  minder vraag van banken naar basisgeld als rente stijgt.

Verhoging van aanbod van basisgeld door renteverlaging vindt plaats via openmarkttransacties =
transacties tussen de ECB en banken die op initiatief van de ECB op de geldmarkt worden uitgevoerd
en meestal zeer korte looptijden hebben. Doordat het aanbod van basisgeld door de
openmarkttransacties is toegenomen, zal rentepercentage dalen.

Doordat banken verplicht zijn een kasreserve bij de ECB aan te houden  hebben ze structureel geld
tekort  aankloppen bij ECB om dit te financieren = refinance, met de refi-rente. Als een bank over
het van de ECB geleende basisgeld 1,5% refi-rente verschuldigd is en een rentemarge van 2%
hanteert, dan zal zij dat geld aan haar eigen klanten uitlenen tegen 3,5% rente.  ECB stuurt via refi-
rente rente aan die banken aan gezinnen en bedrijven berekenen. ECB gebruikt het rente-instrument
om via veranderingen van de maatschappelijke geldhoeveelheid de bestedingen van gezinnen en
bedrijven te beïnvloeden en op die manier de inflatie de gewenste richting op te sturen.

Figuur 1.2 en 1.3.

Het liquiditeitsoverschot en liquiditeitstekort tussen banken lossen ze onderling op met behulp van
interbancaire leningen. ECB zorgt dat de rente op interbancaire leningen zo dicht bij de refi-rente ligt

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller viggojansen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.76  12x  sold
  • (1)
  Add to cart