100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting hoofdstuk 16 Aarde en de mens biologie vwo 5 nectar $3.23
Add to cart

Summary

samenvatting hoofdstuk 16 Aarde en de mens biologie vwo 5 nectar

 1 purchase
  • Course
  • Level

samenvatting hoofdstuk 16 Aarde en de mens biologie vwo 5 nectar

Preview 2 out of 5  pages

  • February 17, 2023
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Biologie hoofdstuk 16
16.1 Koolstofkringloop en klimaat
Systeem Aarde: Alle complexe voedselwebben en ecosystemen op aarde tezamen.

Sinks: Bodemvoorraden organische stoffen, bijv. koolstofverbindingen of fossiele
brandstoffen.
Permafrostgebieden: Toendra’s rond de Noordpool, waarvan de bodems het hele jaar
bevroren zijn. Hier liggen grote hoeveelheden organisch materiaal.
Op de bodem van de Atlantische Oceaan en de Zuidelijke IJszee komt heel veel afgestorven
plankton te liggen.
Ook is er een sink dat vanuit CO2 naar kalkgesteente wordt gevormd.
Veel van de CO2 gevormde stoffen bestaat uit Biomassa van levende planten en dieren.

Koolstof in de sinks kan vrijkomen door het schuiven van tektonische platen, waardoor
vulkaanactiviteit ontstaat en door erosie van gesteenten.
Er komt jaarlijks veel CO2 vrij, die weer opnieuw wordt gebruikt.

De langzame koolstofkringloop: De koolstofstroom atmosfeer sink  atmosfeer duurt
zo’n 100 tot 200 miljoen jaar.

De snelle koolstofkringloop: Jaarlijks komt er veel door dissimilatie koolstof vrij als CO2. Een
hoeveelheid die planten jaarlijks weer omzetten in biomassa.

De energievoorzieningen voor arbeid hebben koolstofverbindingen nodig. Ook grondstoffen
om producten te maken hebben koolstofverbindingen nodig.

Mensen eten koolstofverbindingen en ademen het uit als CO2. Doordat ze wereldbevolking is
gestegen stijgt de CO2 concentratie in de atmosfeer.

CO2 is een broeikasgas, het heeft in de atmosfeer een warmte isolerende werking. =
broeikaseffect. De CO2 uit fossiele brandstoffen versterkt dit broeikaseffect.
De atmosfeer bevat ook andere broeikasgassen zoals waterdamp, CH4 en N2O.
Doordat broeikasgassen warmte(infraroodstraling) opneemt en weer uitstoot krijgt de aarde
weer een deel van z’n uitgestoten warmte terug.

Het gewone broeikaseffect ontstaat voor 50% door waterdamp, voor 25% door
waterdruppeltjes in de lage bewolking en voor 20% door een normale hoeveelheid CO2 in de
atmosfeer. De laatste 5% komt voor rekening van andere broeikasgassen, bijvoorbeeld
methaan.

De hoofdoorzaak van het versterkte broeikaseffect ligt bij de verhoogde CO2-concentratie in
de atmosfeer.

Het GWP (global warming potential) van methaan is 25, wat aangeeft dat het een 25× zo
sterk broeikasgas is als CO2. De hoeveelheid CH4 in de atmosfeer is laag: 1,8 ppm. Maar dit is
genoeg voor bijna de helft het versterkte broeikaseffect. CH4 is afkomstig van het gebruik

, van fossiele brandstoffen, landbouw, afvalstortplaatsen en van de veeteelt. Ook moerasgas
dat uit sloten en plassen komt is CH4.

Toendra’s bevatten in de bodem veel organische stof door de resten van planten die er lang
geleden groeiden. ´s Zomers ontdooit de bovenlaag. Doordat het water niet weg kan zakken
in de bevroren permafrostlaag eronder, ontstaan veel plassen waar onder andere anaerobe
methaanbacteriën organische stoffen afbreken.
Door het versterkte broeikaseffect ontdooit de permafrost steeds meer. Dat betekent extra
CH4-vorming. In de atmosfeer neemt het CH4-gehalte echter niet veel toe. Het oxideert in 10
tot 15 jaar tot CO2.

N2O is een broeikasgas dat vrijkomt door bacteriewerking in oceanen en in sterk bemeste
landbouwgrond door overtollig of uitgespoeld nitraat (NO3 -). De concentratie in de
atmosfeer is 3,3 ppm, het GWP is 265. Het duurt zo’n 150 jaar voor een N 2O-molecuul in de
atmosfeer is afgebroken.

In 2015 zijn in Parijs klimaat afspraken gemaakt om de klimaatveranderingen tegen te gaan
door minder CO2 uit te stoten.

16.2 Stikstofkringloop
Een deel van de stikstof die boeren gebruiken om hun planten te bemesten komt via
regenwater in rivieren terecht.
Stikstofbinding/ stikstoffixatie: bacteriën die N2 uit de lucht kunnen opnemen en aan
organische stoffen kunnen koppelen
Sommige soorten stikstofbindende bacteriën leven vrij in de bodem of in het water. Andere
soorten stikstofbindende bacteriën leven in symbiose met planten.
Groenbemesting: het verrijken van de bodem met stikstof afkomstig uit plantenresten. Door
de planten met stikstofverbindingen om te ploegen in de bodem.

Via de voedselketen komt N in dieren, die uit de verteringsproducten hun eigen organische
N-verbindingen maken. Reducenten maken dat de N weer beschikbaar komt voor planten. In
deze kringloop zijn veel soorten bacteriën actief. Stikstof is een basisstof voor planten om te
kunnen laten groeien.

Doordat er niet genoeg stikstof in de lucht zit, moet buiten groenbemesting en dierlijke
bemesting ook kunstmest gebruikt.
Kunstmest: bevat vooral fosfaat, kalium en stikstof (NO3- en/of NH4+) en is verrijkt met
sporenelementen, wat uitputting van sporenelementen in de bodem tegengaat.
Fabrikanten van kunstmest laten bij hoge druk en hoge temperatuur N 2 reageren met H2.
Daarbij ontstaat ammoniak (NH3). Via omzetting tot salpeterzuur (HNO3) levert dat het
gewenste NO3-.

Door regen kan water NO3- uitspoelen en in het oppervlaktewater terechtkomen.
Eutrofiëring: Verrijking van het oppervlaktewater met (an)organische voedingsstoffen. Door
het gebruik van kunstmest is de hoeveelheid uitspoeling verdubbeld, wat zorgt voor een
toename van algen.(algenbloei)
De toename van algen zorgt voor sterfte van andere waterplanten, door te weinig licht.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolijntennapel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67479 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.23  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added