Deze samenvatting bevat alle theorie die benoemd is uit het Edumundo boek en is uitgelegd met handige voorbeelden d.m.v plaatjes.
Met deze samenvatting ben je meer dan voorbereid voor je tentamen en begrijp je de stof!
Hiermee heb ik op het tentamen een 9,2 behaald! :)
Resultatenrekening (winst- en verliesrekening) (exploitatierekening)
= Overzicht van opbrengsten en kosten in een periode
-> Winst/verlies in een periode
-> Zegt NIETS over het geld wat je bezit.
De nettowinst/nettoverlies -> krijgt de eigenaar en wordt toegevoegd aan het eigen vermogen op de
balans EN/OF uitgekeerd aan zichzelf (dividend).
-> De rechtsvorm die een bedrijf heeft, heeft ook een (kleine) invloed op de resultatenrekening:
Besloten vennootschap (bv) of naamloze vennootschap (nv)
De ondernemer kan in dienst zijn van het bedrijf. Hij krijgt dan loon, wat een kostenpost is
voor het bedrijf.
Eenmanszaak
Hij krijgt geen loon, maar de totale winst is voor hem bestemd. De winst die bij een
eenmanszaak of bijvoorbeeld een vennootschap onder firma (vof) overblijft gaat NIET direct
naar het eigen vermogen.
Eerst nog +/- privéopnamen (privéonttrekkingen) en –stortingen. Het eindresultaat zorgt dus
voor veranderingen in het eigen vermogen.
Omzet
-Inkoopkosten
____________________________
= brutowinst
-bedrijfskosten (overige operationele kosten)
____________________________
= bedrijfsresultaat
-financiële lasten (rentekosten)
-niet operationele inkomsten
____________________________
= nettowinst voor belasting
-winstbelasting (belasting)
____________________________
= nettowinst na belasting
Omzet (opbrengst)
De totale opbrengsten uit de verkoop van producten (en/of diensten) gedurende de afgelopen
periode, exclusief eventuele retourzendingen.
Kun je op de balans zetten, als er een deal is gesloten (kosten of producten hoeven nog niet
binnen te zijn)
Inkoopkosten
Ook wel: Kosten van de verkochte producten – Inkoopwaarde van de omzet – Kostprijs omzet
,Kosten van goederen of diensten, nodig voor het produceren van goederen of diensten.
De inkoopwaarde van goederen wordt als kosten geregistreerd op het moment dat de
goederen worden verkocht.
Bijvoorbeeld productiekosten.
Brutowinst
Het verschil tussen de opbrengsten en de kosten die hier specifiek mee samenhangen.
Bedrijfskosten - Overige operationele kosten
Kun je op de balans zetten als de opbrengsten/omzet in dezelfde periode is.
- Verkoopkosten
- Huisvestingskosten
- Algemene kosten
- Verzekeringen
- Loonkosten
- Onderhoud
- Administratie
- Afschrijvingen
Bedrijfsresultaat (EBIT)
De winst voor interest (rente) en belasting. De winst die alleen met operationele activiteiten te
maken heeft en niet met de financiering van het bedrijf.
Financiële lasten – Rentekosten - interestkosten
Alle rente die het bedrijf gedurende de afgelopen periode in rekening gebracht kreeg.
De vergoeding voor het lenen van geld van een andere partij, bijvoorbeeld een bank.
Als rente betrekking heeft op een lening die dit jaar openstaat, horen de rentekosten ook bij
dit jaar, ongeacht of de rente dit jaar of eerder/later is betaald.
Rentekosten zijn KOSTEN en UITGAVEN.
Niet operationele inkomsten
Vanuit investeringen of leningen.
Nettowinst voor belasting
Winst voor aftrek van de betreffende belastingen.
Belasting (winstbelasting)
De totale belastingen die op basis van de winst voor belasting betaald moeten worden. Het hangt
van de rechtsvorm af of deze post wordt opgenomen.
Nettowinst na belasting
De winst onderaan de streep die overblijft voor de ondernemer/aandeelhouder.
Aantal eenheden verkocht (afzet) X verkoopprijs per eenheid (Q x P)
, Opbrengsten uit verkoop worden ook wel omzet genoemd
Omzet: alles wat je verkocht hebt, ook al heb je het geld nog niet binnen (dus ook debiteuren)
! Het woord opbrengsten (omzet) mag je dus al opschrijven in resultatenrekening, ook al heb je het
daadwerkelijke geld nog NIET.
! Het woord ontvangsten kan alleen toegekend worden aan iets wat je NU daadwerkelijk krijgt.
Contante verkoop:
Dit zijn transacties waarbij een product of dienst EN betaling hiervan op hetzelfde moment
plaatsvinden.
-> Contante betalingen
-> Betalingen per pin
Debiteuren:
Geld wordt later ontvangen (de klant heeft nog niet betaald). Ook wel: verkopen op rekening
genoemd. Bij de verkoop spreken klant en verkoper een betalingstermijn af.
Voorbeeld:
Harry verleent een halve maand krediet op zijn schilderwerk. Een factuur van € 500 die verzonden is
op 21 december van het afgelopen jaar, wordt dit jaar pas op 5 januari betaald. Het schilderwerk is
vorig jaar verricht en toen is de factuur ook verstuurd. Deze € 500 is dus omzet van vorig jaar, hoewel
het pas dit jaar betaald wordt. Leidend is dus het moment waarop de transactie plaatsvindt, NIET
het moment van betaling.
Buitengewone baten/lasten:
Kan ontstaan door toevallige omstandigheden die een eenmalig positief of negatief effect op het
bedrijfsresultaat hebben.
Voorbeeld:
Na vijf jaar zijn de bedrijfswagen en aanhanger van huisschilder Harry nog € 10.000 waard volgens
de balans. Als deze dan worden doorverkocht voor een andere waarde (hoger of lager) is er sprake
van een buitengewone baat of last. Er ontstaat een incidentele winst (of verlies) door de
bedrijfswagen en aanhanger te verkopen.
- Goederen inkopen, maar nog niet gebruiken (= voorraad). (GEEN kosten, maar bezit)
Hieronder hoort ook: reserveringen of later betalen.
- Is NIET relevant of deze bedragen al betaald zijn of nog betaald moeten worden.
- Kosten verlagen de winst en daarmee dus OOK het eigen vermogen.
Het woord kosten kan alleen toegekend worden aan de periode waarin de opbrengt/omzet is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romeevandenbrink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.