100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Circulatie 1 CRUX2 $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Circulatie 1 CRUX2

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

CRUX2 Samenvatting van Circulatie 1

Preview 2 out of 6  pages

  • March 12, 2023
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
CRUX 2 Samenvatting
Circulatie 1

Aantal factoren belangrijk voor de preload:

1. Ademhalingspomp  zuigt bloed aan
2. Spierpomp  contractie van spieren rondom de bloedvaten
zorgen voor stuwing vh bloed zodat het teruggaat naar hart.
3. Sympathische innervatie  door de hoge compliantie van
venen zit 2/3e van al het bloed id venen. Sympathische
innervatie zorgt voor contractie van de venen (vasoconstrictie),
waardoor er minder bloed achterblijft id venen en meer
teruggaat naar het hart.

Frank-Starling mechanisme= alles wat erin gaat, gaat er ook weer uit.

 SV= EDV-ESV
 EF= SV/EDV
 Normaal parasympathicus actief ih hart (ACh bindt aan M-
receptor).
 Intrinsieke ritme SA knoop is 120 maar door continue parasympatische innervatie is het 60-
70

Dicrotic notch= door de traagheid vh bloed sluit de aortaklep niet meteen wanneer de druk id aorta
boven de druk ih ventrikel uitstijgt. Je hebt ook id rechterkant vh hart zo’n dicrotic notch, alleen deze
is wel een stuk kleiner.

Eerste harttoon  sluiten AV-kleppen, tweede harttoon  sluiten VA kleppen, derde harttoon 
door snelle vulling vh hart, vierde harttoon  atriale contractie ALTIJD pathologisch!!

SV afhankelijk van preload, afterload en contractiliteit.

Richting de arteriolen neemt de weerstand toe, maar de totale oppervlakte neemt ook heel erg toe
waardoor je een heel groot drukverval krijgt id arteriolen.

 Venen: lage druk, lage stroomsnelheid, groot volume
 Arteriën: hoge druk, hoge stroomsnelheid, laag volume

Windketeleffect= de aorta vangt een stukje vd pulsatiliteit op vh bloed uit het hart en slaat een deel
op in de wanden dat wanneer de druk lager, wordt dit er achteraan kan worden geduwd. Hierdoor
krijg je een flow die vrijwel continu is. Belangrijk hiervoor is dat de vaten wel elastisch zijn.

Atropine is een parasympaticolyticum die werkt op de M2 receptor en zorgt voor verhoging vd HF en
CO  wordt gebruikt bij hartstilstand.

Voor de wet van Poiseuille is het belangrijk dat je een laminaire flow hebt en dat de viscositeit vd
vloeistof constant is. Dit houdt in hoe stroperig een vloeistof is.

 Compliantie= mate waarin vat uit kan rekken
 Elasticiteit= mate waarin vat weer id oude vorm kan terugkeren
 Bij stijven vaten (oudjes, minder elasticiteit) krijg je een hogere systolische BD en
lagere/kortere diastolische BD  polsdruk stijgt.

,  Gevaar van kortere diastole is dat de coronair vaten slechter bloed krijgen omdat deze juist
gevuld worden tijdens de diastole wanneer het bloed terugstroomt.

Bloed zonder bloedcellen is plasma en plasma zonder
stollingsfactoren is serum.

De hydrostatische druk is de druk het bloedvat uit en de
osmotische druk is de druk het bloedvat uit. Aan het begin
van het bloedvat is de hydrostatische druk hoger en zal er
dus vocht naar het interstitium gaan. Aan het eind vh
bloedvat is de osmotische druk hoger omdat het vocht is
gefiltreerd en alleen de grote eiwitten overblijven. Dan gaat
er dus weer vocht vanuit het interstitium naar het bloed.
Netto wordt er meer vocht gefilterd dan geabsorbeerd. Het
overtollige vocht wordt dan met de lymfen meegenomen
(soms is het teveel vocht en dan krijg je oedeem).

Oorzaken oedeem: vochtretentie (hogere BD), laag albumine (kindjes in Afrika), veneuze
insufficiëntie (trombose been), lymfatische insufficiëntie en door brandwonden (verlies eiwitten).

Id hersenen heb je cerebrale autoregulatie wat ervoor zorgt dat brein niet hoeft te wachten op de
wachttijd vd reactie vd baroreflex. Hierdoor blijft bloeddruk constant in brein. Oppassen bij weghalen
stenose, want hersenen hebben hiervoor al gecorrigeerd en dan krijg je dus opeens hyperperfusie.

Verdelingsvolume is waar het gnm gaat zitten in het lichaam en is dus de vaste
verhouding vh farmacon tussen het weefsel en het plasma.

Je kan ook de formule gebruiken.


 Hoge concentratie farmacon in bloed= laag verdelingsvolume
 Lage concentratie farmacon in bloed= hoog verdelingsvolume

In de longen moet de perfusie (bloedtoevoer) worden afgestemd op de ventilatie (luchttoevoer).
Zowel de perfusie als de ventilatie is groter id longbasis dan in de longtop (door zwaartekracht gaat
het bloed makkelijker naar de onderkant dan naar de bovenkant).

De dode ruimte heeft wel ventilatie maar geen perfusie. Dode ruimte daalt tijdens inspanning.

Shunting= in sommige delen van de longen is de perfusie zó hoog dat een deel van het bloed geen
zuurstof kan opnemen. De ventilatie/perfusie verhouding is dan 0. De ventilatie/perfusie verhouding
is nooit 1, maar gemiddeld 0.8 (perfusie slechter bij top maar juist beter bij de basis).

 Shunting  wel perfusie maar geen ventilatie
 Dode ruimte ventilatie  wel ventilatie maar geen perfusie

Je hebt een anatomische dode ruimte en een alveolaire dode ruimte. De anatomische dode ruimte
komt door cellen rondom de luchtwegen die überhaupt niet in staat zijn om zuurstof op te nemen.
De alveolaire dode ruimte komt door alveoli die zeer slecht geperfundeerd worden waardoor er bijna
geen gaswisseling kan zijn. De fysiologische dode ruimte bestaat uit de anatomische dode ruimte +
alveolaire dode ruimte.

De oncotische/colloïd osmotische druk is id longen hoger dan de BD/hydrostatische druk waardoor je
dus niet die netto filtratie krijgt maar juist absorptie. Anders zou je dyspnoe krijgen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deemrlng. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart