Immunologie DT1 hoorcollege aantekeningen (GZW jaar 1)
54 views 11 purchases
Course
Immunologie (AB_470114)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Aantekeningen van alle hoorcolleges die je nodig hebt voor deeltentamen 1, inclusief het samenvattingscollege. Er zitten plaatjes in uit de hoorcolleges om de aantekeningen wat te verduidelijken. Ik heb zelf een 7,5 gehaald met deze aantekeningen.
Immunologie Hoorcollege 1
Let op, je moet voor de wg 22-23 feb → opdracht maken, geen plagiaat plegen. Insturen
voor 18 februari
Innate immune system (aangeboren)
Waarom hebben we een immuunsysteem, om infectieziekten te overleven.
- To survive infections
- Viruses, barcertia, fungi, parasites
Het immuunsysteem beschermt tegen infectious diseases. Tegen deze ziekten is het
mogelijk om een vaccinatie te krijgen. Het immuunsysteem herinnert waarmee het in
aanraking is gekomen, en kan ons daartegen beschermen.
Problemen bij het immuunsysteem
Denk hierbij aan hooikoorts, coeliakie, allergieën, diabetes, reuma → het immuunsysteem is
te actief. Immuunrespons uit iets uit de omgeving, wat niet gevaarlijk is, maar je wel een
respons tegen krijgt. Niet zelf.
Auto-immuunziekten → MS, lupus Bij overactief immuunsysteem, gaat dit het eigen lichaam
aanvallen. Een immuunrespons tegen zelf. Zelf.
Kanker. Zou je graag een immuunrespons tegen willen hebben. In heel veel gevallen is de
kanker niet verschillend genoeg van een gezonde cel. Dan is er geen respons.
Transplantatie. Een immuunrespons tegen iets waar je geen immuunrespons tegen wil. Het
is iets lichaamsvreemd, maar eigenlijk belangrijk.
The immune system
Balance between activiation and inactivation
- Immunity vs tolerance (turn on/off, active process)
Artifictially induce immune responses
- Vaccination
- NOG MEER SCHRIJVEN!!!
Als slechte dingen buiten de cel zijn → lekprikken, opeten en afbreken (fagocytose), dingen
aan vast plakken (anti-lichamen)
Als slechte dingen in de cel zijn → celdood,
,Er zijn veel effectormechanismen, manieren om pathogenen aan te pakken, en ze weg te
halen uit het lichaam.
Aangeboren → snel en niet specifiek
Aangeleerd → langzaam en wel specifiek
Gemaakt
Immuuncellen worden gemaakt uit stamcellen in het beenmerg.
Myeloid cells zien er gek uit en lymphoid cells zijn mooi rond
Granulocyten
- Neutrophil
- Eosinophil
- Basophil
- Cellen met veel granules en veel kernen.
Volgorde immuunrespons
We willen de pathogenen buiten houden. Hiervoor zijn er barriéres zodat ze niet binnen
kunnen komen.
1e lijn → lichamelijk buiten houden
2e lijn → aangeboren
3e lijn → aangeleerd (duurt een tijdje voordat dit lukt)
1e lijn
,Barrières. Denk aan de huid, longen, darmen, etc. De mucosale weefsels laten de meeste
pathogenen binnen, dit zijn weefsels met slijm. De huid heeft maar weinig oppervlakte in
verhouding tot longen etc. De huid heeft een hele dikke laag, waardoor het moeilijk binnen
kan komen. Bij de mucosale cellen, is er maar een laagje epitheel, dit is handig voor diffusie
van gassen en opname van voedingsstoffen. Hierdoor ben je daar wel erg gevoelig voor
infecties. Ze hebben hierom wel allemaal van die kleine haartjes etc. Er zijn mechanische
eigenschappen, chemische eigenschappen en microbiological (normale bacteriën) die
ervoor zorgen dat de pathogenen niet binnen komen.
2e lijn
Innate immuunsysteem. Heat, pain, redness, and swelling. The four classical signs of
inflammation. Influx of cells: neutrophils, macrofagen, fagocytose van bacteriën. Signaling by
secretion of soluble proteins (cytokines). Leakage of blood vessels, swelling of tissue.
Cytokines
- Kleine soluble proteins secreted by cells
- Immune cells have receptors for cytokines
- Ze kunnen voor zichzelf werken maar ook voor andere cellen
- Ze zorgen ervoor dat cellen worden geactiveerd of gaan delen of onderdrukken
- Chemokines zorgen voor migratie, beweging van cellen. Ze gaan naar de plek waar
het meeste is.
the complement system is part of innate immunity
Zijn eiwitten die je in alle weefsels hebt, en ze activeren elkaar. Het is altijd aanwezig en het
reageert super snel. Complementeiwitten plakken aan de bacterie, een groot stuk blijft aan
de bacterie hangen en een klein stuk neemt die mee. Dat kleine stukje zorgt ervoor dat
cellen de bacteriën gaan aanvallen.
1. Herkenning
2. Aantrekking
3. NOG EEN
Neutrofielen
Veel in je beenmerg. Ze maken cytokines. Ze komen af op inflammation. Ze zijn niet echt
van belang voor virussen, maar echt voor bacteriën. Ze leven heel kort, zijn soldaten van het
immuunsysteem. Kortdurend en snel.
Herkenning van pathogenen
, Macrofaag is een van de eerste cellen die een infectie herkennen, door fagocyteren. Ze
nemen het op in de vesicle en gaat lysosomeren. Ze breken hem hierdoor af. Doordat ze
ook binden aan de pathogenen, gaan ze ook cytokines maken.
Natural killer cells
Heel belangrijk voor virale infecties en heel snel. Als cellen geinfecteerd worden, komen er
bepaalde cytokines, De NK cellen raken hierdoor geactiveerd en gaan dan de virale infecties
aanvallen
Adaptieve immuunsysteem
3e lijn → als het aangeboren immuunsysteem niet alle pathogeen weg kan halen. Het
bestaat uit het b en t cel respons. Het is moeilijk om dit te activeren. En daarnaast
afhankelijk van lymfoïde organen. T cel uit thymus (bij het hart) en de b cellen in je
beenmerg. Om het te activeren, heb je secundaire lymfoïde organen nodig, de lymfeklieren,
de milt, de peyerse platen, spleen etc.
- Elke b en t cel heeft een andere receptor. Om die aan te maken is in het beenmerg
en de thymus.
- B cel → deel zware en lichte keten → als die los komt, is het een antistof, deze kan
2x hetzelfde binden
- T cel → 2 eiwitketens, deze kan 1x wat binden
- Ze kunnen beide iets binden
De b en t cellen hoppen de lymfoïde organen af om te kijken of er iets is
waar ze zichzelf aan kunnen binden. Er is een (of een paar) specifieke b
cel of t cel die wordt geactiveerd voor een immuunrespons. Inactief →
naïef. Als die wel actief wordt, gaan die cellen zich heel vaak delen, dit
kost heel veel tijd. Het worden effectorcellen en die gaan de weefsels in.
Je eindigd na de verwijdering van de infectie mermory cellen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madeliefvandenent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.52. You're not tied to anything after your purchase.