Samenvatting H1 | De actieve aarde - De Geo Aarde: Systeem aarde (5/6 VWO)
38 views 2 purchases
Course
Aardrijkskunde
Level
VWO / Gymnasium
Book
De geo Aarde, systeem aarde Leeropdrachtenboek VWO
Dit is een samenvatting van H1 | De actieve aarde van het boek De Geo Aarde: Systeem aarde (5/6 VWO). Alle paragrafen zijn hierin kort uitgelegd met de belangrijke begrippen dikgedrukt.
Hopelijk kan dit jou als potentiële koper helpen met het maken van het tentamen!
De Geo: Systeem aarde || Samenvatting Hoofdstuk 1: De actieve aarde
H1 | De actieve aarde
§1.1 Ontstaan en opbouw van de aarde
Begrippen
Actualiteitsbeginsel = Principe waarbij ervan uitgegaan wordt dat natuurprocessen in het verleden
en het heden op dezelfde manier verlopen.
Asthenosfeer = Zachtere, vrij plastische laag in de aardmantel.
Lithosfeer = Harde, vaste buitenlaag van de aarde (aardkorst en buitenste deel van de aardmantel).
Samenvatting
Het verleden van de aarde
► De aarde is ongeveer 4,6 miljard jaar oud. Om de ontwikkelingen en de processen (die soms
miljoenen jaren duren) die geleid hebben tot de huidige landschappen te achterhalen, wordt een
speciaal principe gebruikt.
● Het actualiteitsbeginsel gaat ervan uit dat processen die we nu op aarde zien, vroeger onder
gelijke omstandigheden ook zo hebben gewerkt. Het heden vormt de sleutel tot het verleden. Zo
kunnen geologen de ontstaanswijze van landschappen verklaren.
De kraamkamer van de aarde
► De zon is 4,6 miljard jaar geleden ontstaan uit samentrekking van gas en stof. In de nevel
rondom de zon ontstonden acht planeten, waaronder onze aarde.
● De zon vormt met miljarden andere sterren het Melkwegstelsel. In
het heelal bevinden zich talloze sterrenstelsels.
Schillen
► De aarde is gelaagd, bestaat uit schillen en heeft vloeibaar water
aan de oppervlakte. Bij de gelaagdheid kun je kijken naar de
chemische én fysische eigenschappen.
● Chemische samenstelling: door inslag van een grote meteoriet,
miljarden jaren geleden, smolt de aarde en ontstond door afkoeling
een gelaagdheid van schillen met verschillende chemische
samenstelling:
■ Binnenste laag (aardkern): 5.000-6.000 °C, ijzer.
■ Aardmantel: 2.800-1.800 °C, magnesium en ijzer.
■ Buitenste dunne laag:
- aardkorst/continentale korst: 30-70 km dik, licht gesteente,
graniet.
- oceanische korst: 1-7 km dik: zwaar gesteente: basalt.
● Fysische eigenschap van lagen: hardheid van lagen.
- De buitenste laag (lithosfeer: aardkorst en bovenlaag aardmantel)
is hard.
- Daaronder: asthenosfeer: zachtere laag: plastisch gesteente.
- Daaronder: binnenmantel: vast gesteente.
- Daaronder: buitenkern: vloeibaar.
- Binnenste laag: binnenkern: hard gesteente.
Inwendige warmte
► De aarde krijgt warmte uit inwendige en uitwendige bronnen.
● Inwendige bronnen: bij het ontstaan uit hete nevelgassen kreeg de aarde warmte mee. Ook door
vroegere inslagen van meteorieten. Ten slotte wordt door radioactiviteit van gesteente nog steeds
warmte afgegeven. Daarom is de aarde nog geen koude planeet.
● Uitwendige warmte: zon. Grote invloed op uitwendige processen als exogene krachten.
§1.2 Het verhaal van de gesteenten
Begrippen
Basalt = Stollingsgesteente dat ontstaat door snelle afkoeling van lava bij een vulkaanuitbarsting.
Gesteentekringloop = Kringloop van de opbouw en de afbraak van gesteente op aarde.
1
, De Geo: Systeem aarde || Samenvatting Hoofdstuk 1: De actieve aarde
Graniet = Stollingsgesteente met zichtbare kristallen dat ontstaat bij langzame afkoeling van
magma.
Kalksteen = Sedimentgesteente dat ontstaat door de opeenhoping van (kalkhoudende) stoffelijke
overblijfselen van in zee levende organismen.
Leisteen = Metamorf gesteente dat is ontstaan uit kleisteen.
Marmer = Metamorf gesteente dat is ontstaan uit kalksteen.
Metamorf gesteente = Gesteente dat van samenstelling is veranderd nadat het langere tijd onder
hoge druk en hoge temperatuur heeft gestaan.
Sedimentgesteente = Afzettingsgesteente.
Stollingsgesteente = Gesteente dat ontstaat door afkoeling en stolling van vloeibaar magma.
Zandsteen = Sedimentgesteente dat bestaat uit ineen gedrukte en samen gekitte zandkorrels.
Samenvatting
Bouwstenen
► De lithosfeer is opgebouwd uit verschillende soorten gesteenten.
● Een gesteente bestaat uit verschillende mineralen en/of organische stoffen. Een mineraal is een
verbinding die in de natuur voorkomt met bepaalde chemische/fysische eigenschappen
(bijvoorbeeld kristalvorm of hardheid).
Soorten gesteenten
► Er zijn drie hoofdgroepen: stollingsgesteenten, sedimentgesteenten en metamorfe gesteenten.
● Stollingsgesteenten: door afkoeling en stolling van magma.
Twee subgroepen:
- Dieptegesteente: langzame stolling in mantel: daardoor grote kristallen: graniet.
- Uitvloeiingsgesteente: snelle stolling van lava aan aardoppervlak: zeer kleine kristallen (niet te
zien): basalt.
● Sedimentgesteenten: afzettingen van zand of klei worden samengeperst.
- Klastische sedimentgesteenten: door druk van bovenliggende lagen worden zand en klei verhard
tot zandsteen/kleisteen.
- Chemische en organische sedimentgesteenten: door neerslaan van mineralen, druk en verharding
(zout in zee wordt steenzout) of ophoping van organisch materiaal (kalk in zee wordt kalksteen).
● Metamorfe gesteenten: door grote druk en hoge temperaturen verandert de samenstelling van
het oorspronkelijke gesteente in een ander gesteente. Dit kan gebeuren door gebergtevorming of
druk van tientallen kilometers dikke lagen. Zandsteen wordt kwartsiet; kleisteen wordt leisteen,
kalksteen wordt marmer.
Wat een steen kan vertellen
► De gesteentekringloop laat zien dat het ene hoofdtype van gesteente kan overgaan in een ander
hoofdtype van gesteente. Dit gebeurt diep in de mantel, dan wel
dicht bij het aardoppervlak. Deze processen kosten erg veel tijd.
Zo kan kalksteen, in zee gevormd, door gebergtevormende
krachten veranderen in marmer en vervolgens door erosie van
bovenliggende lagen hoog in de bergen teruggevonden worden.
● Je kunt ook toekomstige processen met de gesteentekringloop
beschrijven: het marmer kan door verwering en erosie
uiteenvallen tot gruis, meegenomen worden door beken en
rivieren en de deeltjes kunnen in zee worden gesedimenteerd en
verharden tot sedimentgesteente.
§1.3 Schuivende continenten
Begrippen
Convectiestromen = Stroming van vloeibaar en plastisch gesteente die in de mantel opwelt, onder
de lithosfeer afkoelt, zijdelings wegstroomt en uiteindelijk weer daalt.
Geologische tijdschaal = Indeling van de geschiedenis van de aarde in geologische tijdperken.
Mid-oceanische rug = Onderzeese gebergteketen die is ontstaan doordat mantelmateriaal bij een
divergente breukzone aan de oppervlakte komt en een bergrug heeft gevormd.
Platentektoniek = Processen waarbij platen ontstaan, bewegen en verdwijnen.
Samenvatting
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Justin1303. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.