100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Materieel strafrecht: Hoorcolleges 1-4 $6.94   Add to cart

Class notes

Materieel strafrecht: Hoorcolleges 1-4

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat aantekeningen van hoorcolleges 1-4 van het vak Materieel strafrecht.

Preview 3 out of 17  pages

  • April 4, 2023
  • 17
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Mevis
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege 1a
Vraag in dit blok: is er materieel strafrechtelijke aansprakelijkheid?

Melk en Waterarrest
 Belangrijkste arrest ooit in materieel strafrecht.
 ‘Geen straf zonder schuld’ als altijd geldende grondnorm: geen strafrechtelijke
aansprakelijkheid als – om welke reden dan ook – de schuld ontbreekt.
 Als daartoe geen in WvSr geschreven schulduitsluitingsgrond voorhanden is (bijv. art. 39 Sr),
dan zetten ‘we’ de ongeschreven schulduitsluitingsgrond AVAS (afwezigheid van alle schuld)
in (Motorpapierenarrest).

Materieel strafrecht gaat over grondslagen van, voorwaarden voor en vaststelling in rechte van
strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid hoofdonderdelen
A. Via strafbaarstelling van gedrag in een DO
B. Als de overheid het strafvervolgingsrecht mag uitoefenen
a. Vervolgingsuitsluitingsgronden: ne bis in idem (68 Sr), dood verdachte (69 Sr),
verjaring (70 Sr), verdachte < 12 jaar.
b. HR Pikmeer I en II en Volkelarrest: in hoeverre is de (de)centrale overheid te
vervolgen?
C. Sancties (welke sanctie?)
a. De sanctie tegen een bepaald delict bedreigd (bijv. ‘belediging ambtenaar in
rechtmatige uitoefening functie door een ‘feitelijkheid’; 266 jo. 267 Sr)
b. Aangevuld met de algemene regeling van het sanctiestelsel in boek 1 Sr (bijv. 14a Sr
inzake voorwaardelijke veroordeling).

Relatie materieel en formeel strafrecht
De vraag naar strafrechtelijke aansprakelijkheid (materieel strafrecht) ontstaat pas als de concrete SF
zijn opgespoord, vervolgd en in een tenlastelegging aan de rechter is voorgelegd (formeel strafrecht).
 Art. 27 Sv  er moet eerst sprake zijn van een verdachte (degene tegen wie een redelijk
vermoeden van een SF is ontstaan) dan kunnen we gaan opsporen.
 Art. 261 lid 1 en 2 Sv  dagvaarding met opgave van het feit dat ten laste wordt gelegd, dan
pas kijken naar strafrechtelijke aansprakelijkheid.
 Art. 338, 350, 351 en 352 Sv  de rechter moet vaststellen of het tenlastegelegde bewezen
is, of dat een SF is en of de verdachte strafbaar is (358 en 359 Sv: beslissen en motiveren in
vonnis).

Materieelrechtelijk ‘SF’ is:
 Moet de wet zeggen  legaliteitsbeginsel art. 1 lid 1 Sr;
 Aangevuld met de meer algemene aansprakelijkheidsstellingen van ‘poging tot misdrijf’ (45
Sr), ‘voorbereiding van misdrijf’ (46 Sr) en ‘deelneming aan SF’ (47 e.v. Sr).
 Voorwaarden voor strafbaarheid:
o Een menselijke ‘gedraging’;
o Die onder een (geldige) DO valt;
o Die wederrechtelijk is;
o En die aan schuld te wijten is. strafuitsluitingsgronden
 Pas als er aan alle 4 de voorwaarden is voldaan, rijst de vraag: welke straf?

Formeelrechtelijk ‘SF’  hoe stelt de rechter in een concrete zaak vast dat aan elk der voorwaarden
voor strafbaarheid is voldaan? Mogelijkheid v.e. strafuitsluitingsgrond

1

,  Bestanddelen  de voorwaarden voor strafbaarheid die de wetgever in de concrete DO
heeft opgenomen en verwoord  in de tenlastelegging opgenomen via 261 Sv  rechter
gaat na of die bewezen kan worden (als rechter ‘wettig en overtuigd’ is ogv 338 Sv).
 Als de rechter bewezen heeft geacht dat de verdachte de bestanddelen van een concreet SF
heeft vervuld, betekent dat nog niet zonder meer strafrechtelijke aansprakelijkheid van de
verdachte  strafuitsluitingsgronden
o Noodweer (41 Sr)
o Noodweerexces (41 lid 2 Sr)
o Uitvoering wettelijk voorschrift (42 Sr)
o Toerekeningsvatbaarheid (39 Sr)
o Overmacht (40 Sr)
o Psychische overmacht
 Strafuitsluitingsgrond die wederrechtelijkheid wegneemt = rechtvaardigingsgrond.
 Strafuitsluitingsgrond die schuld van de verdachte wegneemt = schulduitsluitingsgrond.

 Als de rechter de tenlastelegging niet bewezen verklaard (1 e vraag 350 Sv)  vrijspraak.
o VB: Verpleegsterarrest (beroep op schulduitsluitingsgrond, waardoor ten laste
gelegde niet meer bewezen kan worden).
 Als de rechter beslist dat de verdachte het SF niet gepleegd heeft (3 e vraag 350 Sv)  OVAR.


 Elementen  worden niet tenlastegelegd, dus hoeven niet bewezen te worden (skip 1 e
vraag 350 Sv)
 De rechter moet wel vaststellen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft gepleegd (3 e
vraag 350 Sv)  OVAR

Stappenplan
1. Vanuit art. 1 lid 1 Sr op zoek naar voorwaarden voor strafbaarheid.
2. Wat is er gemeen aan de grote verzamelingen strafbepalingen?
a. Veelvoorkomende factoren zoals opzet, schuld  overzichtsarresten
b. Algemene vormen van strafrechtelijke aansprakelijkheid (poging, voorbereiding,
deelneming)  Inrijden op agent en Cicero-arrest
c. Strafuitsluitingsgronden


Hoorcollege 1b
Legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr): de drie dimensies
1. Constitutionele dimensie  de wetgever verleent bij wet het recht tot straffen aan
staatsorganen en functionarissen.
2. Rechtsbeschermende dimensie  de wet stelt grenzen aan het recht tot straffen
(rechtszekerheid en rechtsgelijkheid); hoe we ons moeten gedragen.
3. Generaal-preventieve dimensie  rationele reactie op criminaliteit, criminele politiek ter
voorkoming.

Legaliteit
 Gebondenheid Staat/wetgever en rechter aan de wet
 ‘Rule of law’
 Samenhang met schuldbeginsel
 Samenhang met strafvordering

Legaliteit: invulling art. 7 lid 1 EVRM door EHRM

2

,  Niet met terugwerkende kracht SF in het leven roepen en iemand daarvoor bestraffen;
 Wet moet SF en straf beschrijven;
 Niet ruim wettelijke bepalingen uitleggen (niet naar analogie redeneren om iemand te
pakken);
 Duidelijk omschreven zijn.
 Uitzondering: als wetten in voordeel vd verdachte zijn veranderd moet in beginsel de lichtere
straf worden toegepast.

Legaliteit: uitwerking
 Duidelijk geformuleerde DO (lex certa-beginsel)
 Gebondenheid vd rechter aan de tekst vd wet (lex stricta)
 Analogieverbod (ad malam parten)
 Gewoonterecht geen directe bron van strafrecht, dus de regel moet opgeschreven zijn (lex
scripta)
 Verbod van terugwerkende kracht (maar lichtere straf gaat voor art. 1 lid 2 Sr, lex mitior)
 Strafrechtelijke sancties ook gebonden aan de wet

Legaliteit: EHRM
 Law omvat zowel geschreven als ongeschreven recht
 Law moet dus ‘accesible’ (toegankelijk) & ‘foreseeable’ (voorzienbaar; begrijpen wat wel en
niet mag) zijn
 Uitzondering in lid 2: ook strafbaar is wat we met zijn allen strafbaar vinden (zoals moord,
genocide)
 ‘Inevitable element of judicial interpretation’ (EHRM 22 november 1995, C.R.)
o Je moet altijd opheldering geven over onduidelijke punten (bijv. of stroom
toentertijd al onder diefstal viel)

Visies op het legaliteitsbeginsel
 Rechtsbescherming versus instrumentaliteit
 Regelconceptie versus rechtenconceptie  strikt kijken naar de regels of kijken naar de
interpretatie van de rechter (gerechtvaardigde uitkomst)
 Belangen burger als (potentiële) verdachte versus belangen (potentieel) slachtoffer

Legaliteit: verhouding wetgever en rechter
 Rechtsvinding (of rechtsvorming)
 Legisme of een wat vrije benadering?
 Interpretatiemethoden (van grammaticaal tot creatief)
 Star of dynamisch strafrecht

Hoe?
- mensenroof-arrest  uitleg van het over de grenzen van het rijk brengen. Wetgever: alleen als
Nederlander vanuit NL naar het buitenland wordt gebracht. I.c. kiest HR ruimere interpretatie: kan
twee kanten op, ook van buitenland naar NL.
- runescape-arrest  virtuele voorwerpen in een spelletje zijn goederen, want in een
computerspelletje kun je dingen stelen.

Wederrechtelijkheid
Voorwaarden strafbaarheid:
1. Een menselijke gedraging
2. Die onder een geldige DO valt
3. Die wederrechtelijk is

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Annever. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.94
  • (0)
  Add to cart