Samenvatting EOF Economics of the public sector
Hoofdstuk 1 - Verantwoordelijkheden in de publieke sector definiëren
1. In gemengde economieën, zoals de VS, wordt economische activiteit uitgeoefend door
zowel particuliere ondernemingen als de overheid.
2. Sinds de tijd van Adam Smith legt de economische theorie de nadruk op de rol van
particuliere markten in de efficiënte levering van goederen. Economen en anderen zijn
echter belangrijke beperkingen gaan inzien in het vermogen van de particuliere sector
om efficiënte resultaten te produceren en aan bepaalde sociale basisbehoeften te
voldoen. De poging om dit marktfalen te corrigeren heeft geleid tot de groei van de rol
van de overheid in de markteconomie.
3. De overheid heeft echter ook haar beperkingen bij het ingrijpen om marktfalen te
mitigeren. Dit overheidsfalen leidt soms tot overheidsprogramma's met onbedoelde
nadelige gevolgen.
4. De VS hebben een federale overheidsstructuur, waarbij bepaalde activiteiten vooral
onder de verantwoordelijkheid van staten en plaatsen vallen (bijv. onderwijs) en
andere activiteiten voornamelijk onder de verantwoordelijkheid van de federale
overheid (bijv. defensie).
5. Economie is de studie van schaarste - hoe middelen worden toegewezen aan
concurrerende toepassingen (allocatie).
6. Publieke economie
Onderdeel van de economische wetenschap dat zich focust:
o Op wisselwerking tussen de overheid en economie.
o Op de overheidsfinanciële aspecten van die wisselwerking
Gaat zowel over distributie (samenstelling productie), stabilisatie (investeren
of bezuinigen) en herverdeling (belasting, sociale zekerheid).
Centrale thema’s zijn: marktwerking en -falen, overheidsinterventies,
collectieve keuze en belastingen.
7. Publieke sector economie richt zich op keuzes tussen de publieke en private sector en
keuzes binnen de publieke sector. Het houdt zich bezig met vier basiskwesties:
Wat wordt geproduceerd
o Publieke of private goederen?
o Production possibilities schedule = traceert de verschillende
hoeveelheden van twee goederen die efficiënt kunnen worden
geproduceerd met een bepaalde technologie en middelen
Onder: inefficient: de samenleving kan meer publieke en private
goederen krijgen.
Boven: infeasible: het is niet mogelijk, gegeven de huidige middelen en
technologie, om die bepaalde hoeveelheid publieke en private goederen
tegelijkertijd te hebben.
Hoe het wordt geproduceerd
o Binnen de publieke of private sector?
o Meer kapitaal en minder arbeid, of andersom?
Voor wie het wordt geproduceerd
o Belastingen zijn van invloed op het bedrag dat verschillende individuen
kunnen uitgeven.
, o Verschillende groepen profiteren van verschillende
overheidsprogramma’s.
Processen waarmee deze beslissingen worden genomen
o Hoe komen collectieve beslissingen, zoals die over de levering van openbare
goederen en belastingen, tot stand?
8. Bij het bestuderen van de publieke sector kijkt positieve economie naar de reikwijdte
van overheidsactiviteiten en de gevolgen van verschillende
overheidsbeleidsmaatregelen. Normatieve economie probeert alternatief beleid te
evalueren dat kan worden nagestreefd.
o P: bezig met wat ‘is’, het beschrijven van hoe de economie functioneert.
o N: bezig met wat ‘zou moeten’, het beoordelen van de wenselijkheid van
verschillende handelingswijzen.
9. Meningsverschillen over de wenselijkheid van beleid zijn gebaseerd op
meningsverschillen over de juiste aannames voor het beschrijven van de economie,
zoals hoe concurrerend de economie eigenlijk is, meningsverschillen over hoe sterk de
economie zal reageren op beleidsinitiatieven en meningsverschillen over waarden.
o Meningsverschillen over de consequenties van beleid (positieve analyse).
o Meningsverschillen over waarden (normatieve analyse).
Mixed economy = een economie waar veel economische activiteiten worden ondernomen
door particuliere bedrijven, terwijl andere worden uitgevoerd door de overheid
De overtuiging dat regeringen het niveau van economische activiteit moeten en
kunnen stabiliseren.
Een belangrijke motivatie voor het ondernemen van bepaalde activiteiten door de
overheid is het ervaren van falen.
Er is een toenemende erkenning van de beperkingen van de overheid - zowel van
'overheidsfalen' als van marktfalen.
Perspectieven op de rol van de overheid
Dominant perspectief in 18e eeuw onder Franse economen: overheid moet handel en industrie
actief bevorderen.
Mercantillists = pleitbezorgers hiervan. Deels als een reactie op mercantillisten
schreef Adam Smith The Wealth of Nations waarin hij betoogd voor een beperkte rol
van de overheid. Smith probeerde aan te tonen hoe concurrentie en het winstmotief
individuen ertoe zouden brengen - bij het nastreven van hun eigen privébelangen - om
het algemeen belang te dienen. Het winstmotief zou ertoe leiden dat individuen, die
met elkaar wedijveren, de goederen leveren die andere individuen wilden. Alleen
bedrijven die produceerden wat nodig was en tegen een zo laag mogelijke prijs zouden
overleven. Economie wordt geleid door een onzichtbare hand, om te produceren wat
gewenst was - en op de best mogelijke manier.
Laissez faire (Mill & Nassau Senior) = de overheid moet de private sector alleen
laten; het moet niet proberen om private ondernemingen te reguleren of controleren.
Onbelemmerde concurrentie zou de beste belangen van de samenleving dienen.
Hedendaagse heroverweging van de rol van de overheid is weerspiegeld in twee gelijktijdige
initiatieven:
Deregulatie = verminderde rol van de overheid bij het reguleren van de economie
, Privatisering = het omzetten van overheidsbedrijven in particuliere bedrijven
Vier stadia voor het analyseren van de publieke sector:
1. Weten welke activiteiten de publieke sector onderneemt en hoe deze zijn
georganiseerd.
2. De volledige gevolgen van deze overheidsactiviteiten begrijpen en erop anticiperen.
3. Alternatief beleid evalueren.
4. Het politieke proces interpreteren.
Musgrave’s three branches – zag de overheid als het hebben van drie economische
takken. Tegenwoordig erkennen we dat overheidsactiviteiten met elkaar verweven zijn en
niet netjes in hokjes kunnen worden geplaatst. Toch bieden zijn drie takken een handige
manier om naar de talloze activiteiten te kijken waarmee de overheid zich bezighoudt:
Stabilisatie branch: ervoor zorgen dat er volledige werkgelegenheid is met stabiele
prijzen.
Allocatie branch: ingrijpen in de manier waarop de economie haar middelen
toewijst (direct: goederen zoals defensie en onderwijs kopen/indirect: belastingen en
subsidies).
Distributie branch: bezighouden met hoe goederen die worden geproduceerd door
de samenleving worden verdeeld onder haar leden (bezighouden met gelijkheid en
afwegingen tussen rechtvaardigheid en efficiëntie).
Perspectieven op overheidsinterventies
Economisch: overheid moet ingrijpen als markt faalt.
Democratisch: overheid moet ingrijpen om publieke allocatie en verantwoording
mogelijk te maken.
Politiek: overheid moet ingrijpen om ideologisch eindbeeld te realiseren (of juist niet
ingrijpen).
Gezondheid: overheid moet ingrijpen bij gevaar voor volksgezondheid.
Veiligheid: overheid moet ingrijpen als oorlog of fysieke onrust dreigt.
Rechtvaardigheid: overheid moet ingrijpen omdat verschillen tussen arm en rijk niet
eerlijk zijn.
Economic models = worden gebruik door economen om de gevolgen van verschillende
beleidsmaatregelen te analyseren
Full Employment Act of 1946 = wet die zegt dat regeringen het niveau van economische
activiteit moeten en kunnen stabiliseren
Positive economics = gaat over het beschrijven van de economische orde en het ontwerpen
van modellen die de economie proberen te voorspellen
Normative economics = gaat over het evalueren van de voor- en nadelen van economische
beleidsalternatieven
Hoofdstuk 2 – Grootte van de publieke sector meten
1. De overheid vervult vele rollen:
a. Het biedt het juridische basiskader waarbinnen we leven.
b. Het regelt economische activiteiten. Het moedigt sommige activiteiten aan
door ze te subsidiëren en ontmoedigt andere door ze te belasten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellavassallo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.