De individuele vraag (aantal eenheden dat een consument ergens van wil kopen bij een bepaalde
prijs) ontstaat uit de wens om behoeften te bevredigen. Daarbij speelt de wet van de vraag een
belangrijke rol; hoe hoger de prijs, hoe lager de gevraagde hoeveelheid (hvlheid) en andersom.
Betalingsbereidheid is de maximale prijs die een consument wil betalen voor 1 product <- is
afhankelijk van;
-individuele voorkeuren
-het beschikbare budget
-substitueerbare producten (meerdere producten die dezelfde behoefte kunnen voorzien)
-complementaire producten (die alleen met elkaar een behoefte kunnen bevredigen. Zoals een
stofzuiger en stofzuigerzak)
-exogene factoren (weersomstandigheden, zoals geen ijs in de winter)
Continue vraag; vraag waarbij de gevraagde hoeveelheid een reëel getal is.
Discrete vraag; vraag waarbij de gevraagde hvlheid een geheel getal is. Vraaglijn geeft het verband
tussen de gevraagde hoeveelheid en de prijs. Individuele vraaglijn geeft de individuele vraaglijn
weer.
Consumentensurplus= kan berekend worden in welke mate van iets bijdraagt aan het welbevinden
van de consument. Dan bekijk je het verschil tussen wat de consument bereid is te betalen en wat de
prijs is, die tel je bij elkaar op.
Collectieve vraag= de hoeveelheid producten die door een hele groep worden gevraagd. Afzetgebied
is gebied waar de producent zijn producten verkoopt.
Bij een prijs van 5 euro kopen A en B beide een product, de collectieve vraag is dan 2. Als 1 wat koopt is de collectieve vraag 1.
Optelsom van alle individuele vraaglijnen geeft de collectieve vraaglijn (prijs-afzet lijn) Q=qA+qB
Collectieve consumentensurplus; optelsom van alle individuele consumentensurplus van alle
individuen in de groep die het product kopen.
Waarde prijselasticiteit Procentuele veranderingen Gevolg van een prijsverhoging
=0 Vraag is volkomen inelastisch Omzet stijgt
-1<pe<0 Vraag is inelastisch Omzet stijgt
Pe=-1 Is inelastisch noch elastisch Omzet blijft gelijk
Pe<-1 Vraag is elastisch Omzet daalt
Pe=-oneindig Vraag is elastisch Omzet verdwijnt
Inelastisch= procentuele daling van de gevraagde hvlheid is kleiner dan procentuele stijging van de
prijs.
Elastisch= procentuele daling van de gevraagde hvlheid is groter dan de procentuele stijging van de
prijs.
Als de pe (prijselasticiteit) positief is stijgt de gevraagde hvlheid bij een prijsstijging, die producten
heten giffengoederen. Positieve pe is het gevolg van een inkomenseffect. Arme mensen die brood en
vlees eten gaan meer brood eten als de prijs stijgt. Want ze kunnen zich het luxere vlees niet meer
veroorloven en vervangen dat dus door brood. Je kan pe ook op een vraaglijn uitrekenen. Bv als je
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ilse321. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.95. You're not tied to anything after your purchase.