100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting contractenrecht (lessen, slides boek 14/20) $13.06   Add to cart

Summary

samenvatting contractenrecht (lessen, slides boek 14/20)

1 review
 274 views  16 purchases
  • Course
  • Institution

bevat alle nodige informatie om er makkelijk door te zijn!

Preview 4 out of 148  pages

  • April 23, 2023
  • 148
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: Laurelcnop • 7 months ago

avatar-seller
Contractenrecht
Belang van het algemeen verbintenissenrecht
Zelf opfrissen aan de hand van de al gevolgde cursus verbintenissenrecht
Alle bijzondere overeenkomsten volgen het regime van het algemeen verbintenissenrecht. Het is bij
bespreking van contracten belangrijk om de beginselen en de basisregels van het verbintenissenrecht voor
ogen te houden, onder andere;
- Beginsel van wilsautonomie: wettig aangegane overeenkomsten strekken de partijen tot wet
- Beginsel van consensualisme: loutere wilsovereenstemming doet de meeste OVK tot stand komen
- Basisvereisten voor geldigheid contract (art. 1108 BW):
o Geldige toestemming, zonder wilsgebreken
o Bekwaamheid contractspartijen
o Bepaald voorwerp
o Geoorloofde oorzaak
- Algemene regels contractuele aansprakelijkheid
- Algemene regels tenietgaan van overeenkomst
- Algemene regels betreffende wederkerige contracten (ontbinding, risicotheorie, etc.)

Benoemde/bijzondere overeenkomsten
Benoemde of bijzondere zijn overeenkomsten die onderworpen zijn aan een eigen specifieke regeling (zie
art. 1107 BW), dit onderscheidt ze van een doorsnee contract, dat enkel wordt geregeld in het algemene
contractenrecht (algemene regels in art. 1108 -1314 BW). Het bewijsrecht staat nu in boek 8 van het
nieuwe BW.

De wetgever reikt een soort modelcontract aan, een sjabloon – dit bevordert de rechtszekerheid omdat zo
onvolkomenheden en vergetelheden van de contractspartijen worden opgevangen. Het bespaart de
contractanten ook tijd en moeite.

De hier behandelde contracten komen uit het BW: koop, huur van goederen, aanneming van werk,
lastgeving, dading, en bewaarneming. De materie is zeer omvangrijk en dus moet er worden gekozen (bv.
niet: pacht, sociale huur).

Ook buiten het BW talrijke benoemde overeenkomsten. Een aantal van deze wetten zijn nu gebundeld in
het Wetboek Economisch Recht (vervoerscontract, reiscontract, etc.). Anderen zijn zo belangrijk geworden
dat ze een eigen rechtstak op zich hebben gevormd (verzekeringsrecht, arbeidsrecht...).

Onbenoemde overeenkomsten
Een onbenoemde overeenkomst is een OVK die niet past in een specifiek wettelijk omschreven kader.
Courante contracten hierbij zijn de leasing, factoring, sponsoring, etc. Deze hebben geen of weinig eigen
reglementering. De inhoud van dergelijke contracten is vaak wel gekend, omdat deze door de praktijk is
uitgegroeid. Hierdoor zijn ze in feite ook ‘benoemde’ of ‘bijzondere’ overeenkomsten. Het enige effectieve
onderscheid is dat benoemde contracten wettelijk geregeld zijn en onbenoemde contracten worden
geregeerd door de regels van het algemeen contractenrecht.

Er zijn doorgaans twee types ‘onbenoemde contracten’:
- De eigensoortige overeenkomst (sui generis)
- De gemengde overeenkomst

Sui generis OVK: Deze OVK heeft een specifiek autonome inhoud en kan niet worden herleid tot één
benoemd contract of een combinatie van contracten. De partijen vinden vaak hun inspiratie in
buitenlandse rechtsstelsels, bv. franchising.

1

,Gemengde OVK: Samenstelling van verscheidene benoemde overeenkomsten, bv. verhuiscontract
(combinatie van een vervoerscontract en een aanneming van werk).

Kwalificatie van contracten: combinatie - absorptie - zelfstandigheid
Contracten zijn in de reële wereld vaak hybride contracten, de kwalificatie ervan is niet altijd even
eenduidig, omdat één contract vaak kenmerken zal hebben van verschillende courante overeenkomsten.
De vraag stelt zich dan hoe iemand moet bepalen aan de hand van welke regels deze contracten
geïnterpreteerd moeten worden.

Er zijn drie methodes om te bepalen welke regels gelden: de combinatiemethode, de absorptiemethode,
en de al vermelde kwalificatie als eigensoortige (sui generis) overeenkomst.

Combinatiemethode: Regels van de samenstellende benoemde overeenkomsten worden toegepast op de
corresponderende onderdelen van de gemengde overeenkomst (bv. koop, huur, lastgeving). Het contract
bestaat dus uit verschillende benoemde overeenkomsten die naast elkaar bestaan (komt zelden voor). Dit
kan bijvoorbeeld worden toegepast bij het hotel contract (een combinatie van huur van goederen (de
hotelkamer), huur van werk en diensten (verwarming, bediening), koop (voedingsmiddelen) en
bewaargeving (bagage)). Deze methode werkt niet wanneer de regels van de verschillende overeenkomsten
onverenigbaar zijn met elkaar (vb. aanneming van werk en koop).

Absorptiemethode: Hierbij is er sprake van een contract met meerdere benoemde overeenkomsten
waarvan de rechtsregels niet volledig verenigbaar zijn met elkaar. In dit geval gaan we enkel rekening
houden met de regels van de benoemde overeenkomst, die het zwaarst doorweegt in de verhouding tussen
de contractanten (bv. koop en aanneming). Hier zijn heel specifieke problemen bij (vb. consumentenkoop:
de koop van een te vervaardigen roerend goed wordt hoe dan ook beschouwd als een koop, hoewel ook
beargumenteerd zou kunnen worden dat een op maat besteld goed een werk tegen betaling is en dus een
aanneming kan zijn.) M.a.w. het is soms moeilijk om te weten welke benoemde OVK het zwaarste
doorweegt.

Indien geen van beide methodes werkt: dan kan de OVK gekwalificeerd worden als eigensoortige (sui
generis) overeenkomst (=een contract dat op zichzelf staat). Eventueel toepassing van bepaalde regels naar
analogie.

Invloed van de kwalificatie door de contractanten
Ceci n’est pas une pipe? Kunnen contractspartijen hun baby (het contract) de naam geven die ze willen?

De rechter is niet noodzakelijk gebonden aan de naam dat aan de OVK wordt gegeven door de
contractspartijen. In beginsel is er contractuele vrijheid voor de contractspartijen, maar je kan bijvoorbeeld
een ‘koop’ geen huur maken, omdat er basisvereisten zijn voor een koop die niet voorkomen in een huur.
Als de rechter een contract anders wil kwalificeren dan de naam die eraan gegeven is, moet hij vaststellen
dat één of meerdere elementen in de OVK niet verenigbaar zijn met de kwalificatie die de partijen eraan
hebben gegeven (anders is er een schending van het beginsel van de bindende kracht der overeenkomsten,
art. 1134, lid 1 BW).

Een courant voorbeeld hiervan is de schijnzelfstandigheid in het arbeidsrecht (een zelfstandig ondernemer
blijkt altijd de werken voor dezelfde opdrachtgever die duidelijk instructies geeft over waar hij moet werken
en voor hoe lang, dit is duidelijk een arbeidsovereenkomst, toch zullen mensen zich voordoen als
zelfstandige omdat deze veel goedkoper zijn om in dienst te nemen dan een werknemer.).

Ook bij de huur komt deze problematiek regelmatig voor. Vaak wordt een contract waarbij een
kantoorruimte die ingericht is ter beschikking wordt gesteld aan een betalende gebruiker, benoemd als een

2

,‘dienstverleningsovereenkomst’. Dit laat toe om de onroerende huur te onderwerpen aan BTW en laat ook
toe dat vervelende bepalingen uit de Handelshuurwet en het algemeen huurrecht worden ontweken.

Bescherming B2C-relaties (consumenten) – rekening mee houden, komt niet voor in de cursus

Het BW is oorspronkelijk geschreven voor de particulier t.o.v. de particulier (verkoop van een huis, huur van
een garage, etc.). Dit was veel minder uitgebreid geregeld dan nu en het was bedoeld voor de ‘burger’.
Ondertussen zijn wij allemaal ‘consumenten’ geworden en worden we beschermd tegenover de
professionele wederpartij die tientallen jaren draconische bedingen bedacht hebben die nadelig waren
voor de ‘burger’.

Op grote mate is er nu Europese wetgeving om de consumenten te beschermen, zo zijn er veel beperkingen
aangebracht aan de contractsvrijheid: handelshuur, pacht, woninghuur, landverzekering...

Voor de consument bestaan er een groot aantal verboden “onrechtmatige bedingen” (vnl. opgenomen in
het Wetboek Economisch Recht). Een onrechtmatig beding kan een beding zijn dat te nadelig wordt geacht
voor de consument, hierbij heeft de rechter een heel brede beoordelingsvrijheid. Er zijn ook enkele
bedingen die verboden zijn t.a.v. de consument, dit is de zogenaamde ‘zwarte lijst’. Deze regelingen worden
opgenomen in WER, Boek VI, Marktpraktijken en consumentenbescherming (artikelen VI.1 - VI.128):
contracten met consumenten en verboden “onrechtmatige bedingen”. Consument en contractuele
wederpartij, de onderneming, zeer ruim gedefinieerd.

Vrijwaren van het contractueel evenwicht: consument is zwakkere partij die niet kan onderhandelen (geen
negotiating of bargaining power, take it or leave it, nadelige toetredings- en adhesiecontracten,
onbegrijpelijke bedingen, enz.). Bv. “plaats van levering steeds geacht de zetel van de verkoper te zijn”:
waar zit de angel? Zie art. 624 Ger.W.

Stelling: regels moeilijk vindbaar voor burger.

Deze algemene regels t.a.v. consumenten hebben een grote impact op benoemde overeenkomsten zoals
vb. koop een aanneming van werk.

Met al deze regels moet rekening worden gehouden bij het sluiten van een contract met een consument
(koop, aanneming van werk...). Voorafgaande kwalificatie wordt altijd maar belangrijker (eerst nagaan of ‘is
dit een consumentenkoop, commerciële koop…’ niet meer gewoon ‘is dit een koop?’)
Dus in feite: altijd voorafgaande kwalificatie, niet alleen “dit is een koop”, maar ook “is dit een
consumentenkoop, een handelskoop, een koop tussen particulieren?” (bv. aankoop en plaatsing ramen).


Stelling: vergaande regulitis, bv. art. VI.37, §1.

“Grijze” lijst: bedingen die de rechter soeverein kan beoordelen op hun onrechtmatigheid, maar die niet
per se onrechtmatig zijn (art. VI.82).

“Zwarte” lijst: bedingen die per se (in elk geval) onrechtmatig zijn (art. VI.83), in totaal 33 gevallen.

Sanctie: nietigheid (relatief) beding (art. VI.84).

Artikel VI.82 WER
Voor de beoordeling van het onrechtmatige karakter van een beding van een overeenkomst worden alle
omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst, alsmede alle andere bedingen van de overeenkomst
of van een andere overeenkomst waarvan deze afhankelijk is, op het ogenblik waarop de overeenkomst is

3

, gesloten in aanmerking genomen, rekening houdend met de aard van de producten waarop de
overeenkomst betrekking heeft.
Voor de beoordeling van het onrechtmatige karakter wordt tevens rekening gehouden met het in artikel
VI.37, §1, bepaalde vereiste van duidelijkheid en begrijpelijkheid van het beding.
De beoordeling van het onrechtmatige karakter van bedingen heeft geen betrekking op de bepaling van het
eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van, enerzijds, de prijs of
vergoeding, en, anderzijds, de als tegenprestatie te leveren goederen of te verrichten diensten, voor zover
die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.

Zwarte lijst: enkele voorbeelden.
- De leveringstermijn van een product eenzijdig bepalen of wijzigen (5);
- De consument te verbieden de ontbinding van de overeenkomst te vragen ingeval de onderneming
haar verbintenis niet nakomt (7);
- De onderneming te ontslaan van haar aansprakelijkheid voor haar opzet, haar grove schuld of voor
die van haar aangestelden of lasthebbers, of, behoudens overmacht, voor het niet-uitvoeren van
een verbintenis die een van de voornaamste prestaties van de overeenkomst vormt (13);
- De wettelijke waarborg voor verborgen gebreken, bepaald bij de artikelen 1641 tot 1649 BW, of de
wettelijke verplichting tot levering van een goed dat met de overeenkomst in overeenstemming is,
bepaald bij de artikelen 1649bis tot 1649octies BW, op te heffen of te verminderen (14);
- Het bedrag vast te leggen van de vergoeding verschuldigd door de consument die zijn verplichtingen
niet nakomt, zonder in een gelijkwaardige vergoeding te voorzien ten laste van de onderneming die
in gebreke blijft (17);
- Een andere rechter aan te wijzen dan deze die is aangewezen door artikel 624, 1°, 2° en 4° Ger.W.,
onverminderd de toepassing van Verordening Brussel I-bis (23).

De bescherming tegen onrechtmatige bedingen is uitgebreid tot B2B relaties (relaties tussen ondernemers
onderling). Nieuwe Titel 3/1 in Boek VI WER (art. VI.91/1 – VI.91/10).

Drie grote lijnen:
- Verbod op misbruiken van economische afhankelijkheid;
- Controle van onrechtmatige bedingen;
- Uitbreiding van de verboden marktpraktijken in een B2B-context.

Onrechtmatige bedingen zijn hierin ook opgenomen in hetzelfde stramien als voor consumenten: algemene
“grijze” zone (art. VI.91/3) plus “zwarte” lijst, maar deze is wel beperkter. Er zijn slechts 4 bedingen
onrechtmatig (dus op de zwarte lijst) (art. VI.91/4) plus 8 bedingen met vermoeden onrechtmatigheid tot
bewijs tegendeel (grijze lijst) (art. VI.91/5).
Sanctie: nietigheid beding (art. VI.91/6).

Wanneer een koop wordt gesloten is deze wet van toepassing maar dit staat niet in de wet over koop zelf, u
moet dit zelf weten en zelf de verbanden kunnen leggen.

Bijzondere commissie onrechtmatige bedingen
Bevoegd voor bedingen zowel tegenover consumenten als tegenover ondernemers (art. VI.86-87 WER en
art. VI.91/8-9). Formuleert aanbevelingen op vraag van de minister, de consumentenorganisaties en de
betrokken interprofessionele en bedrijfsgroeperingen. Kan ook van ambtswege optreden.

Productaansprakelijkheid
Productaansprakelijkheid houdt in dat op een producent het risico wordt gelegd van het feit, dat hij een als
gebrekkig ervaren product in het maatschappelijk verkeer heeft gebracht. Productaansprakelijkheid is een
buitencontractuele en objectieve aansprakelijkheid (dus heeft niets te maken met een contract). Ondanks
de buitencontractuele aard kan de productaansprakelijkheid potentieel een grote rol spelen in contractuele
relaties. In gevallen waarin een gebrekkig product is gebruikt of geleverd door bijvoorbeeld een verkoper of
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliev123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.06  16x  sold
  • (1)
  Add to cart