Dit is een samenvatting voor het vak overheidsfinanciën. De samenvatting is gemaakt op basis van de PowerPoint. Ook is er informatie uit de literatuur opgenomen. De toets heb ik met een 9 gehaald.
Especially week 1 is very well explained. The following weeks are often taken literally from the sheets, I sometimes miss the explanation from the articles.
By: LindatB • 7 year ago
By: emma-julia- • 7 year ago
By: leoniewileenvoldoende • 6 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
00lisa
Reviews received
Content preview
De begroting
Overzicht van kosten en baten.
Geldbedragen, geen prestaties. Maar let op: begroten gaat niet zozeer om €, maar meer om
prestaties binnen de € kaders. De begroting zegt wel wat over prestaties:
1. Door verdeling van middelen is te zien welke prestaties belangrijk worden geacht.
2. Door toelichting op de begroting ook info over prestaties.
In een democratie moeten volksvertegenwoordigers vooraf instemmen met voorgenomen uitgaven
dit budgetrecht vloeit voort uit de gedachte dat de belastingbetalers het recht hebben om te beslissen
wat er met de door hen afgedragen euro’s gebeurt.
Waar gaat het bij overheidsfinanciën om?
• De (besluitvorming over) de uitgaven, de ontvangsten en de leningpolitiek van de overheid.
• De invloed van de overheid op de gang van zaken in de economie.
De overheid is een verzamelbegrip; het omvat: de centrale overheid (het Rijk), overige
publiekrechtelijke lichamen, met name de lagere overheden en volgens de Nationale rekeningen ook:
de organisaties die de sociale verzekeringen uitvoeren
Kenmerken van de overheid
Heeft de bevoegdheid dwingend een bijdrage van gezinnen en bedrijven te vorderen, los van de mate
waarin zij profijt hebben van de door de overheid tot stand gebrachte voorzieningen.
Belastingen: betalingen waar de overheid geen rechtstreekse contraprestatie tegenover stelt
Democratisch beginsel
De rijksbegroting is een formele wet zelfde procedure als gewone wetten. Uiteindelijke
beslissingsmacht (autorisatie) over uitgaven en belastingen ligt bij de volksvertegenwoordiging:
Parlement (Tweede en Eerste Kamer), Gemeente Raad, Provinciale Staten en Waterschappen
Volksvertegenwoordiging stelt de begroting vast.
Begroten is politiek!! Omdat er keuzes worden gemaakt waar geld aan wordt uitgegeven.
1. Democratie
2. Soevereiniteit voor een belangrijk deel uitgeleverd aan Brussel stelt grenzen.
3. Hoeveel ruimte is er voor keuzes? veel verplichte bedragen voor bijv. sociale zekerheid
op korte termijn ligt de begroting vast.
!! Functies van overheidsbegrotingen
1. Autorisatiefunctie.
Nadat de begroting is vastgesteld, is het ambtelijk apparaat gemachtigd uitgaven te doen voor
de in de begroting omschreven activiteiten, tot de daarin aangegeven maximumbedragen.
2. Allocatiefunctie (afwegingsproces).
In de begroting staat het totaal beschikbare middelen vermeld. Beleidsmakers moeten binnen
die financiële ruimte het nut van verschillende uitgaven onderling afwegen (dus als er meer
geld nodig is voor onderwijs, dan is er minder geld beschikbaar voor bijv. defensie). Daarnaast
wordt inzichtelijk of de toewijzing van middelen aan overheidsactiviteiten optimaal is of zij
strookt met de bij de bevolking levende voorkeuren.
3. Beheerstechnische functie.
De begroting is ook het middel om taken te delegeren aan ambtelijke diensten. De hoofden
weten van tevoren over hoeveel middelen zij beschikken om hun diensten uit te voeren. Ze
mogen hun budget niet overschrijden.
4. Controlefunctie (intern en extern).
Controleren van rechtmatigheid en doelmatigheid.
- Rechtmatigheid is de begroting juist en volledig? Is er niet gefraudeerd met
bewijsstukken? Is er voor de gedane uitgaven vooraf toestemming verleend? Etc.
- Doelmatigheid 1. Worden de beoogde doelen wel bereikt (doeltreffendheid) en zo ja, 2.
Gebeurt dit tegen de zo laag mogelijke kosten (efficiency)?
,Begroting: controlefunctie
1. Prestatiemeting. Beschikbaar gestelde middelen bijv. politiebudget personeel en materieel
(input) bijv. aantal agenten en auto’s geleverde productie (output) bijv. opgehelderde
zaken resultaten (outcomes - beleidsdoelstellingen) bijv. veiliger samenleving.
o Beleidsverantwoording. Drie vragen staan centraal, die het jaar daarop worden
geëvalueerd: Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag dat
kosten?
2. Vergelijken van prestaties: benchmarking. Bij benchmarking worden productie- en
exploitatiegegevens van verschillende producenten onderling vergelijken. De organisaties die
in verhouding doelmatig produceren, worden als voorbeeld gesteld voor de minder goede. In
de praktijk is prestatiemeting/benchmarking weerbarstig:
o Vaak is er nog geen begin gemaakt met de verzameling van betrouwbare
prestatiegegevens.
o De omvang van de productie van overheidsinstanties is lastig te meten.
o De kwaliteit van de dienstverlening is vaak nog moeilijker te bepalen.
o Prestatiemeting in collectieve sector zorgt voor meer bureaucratie en roept
strategisch gedrag op.
!! Grondbeginselen begrotingsprocedure
1. Openbaarheid. Deze eis geldt voor zowel de behandeling en vaststelling van de begroting door de
volksvertegenwoordiging als voor de resultaten van de controle op de begrotingsuitvoering door
onafhankelijke instanties.
2. Voorafgaande toestemming. Vloeit voort uit de autorisatiefunctie. Voordat bestuurders geld uit
kunnen geven, moeten zij daarvoor een machtiging hebben gekregen.
!! Uitgangspunten bij opzet van de begroting
1. Eenheid en volledigheid. Alle inkomsten en uitgaven staan in één samenvattend document
tegenover elkaar.
2. Periodiciteit. De autorisatie- en controlefunctie maken het wenselijk dat parlement en
gemeenteraad de begroting op geregelde en niet te ver uiteenliggende tijdstippen vaststellen.
3. Overzichtelijke en doelmatige indeling van inkomsten en uitgaven.
Begrotingsstelsels uitgaven
1. Verplichtingenstelsel het aangaan van verplichtingen door het sluiten van een contract.
De begroting vermeldt de bedragen waarvoor gedurende het begrotingsjaar verplichtingen
mogen worden aangegaan, ongeacht wanneer deze verplichtingen tot betaling leiden.
2. Kasstelsel het betalen aan de leverancier.
Hierbij staan de betalingen centraal die in de begrotingsperiode mogen worden gedaan.
3. Stelsel van baten en lasten verbruik van het goed.
Hierbij gaat het om het gebruik van de productiemiddelen en de daarmee samenhangende
lasten. Uitgangspunt is dat elk jaar zijn eigen lasten draagt.
Onderscheid tussen een gewone dienst en een kapitaaldienst.
- Gewone dienst de ontvangsten en uitgaven die leiden tot een verandering in de omvang
van het vermogen gedurende het lopende jaar (bijv. belastingontvangsten en salarissen).
De uitgaven op de gewone dienst worden lopende uitgaven genoemd.
- Kapitaaldienst hierop worden transacties geboekt die de omvang van het vermogen
ongewijzigd laten en die uitsluitend de samenstelling van het vermogen beïnvloeden (bijv.
de ontvangen aflossing van een eerder verstrekte lening en een betaling wegens aankoop
van een stuk grond). Op de kapitaaldienst worden de kapitaaluitgaven (aanschaf
investeringsgoederen) en de kapitaalopbrengsten (verkoop van kapitaalgoederen en
deelnemingen) verantwoord.
Rijksoverheid: 1+2 verplichtingen-kasstelsel.
Gemeenten en Provincies: 3
De begrotingscyclus (= het tijdsverloop waarbinnen alle handelingen inzake de begroting voor een
bepaald jaar zich afspelen). Begroting heeft betrekking op één jaar, begrotingscyclus langere periode.
, Vijf fasen in de begrotingscyclus:
Fase 1: de voorbereiding.
De financiële gevolgen van het bestaande beleid voor de komende begrotingsperiode worden bepaald.
Kaders kabinetsformatie, rijksbegrotings-voorschriften, beleidsbrieven ministers, kaderbrief
(belangrijke rol: Minister van Financiën, Ministerraad).
Fase 2: de vaststelling
Gemaakte keuzen worden in de vorm van een ontwerpbegroting aan de volksvertegenwoordiging
voorgelegd. Zij stelt de begroting vast en bepaalt of het voorgenomen beleid mag worden uitgevoerd.
Budgetrecht, amendementen, algemene politieke beschouwingen, algemene financiële beschouwingen.
Fase 3: de uitvoering.
In deze fase wordt het vastgestelde beleid omgezet in uitgaven. Ook blijkt dat er tussentijds
voortdurend bijsturing van het beleid nodig is.
Gebeurt door individuele ministers, toezicht op uitvoering: Minister van Financiën.
Fase 4: opstellen van de rekening en de controle op de begroting.
Fase 5: de verantwoording over het gevoerde beleid en beheer.
Rapportages/ interne en externe controle: is degene die betaling heeft gedaan daartoe gerechtigd? Geld
niet aan andere zaken uitgegeven? Geen overschrijdingen?
Algemene Rekenkamer: toetsen van rechtmatigheid, doelmatigheid, doeltreffend en integer
functioneren rijksoverheid.
Budgetdiscipline
Het regeerakkoord legt het uitgavenkader voor de lopende kabinetsperiode vast. Als de
overheidsuitgaven hoger zijn dan het geldende regeerakkoord en de aanvullende afspraken van het
begrotingsjaar, dan moet een kabinet corrigerende maatregelen treffen. De begrotingsregels geven aan
wie moet compenseren voor hogere dan geraamde uitgaven of bij tegenvallende ontvangsten.
Volgens de begrotingsregels moeten compenserende ombuigingen allereerst worden gezocht op de
begroting van de minister waar de overschrijding zich voordoet. Hij moet via specifieke compensatie
zelf voor zorgen da de uitgaven op zijn begroting binnen de perken blijft.
Als dit niet lukt de minister van Financiën gaat akkoord met compensatie in latere jaren. Voor het
lopende jaar wordt de overschrijding weggestreept tegen meevallers elders op de begroting. Dit heet
generieke compensatie.
Meevallers mogen in principe niet worden gebruikt voor verhoging van andere uitgavenposten op
eigen terrein.
Normen voor overheidsfinanciën
Waarom normen?
- De overheid vormt in de samenleving en economie een stabiliserende factor, als zij zich
zo veel mogelijk aan vaste normen houdt.
- Politici, beleidsambtenaren en uitvoerende instanties moeten weten waar zij in financiële
zin aan toe zijn allocatiefunctie en beheersfunctie komen beter tot hun recht.
- Ministers zijn gedwongen tot het maken van harde keuzen om binnen het budget te blijven
- Normen leggen het parlement aan banden.
- Begrijpelijke normen zijn ook nuttig voor kiezers die zich een oordeel willen vormen over
de degelijkheid van het gevoerde financieel-economische beleid.
Voorwaarden effectieve normen: helder, voldoende politiek draagvlak, zo weinig mogelijk vatbaar
voor manipulatie, controleerbaar/toetsbaar, bijdragen aan bestuurlijke rust.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 00lisa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.