DEEL 4: Studie van de activa
HF1: Waardering vaste activa: begrippen
Verwerving:
- Aankoop -> inclusief bijkomende kosten
- Zelf vervaardigen -> direct kosten verplichten indirecte kosten optioneel
- Inbreng
Wijziging in waardering:
- Afschrijving
Aankopen van vaste activa: grote investering waarvan de voordelen over meerdere
jaren zijn gespreid
Vaste activa dalen in waarde door slijtage -> afschrijving
Kosten omwille van periodetoerekeningsprincipe
Geen impact op geldstroom
Activa van beperkte levensduur
Diverse afschrijvingsmethode, meest voorkomend:
o Lineaire afschrijvingen (zie foto)
o Degressieve afschrijvingen volgens vast percentage op boekwaarde
- Niet-recurrente afschrijvingen
Activa van beperkte levensduur
Tengevolge economische en technologische evoluties
VB. door extra concurrentie is de marktwaarde
van de machine aan het einde van 20x3 €32 000
Recurrente afschrijving in 20x3 = 20 000 ->
BW = 40 000
Niet-recurrente afschrijving in 20x3 = 8
000 -> BW = 32 000
Impact op balans en resultatenrekening
=> A daalt en K stijgt
- Waardevermindering
Activa van onbepaalde levensduur
Indien reële waarde blijvend lager is dan
boekwaarde
Impact op balans en resultatenrekening =>
A stijgt en K daalt
- Terugname van afschrijvingen en waardeverminderingen
Recurrente (normale) afschrijvingen volgens plan worden in principe niet
teruggenomen
Niet-recurrente afschrijvingen MOETEN worden teruggenomen, indien de
voorwaarde voor deze afschrijvingen niet meer vervuld zijn.
1
, Waardeverminderingen MOETEN worden teruggenomen, indien de geboekte
waardevermindering hoger is dan noodzakelijk volgens de normen van
voorzichtigheid.
Activa stijgt En opbrengst stijgt of kost daalt.
- Herwaardering:
Indien de waarde van sommige activa uitstijgt boven hun boekwaarde, mag de
onderneming deze waarden herwaarderen.
Voorwaarden
o Vaststaand en duurzaam
o Rendabiliteit
o Enkel voor MVA (materiële vaste
activa) en FVA (financiële vaste
activa)
Actief stijgt en passiva stijgt
- Realisatie
Verkoopprijs vast actief -> geen opbrengst
Verkoopprijs vergelijken met boekwaarde vast actief
Ontstaan van meerwaarde of minderwaarde bij realisatie verkoop vast actief
Oprichtingskosten
1. Inhoud van deze rubriek
Onder deze post worden vermeld, voor zover ze iet op een andere wijze ten laste van de
resultatenrekening van het lopende boekjaar worden gebracht:
- 200 Kosten van oprichting, kapitaalverhoging of verhoging van de inbreng
- 201 Kosten bij uitgifte lening
- 202 Overige oprichtingskosten
- 204 Herstructureringskosten
2 opties voor de boekhoudkundige verwerving van de oprichtingskosten:
- De kosten kunnen worden verwerkt via de geëigende
kostenregelingen van klasse 6 van het MAR. Zo zijn de
kosten volledig ten laste van de resultatenrekening van
het lopende boekjaar gebracht.
- Deze kosten kunnen eveneens geactiveerd worden door ze
te boeken op een rekening uit klasse 2. In dat geval kunnen
deze kosten gespreid worden over diverse boekjaren via
het systeem van afschrijvingen.
2. Situering in de balans en het MAR
Balans : oprichtingskosten => code 20
3. Kosten van oprichting kapitaalverhoging
3.1 Indeling
de kosten m.b.t. de oprichtingskosten en kapitaalverhoging worden geboekt op rekening 200; Vb:
- Kosten van inschrijving bij kruispuntbank van ondernemingen
- Registratierechten
- Honoraria van de advocaat, accountant, notaris,…
2
, 3.2 Boekhoudkundige verwerking van de verwerving
Bij de verwerving worden de kosten van oprichting en kapitaalverhoging gewaardeerd tegen
aanschaffingswaarde.
3.3 Boekhoudkundige verwerking van een wijziging in de waardering
3.3.1 Waardedalingen – afschrijvingen
Correctierekening = verschil tussen debetsaldo van de rekeningen 20000 en het credit saldo van
rekening 20009 worden in de balans geregistreerd naast code 20.
Oprichtingskosten dienen volledig afgeschreven te worden indien de onderneming haar activiteiten
niet zal voortzetten. In dat geval verhoogt het afschrijvingspercentage tot 100%. De aanvullende
afschrijvingen worden dan aanzien als niet-reccurente bedrijfskosten.
3.3.2 Waardestijgingen – herwaarderingen
De kosten van oprichting en kapitaalverhoging komen NOOIT in aanmerking voor herwaardering.
4. Kosten bij uitgifte van leningen
4.1 Indeling
de kosten worden bij activering geregistreerd op de rekening 201. Voorbeelden:
- Dossierkosten door de lening verstrekker aangerekend
- De kosten en waarborgen verbonden aan de lening
- Notariskosten ivm uitgiften van lening
- Emissiekosten ingevolge publiciteit, drukwerk
4.2 Boekhoudkundige verwerking van de verwerving
Zie voorbeeld
4.3 Boekhoudkundige verwerking van een wijziging in de waardering
Veronderstel dat het bestuursorgaan van de onderneming per inventarisdatum beslists de kosten
van voorgaande obligatielening af te schrijven, over de looptijd van de lening.
Deze afschrijvingskosten betekenen een verhoging van de financiële kosten voor
de onderneming. Rekening 6501 wordt gedebiteerd voor het jaarlijkse
afschrijvingsbedrag. En rekening 2019 wordt gedebiteerd.
Het verschil tussen het debetsaldo en het creditsaldo vertegenwoordigd de boekwaarde van deze
kosten en verwerken we op de actiefzijde van de eindbalans onder oprichtingskosten.
5. Overige oprichtingskosten
5.1 Indeling
Deze kosten worden verwerkt op rekening 2020. Ze kunnen gemaakt worden bij de start van de
onderneming of telkens de onderneming een nieuwe ontwikkelingsfase ingaat. Er dient wel
nagegaan te worden of deze kosten dan iet behoren tot de immateriële vaste activa. Vb:
- Promotie- en aanvangsreclamekosten
- Onderzoekskosten bij de start van de onderneming
- Prospectie- en publicatiekosten in verband met de nieuwe activiteit
5.2 Boekhoudkundige verwerking van de verwerving
De boekhoudkundige registratie van de verwerving zowel door aanschaffing bij derden als door eigen
werken, geschiedt analoog met deze van de kosten van oprichting en kapitaalverhoging.
5.3 Boekhoudkundige verwerking van een wijziging in de waardering
De boekhoudkundige registratie van afschrijvingen met betrekking tot de overige oprichtingskosten
geschiedt analoog met de kosten van de oprichting.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marievangenechten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.24. You're not tied to anything after your purchase.