5.2 Beroep & welzijnsbeleid
toets:
schriftelijke toets
De toets bestaat uit vijf vragen (ingedeeld met a-, b- en c-vragen) bij praktijkvoorbeelden en
casussen. De toets is gebaseerd op de uitvoering van de Wmo 2015 door de gemeente Hoorn. Je mag
bij de toets de beleidsregels Wmo 2015 van de gemeente Hoorn gebruiken. Bereid je voor aan de
hand van leeractiviteiten waarin ook oefenmateriaal is opgenomen.
• Je hebt kennis van de uitgangspunten van het huidige welzijnsbeleid en van de werkterreinen en
rollen van sociaal werkers. Je bent in staat kennis van de WMO toe te passen bij het geven van
informatie en advies aan mensen met ondersteuningsvragen.
• Dit houdt het volgende in:
1. Je kunt het idee achter de transformatie en de transities uitleggen in de context van
maatschappelijke problemen en verantwoordelijkheden.
2. Je kunt bij een voorbeeld van een sociaal probleem uitleggen wat de taken en
verantwoordelijkheden van de gemeente zijn vanuit de WMO 2015, hoe beleid tot stand komt en
van welke beleidsinstrumenten een gemeente gebruikmaakt.
3. Je kunt beoordelen of vragen of problemen bij cliënten of cliëntgroepen onder de werkingssfeer
van de WMO 2015 vallen.
4. Je kunt voor concrete situaties van hulpvragers (enkelvoudig, meervoudig en multiprobleem)
binnen beleid en de regelgeving uitzoeken hoe de toeleiding naar voorzieningen binnen een
gemeente is georganiseerd en antwoorden vinden op ondersteuningsvragen.
5. Je kunt bij concrete casussen uitleggen hoe sociaal werkers vanuit hun werkterreinen en kerntaken
betrokken zijn bij de uitvoering van het WMO beleid. In de uitleg betrek je het onderscheid tussen
toeleiding naar ondersteuning en uitvoering van ondersteuning in het kader van de WMO 2015.
,Informatie.
gemeente en het sociale domein:
de overheid draagt wetten over naar gemeentes. De gemeentes mogen hier form aangeven (binnen
de wetten). Dit heet decentralisatie
Gemeente:
door de beleidsvrijheid kunnen gemeentes inspelen op lokale omstandigheden. zoals demografische
en sociaaleconomische
2015 transitie en transformatie
• Uitbreiding gemeentelijke verantwoordelijkheden
• Transitie: meer bevoegdheden toegekend aan de gemeente op basis van de Jeugdwet, de WMO
2015 en de Participatiewet.
• Ander gedrag van burgers, professionals, instellingen en gemeenten
• Transformatie: begrippen als ‘meedoen’, ‘zelfredzaamheid’, ‘samenredzaamheid’ en de
‘participatiesamenleving’ staan centraal. Maatwerk, integrale en samenhangende aanpak van
problemen, meer zelfredzaamheid en meer preventie zouden leiden tot lagere uitgaven.
• Vermaatschappelijking: meer hulp, ondersteuning en zorg in en door de samenleving
Social-work:
Doelen:
- bevorderen van maatschappelijke veranderingen en ontwikkelingen
- bevorderen van sociale cohesie
- bevrijden van mensen uit onderdrukking en hen bemoedigen en ondersteunen om vastgelopen
situaties los te wrikken.
gebaseerd op deze Fundamentprincipes:
- sociale rechtvaardigheid
- mensenrechten
- collectieve verantwoordelijkheid
- respect voor diversiteit
kennis:
- theorieen over sociaal werk
- kennis uit de sociale wetenschappen en geesteswetenschappen
- lokale kennis uit de gemeenschappen waarin sociaal werk zich beweegt.
betekenis sociaal werk:
1. Staat voor een cluster van beroepen in de sector zorg en welzijn
2. Staat voor een sector of domein in zorg en welzijn
3. Staat voor een specifieke opleiding
4. Staat voor een kennisdomein.
, kerntaken van sociaal werk:
- ondersteunen en wegwijs maken.
- voor iemand zorgen
- ontwikkelen en opvoeding
- ingrijpen en optreden
- gedrag beïnvloeden
- verhoudingen beïnvloeden
- signaleren en agenderen
Werkterrein van sociaal werker:
- welzijn en samenleving (buurten en wijken)
- jeugddomein (helpen kinderen in het vinden van hun plek in de samenleving)
- langdurige zorg (beperking op fysiek, verstandelijk, psychisch en sociaal gebied centraal)
individueler, socialer en complexer:
meer kunnen aanpassen door meerder groepen (werk, insta, facebook). Complexer door meer kennis
en wij hierdoor meer willen en moeten doen. Individueler is met gezinnen die scheiden en vaker
verhuizen en veranderen van baan. Meer mensen in ggz of jeugdzorg doordat het leven
ingewikkelder is en je sociaal handig moet zijn.
Beleidstrends die met de omslag van de klassieke naar de activerende verzorgingsstaat gepaard
gaan:
1. Lokalisering. (meer verantwoording naar gemeenten)
2. Opkomst preventie. (aanpak van maatschappelijke problemen rond veiligheid, gezondheid, welzijn
en leefbaarheid).
3. Versterking burgerschap en civil society (burgers grotere verantwoordelijkheid te laten nemen).
4. Vermaatschappelijking van de zorg (zorg meer in en door de samenleving vorm krijgt)
5. Privatisering (de overheid taken en diensten af stoten en over te laten aan de markt).
verschillende rollen:
1. Veranderaar (verandering aanbrengen)
2. Verbinder (niet aan 1 iemand sleutelen de omgeving moet mee veranderen)
3. Onderzoeker (waar bepaalde gedragingen vandaan komen onderzoeken)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterreachterhuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.