AQA GCSE GEOGRAPHY Paper 1 Living with the Physical Environment QP 2019
All for this textbook (1)
Written for
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Aardrijkskunde 2e graads
Fysische Geografie
All documents for this subject (15)
1
review
By: gerjanokken • 6 year ago
Seller
Follow
vers1604
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 3: Luchttemperatuur
p.84 De toename van CO2
Het broeikaseffect is de belangrijkste factor in de toenemende temperatuur op aarde. Plankton en
bos nemen CO2 op, het is lastig te voorspellen hoe de toename of het verloop van de hoeveelheid
broeistofgassen in de toekomst zal verlopen, ook omdat we niet weten hoe het brandstofverbruik de
komende jaren / eeuwen zal toe- of afnemen.
p.85 Oppervlakte- en luchttemperatuur
Luchttemperatuur wordt gemeten op 1.2 m boven de grond. Bepalend voor ons leven, de flora en
fauna en een belangrijk kenmerk voor klimaat.
De luchttemperatuur wordt door 5 factoren beïnvloed:
1. Breedtegraad; (hoelang is er zonneschijn, hoeveel zonne-energie om de lucht te verwarmen),
hoe hoger de breedtegraad, hoe groter de verschillen gedurende het jaar (seizoenen).
2. Type oppervlakte; materialen in een stad (asfalt, tegels e.d.) bevatten weinig water, dus er is,
tijdens de verdamping, weinig verkoeling van de lucht. Daarnaast absorberen deze
materialen meer zonne-energie dan vegetatie. (albedo)
3. Kustgebied of binnenland? De oceaan zorgt voor minder temperatuurschommelingen
gedurende een jaar omdat water langzamer afkoelt en verwarmt. Luchtstroom vanaf het
water beïnvloed zo de temperatuur.
4. Hoogte; op grotere hoogte is er minder atmosfeer boven het oppervlak, een minder
effectieve deken. Meer warmte ontsnapt richting de ruimte.
5. Circulaties in atmosfeer en oceanen; temperatuur kan snel veranderen wanneer de lucht van
het ene gebied naar het andere wordt getransporteerd.
Oppervlaktetemperatuur
Temperatuur is de gemeten hoeveelheid kinetische energie van de atomen in een substantie.
De temperatuur stijgt wanneer er nieuwe energie (zonne-energie bijvoorbeeld) wordt toegevoegd.
Het daalt wanneer energie wordt uitgestraald of doorgegeven. Energieoverdracht vindt plaats aan de
oppervlakte van een vast of vloeibaar voorwerp.
De oppervlakte kan worden afgekoeld of opgewarmd doornetstraling, de balans tussen inkomende
korte- en uitgaande lange golfstroom. Overdag overheerst de inkomende straling van de zon (korte
golf) en verwarmt het oppervlak, ’s nachts is het andersom, dus negatieve netstraling.
Conductie: door direct contact stroomt voelbare warmte van een warm naar een koud object.
Overdracht van latente warmte: waterdamp verkoeld een oppervlak doordat het energie van het
oppervlak onttrekt door van vloeibaar naar gas te transformeren. Andersom komt latente warmte
vrij bij condensatie en wordt het oppervlak warmer.
Convectie: warmteoverdracht door het mixen van vloeistoffen. Maar ook afkoeling van de bodem
door erover waaiende koele lucht.
p.86 Lucht temperatuur
Luchttemperatuur kan erg verschillen van de bodemtemperatuur. Denk maar aan met blote voeten
buiten lopen in de zomer.
Gemiddelde dagelijkse luchttemperatuur = gemiddelde van dagelijkse maximum- en minimumtemp.
Gemiddelde maandelijkse luchttemperatuur = gemiddelde dagtemperatuur van die maand.
Samen met neerslag geeft het een beeld van het klimaat van een weerstation.
,p.87 Temperatuur dicht bij de grond
Vlak boven de grond wisselt de temperatuur gedurende de dag het sterkst.
Omgevingscontrast; stedelijke en landelijke temperaturen
Op een warme dag voelt een landelijke omgeving koeler aan. Door transpiratie komt water via
begroeiing (wortels – steel – blad) in de buitenlucht. Het koelt de bladeren en de omgeving. We
noemen dit proces verdamping.
Stedelijk gebied is donker en absorbeert veel zonne-energie. Regenwater wordt meteen via goten en
riolering afgevoerd, er vindt weinig verdamping en dus verkoeling plaats. Daarnaast warmt de stad
op door overtollige energie van gebouwen (airco blaast warme lucht in de stad) en warmt gedurende
de winter de stad zelfs boven de luchttemperatuur.
p.89 Het stedelijke warmte-eiland
In een stadcentrum is het meestal een paar
graden warmer dan in de buitenwijken of op het
platteland. Omdat de temperatuur er significant
hoger is, noemen we een stedelijk gebied ook
wel een stedelijk warmte-eiland. Ook ’s nachts
blijft dit warmte-eiland in stand, het geeft
warmte af aan de grond en aan de lucht
(conductie)
De gevolgen van dit warmte-eiland zijn groot. Het koelen (airco) van de stad kost veel energie, dit
zorgt voor veel uitstoot van CO2, vervuilt de lucht en kan smog veroorzaken. Daarom worden lichte
bouwmaterialen gebruikt om zonne-energie meer te reflecteren. In een woestijnstad (Las Vegas) kan
de verdamping door het aanwezige groen in de stad de stad koeler laten aanvoelen dan de
omringende woestijn.
p.90 Hooggebergte omgeving
Hooggebergte; ijlere lucht, je verbrandt sneller in de zon, de temperatuur daalt als jij stijgt. En het
verschil tussen dag- en nachttemperatuur groeit sterk met de hoogte (behalve in stedelijk gebied).
Er is minder lucht boven je, dus de luchtdruk is laag. De luchtdruk in je longen dus ook! Minder
moleculen verspreiden en absorberen zonne-energie, dus de stralen voelen er sterker.
Minder CO2, minder waterdamp, dus minder broeikaseffect.
p.91 Temperatuur inversie
In een kalme, heldere nacht zien we een omgekeerd patroon (inversie); bij de grond is het kouder,
onder een deken van warmere lucht daarboven. Door een negatieve netto straling zendt de grond
veel lange golfstraling uit. Je kunt dan vorst aan de grond krijgen.
p.92 Temperatuurindexen
Deze indexen zijn indicatoren van de impact van temperatuur op omgeving en leven.
Meer bekend:
Gevoelstemperatuurindex; temperatuur en windsnelheid. Bewegende lucht verwijderd latente en
voelbare warmte van onze huid. Voelt dus koel aan in de zomer (verdampen van zweet), koud in de
winter (verwijderd de warmte en laat ons meer kou ervaren, kouder dan de gemeten temperatuur).
De hitte-index; een indicatie van hoe warm we het hebben op basis van temperatuur en relatieve
luchtvochtigheid (= percentage van max. mogelijke luchtvochtigheid). Bij hoge luchtvochtigheid
verdampt er minder water van onze huid en voelen we ons warmer.
2
Fysische Geografie Samenvatting H3 Luchttemperatuur
, p.93 Temperatuurstructuur van de atmosfeer.
Het afnemen van de temperatuur met het
toenemen van de hoogte noemen we de
vervalratio. Gemiddeld daalt de temperatuur
6,49 0C per kilometer stijging. Dit gemiddelde
kennen we als de omgevingstemperatuur
vervalratio. Dit dalen zet door tot ongeveer 12
km hoogte. Deze luchtlaag noemen we de
troposfeer. Rond de 14 km hebben we de
tropopauze, daarboven de stratosfeer.
p.94 Troposfeer
Troposfeer is de laagste laag van de atmosfeer.
Het is het dikst boven de evenaar (16 km) en
wordt naar de polen toe dunner (6 km).
Waterdamp, weer, neerslag en alle weerprocessen vinden binnen deze laag plaats. Aerosolen zijn
kleine luchtdeeltjes die in deze laag ‘rondwarrelen’ en makkelijk in beweging gebracht worden door
bewegende lucht. Denk aan waterdamp, rook, vulkaanuitbarstingen, industrie, bosbranden,
meteorieten die stof afstaan, uitlaatgassen, enz. Aerosolen zijn belangrijk omdat waterdamp zich
eraan kan hechten en druppels kan vormen. Ze verspreiden of weerkaatsen zonlicht en verlichten de
lucht, terwijl ze de intensiteit van de zonnestraling terugdringen.
De overgang tussen troposfeer en stratosfeer noemen we de tropopauze.
Stratosfeer en bovenliggende lagen
Boven de troposfeer tot ongeveer 50 km hoogte. De temperatuur stijgt in deze laag weer iets. Er
waait een harde, constante wind van west naar oost. De troposfeer en de stratosfeer mixen niet
echt. Daardoor is er weinig waterdamp in de stratosfeer. De ozonlaag bevindt zich in de stratosfeer.
Deze houdt de schadelijke, ultraviolette straling tegen. Deze ozonlaag laat de temperatuur in de
stratosfeer stijgen omdat ze zonne-energie absorbeert.
Temperatuur stopt met stijgen bij de stratopauze. Daar begint de mesosfeer. Hierin daalt de
temperatuur weer, hoe hoger we komen. Dit gaat door tot de mesopauze, daarboven vinden we de
thermosfeer.
Ook hier stijgt de temperatuur weer met
het toenemen van de hoogte. Er is evenwel
weinig luchtdruk, dus houdt de laag weinig
warmte vast.
De HOMOSFEER is de laag van de eerste
100 km van de atmosfeer. De samenstelling
van de lucht (gassen) is daar uniform.
Boven de homosfeer vinden we de
HETROSFEER, waar de verschillende gassen
zich in lagen bevinden, afhankelijk van hun
gewicht en / of elektrische lading.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vers1604. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.