100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete samenvatting voor IASW $4.34   Add to cart

Summary

Complete samenvatting voor IASW

5 reviews
 510 views  25 purchases
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting voor IASW: hoorcolleges, werkcolleges, henslin en de artikelen.

Preview 2 out of 13  pages

  • November 7, 2016
  • 13
  • 2016/2017
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: sdsiemelink • 7 year ago

review-writer-avatar

By: aswwatkunjeermee • 8 year ago

Translated by Google

in brief

review-writer-avatar

By: elladegr • 7 year ago

review-writer-avatar

By: maaikedenbakker • 8 year ago

review-writer-avatar

By: femkegjeltema • 5 year ago

avatar-seller
Samenvatting IASW
Sociale ongelijkheid
Klassiek
M. Weber (2012). De protestantse ethiek en de geest van het kapitalisme
Weber stelt dat de wortels van het kapitalisme te vinden zijn in de structuren van religie. Hij beweert
namelijk dat de werkethiek van protestanten en katholieken compleet anders is.

In de protestantse leer is er sprake van predestinatie: bij de geboorte is er door god besloten of je naar
de hemel of de hel gaat. Mensen ervaren hierdoor onzekerheid en angst, zij weten immers niet of zij
uitverkoren zijn. Hierdoor gaan mensen opzoek naar bevestiging, zij vinden deze is successen op het
gebied van werk. In de protestantse werkethiek (PWE) staat werk dus centraal, wordt hard werken en
burgerschap als plicht gezien, is succes belangrijk en is vrije tijd en consumptie verdacht. Hierdoor sluit de
PWE naadloos bij het kapitalisme aan en stimuleert de PWE het door de volgende factoren: ophoping van
bezit wat leidt tot rijkdom, economische rationele levenshouding, willige en flexibele beroepsbevolking
en de sobere en uniforme levensstijl (hierdoor weinig uitgaves aan vermaak/luxe en veel aan
investeringen). De opvattingen van Calvijn sluiten bij deze ideeën aan.

In het katholicisme heeft werk een minder belangrijke betekenis, maar komt contemplatie (het denken
aan god) op de eerste plaats. Zij hadden ook bepaalde regels die winstsucces tegenwerkte, zoals het
renteverbod.

Henslin H.6: Economic problems: poverty and wealth.
Door de volgende factoren hebben invloed op de kans op armoede:

 Woonomgeving: stad of platteland?
 Ras-etniciteit
 Leeftijd
 Het aantal ouders
 Hoogte van salaris

Lewis: arme mensen hebben de culture of poverty ontwikkeld, een manier waarop zij altijd arm zullen
blijven (zie hieronder). Tegenovergesteld hieraan is de culture of wealth, dit zorgt ervoor dat mensen niet
naar beneden zullen vallen op de sociale ladder.

De meest geïndustrialiseerde landen hebben vrij weinig armoede (residual poverty), terwijl de minst
geïndustrialiseerde landen veel armoede hebben (mass poverty). Enkele redenen waarom sommige
landen steeds arm blijven:

 Economische kolonisatie: geïndustrialiseerde landen buiten deze landen uit, door het goedkoop
inkopen van ruwe producten om ze vervolgens duur te verkopen. Door lage prijzen en de
groeiende populatie, vallen deze landen steeds verder in schuld en hebben geen geld over voor
hun eigen industrialisatie.

,  De nationale power elite: er bestaat een verborgen elite die de bronnen van het land gebruikt
voor eigen gewin.
 A culture of poverty: angst voor het falen bij het proberen van nieuwe methoden.

Hoe het sociaal beleid zich vormt m.b.t. armoede hangt af van waar mensen verwachten dat de oorzaak
ligt. Ligt het bij mensen?  beleid richt zich op het vormen van zelfdiscipline. Ligt het buiten mensen? 
beleid richt zich op baantraining en stimulering van de economie.

Conflict theoretici stellen dat er een onderliggende reden is waarom armen worden geholpen. Ze dienen
namelijk als een controle op werkelozen. Tijdens pieken in de economie zijn ze nodig, maar tijdens dalen
moeten ze in leven worden gehouden.

Overige belangrijke stof
Karl Marx: de kapitalisten staan tegenover de arbeiders. Door concurrentie daalt de winst en zijn
kapitalisten geneigd om arbeiders minder te betalen en uit te buiten (Verelendung). De kloof tussen arm
en rijk wordt steeds groter. Een politieke organisatie van de arbeiders zou druk kunnen uitvoeren, echter
geloofde Marx dat er een revolutie zou ontstaan.

Modern
Pierre Bourdieu (1992). Economisch kapitaal, cultureel kapitaal, sociaal kapitaal
Bourdieu wil geen de structure/agency debat (= wordt individueel handelen bepaald door de structuur, of
hebben individuen zelf een mate aan handelingsvrijheid?). Hij gaat uit van het genetisch structuralisme:
er bestaan onbewuste structuren die ten grondslag liggen aan sociale verschijningen. Deze structuren zijn
zelf gestructureerd en geven structuur aan het handelen, daarom spreek je van structurerende,
gestructureerde structuren. Als je deze structuren wilt bestuderen kan dat niet zonder mentale
structuren en moet je mensen in de praktijk bestuderen.

Mensen staan in relatieve verhouding met elkaar, dit zorgt voor een sociale ruimte. Dit houdt in dat wij
verschillend in relatie met elkaar staan. Hierdoor maken wij ook verschil, doordat we onszelf boven,
onder, tussen of bij iemand plaatsen.

De kernconcepten van Bourdieu:

 Kapitaal
o Economisch kapitaal: geld en vermogen.
o Sociaal kapitaal: jouw netwerk.
o Cultureel kapitaal: prestige. Het wordt gevormd de sociale locatie en draagt bij aan de
voortzetting van sociale stratificatie en ongelijkheid. Scholing functioneert hier als een
poortwachter. Er zijn drie verschillende soorten cultureel kapitaal:
 Geobjectiveerd (kunst, kleding, woning)
 Geïnstitutionaliseerd (diploma’s)
 Geïnternaliseerd/belichaamd (taal, kennis van sociale presentatie)
 Habitus: verschillende definities: de schakel tussen structuur en handelen, belichaamde kennis,
verinnerlijking van de structuur, enabling & constraining, of het product van socialisatie. De
belangrijkste factor binnen de habitus is de klasse. De soort klasse waarin je bent geboren brengt
bepaalde gebruiken mee en kan hierdoor voor ongelijkheid zorgen.
 Veld: de domeinen van het sociale leven. Mensen zijn voortdurend in strijd om zijn/haar positie
te behouden of te verhogen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Dhav. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.34  25x  sold
  • (5)
  Add to cart