Samenvatting (zelfstudie) literatuur welvaartsziekten (blok 1/3) - Begeleiden naar verantwoord sporten en bewegen
12 views 0 purchase
Course
Begeleiden naar verantwoord sporten en bewegen
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
Samenvatting van de (zelfstudie/voorbereidende) literatuur voor de minor 'Begeleiden naar verantwoord sporten en bewegen', Fontys Sporthogeschool.
In deze samenvatting wordt de stof behandeld van het eerste blok van deze minor: de welvaartsziekten (Metabole aandoeningen, cardiovasculaire aandoen...
Samenvatting literatuur welvaartsziekten (blok 3) – Begeleiden naar
verantwoord sporten en bewegen
Voorbereiding week 3.1 – Metabole aandoeningen
Coburn & Malek – H19: Clients with nutritional and metabolic concerns
Overgewicht of obesitas
Overgewicht = BMI 25-29.9 kg/m2
Obesitas = ≥30 kg/m2
Het meten van een BMI is niet geschikt voor getrainde atleten met veel spiermassa en ook
niet voor ouderen die veel spiermasse verloren hebben.
BMI = gewicht / (lengte x lengte)
Verschil overgewicht en obesitas:
- Mensen met obesitas hebben een veel grotere vetmassa ontwikkeld, zonder een
bijkomende spiermassa
- Mensen met obesitas hebben over een veel langere tijd een positieve energiebalans
gehad. Niet alleen door verminderde fysieke activiteit, maar ook door te veel eten.
- Mensen met obesitas hebben een hoger rustmetabolisme en verbruiken meer
energie bij activiteiten dan mensen met overgewicht of normaal gewicht. Dit omdat zij
meer gewicht meedragen.
Oorzaken overgewicht en obesitas:
- Gedrag en omgeving zijn van grote invloed op het ontwikkelen van overgewicht en
obesitas. Factoren uit de omgeving kunnen zijn:
o Aanbod van eten
o Sociale economische status
o Geen mogelijkheid tot sporten (in de buurt)
Factoren van het gedrag kunnen zijn:
o Eetpatroon
o Bewegingspatroon
- Naast gedrag en omgeving spelen genetische en metabolische factoren ook mee. Dit
kunnen zijn:
o Verschil in rustmetabolisme
o Levels van lipoproteïne lipase en andere enzymen
o De activiteit van het sympathische zenuwstelsel
o Dieet-geïnduceerde thermogenese
Er zijn 2 typen vet distributie/verdeling:
- Gynoïde obesitas => peervormig lichaam
= vet zit voornamelijk rond heupen en dijen opgeslagen
- Android obesitas => appelvormig lichaam
= vet zit voornamelijk in de romp en buik opgeslagen
,Deze grote hoeveelheid vet rondom de buik is een risicofactor voor:
- Diabetes type II
- Hart- en vaatziekten
- Hypertensie (hoge bloeddruk)
- Hyperlipidemie (hoog cholesterol)
- Beroerte/CVA/stroke
De middelomtrek en waist/hip ratio zijn betere metingen om het risico op hart- en vaatziekten
te voorspellen dan BMI. Een huidplooimeting is niet geschikt voor mensen met obestias.
Voordelen van beweging in een weight loss program:
- Het vergroot het energieverbruik
- Het verlaagt het risico op hartziekten meer dan gewichtsverlies alleen kan
- Het helpt lichaamsvet te verminderen en voorkomt spierafbraak, wat vaak optreedt bij
gewichtsverlies
- Het verlaagt abdominaal vet
- Het verlaagt de insuline resistentie
- Het draagt bij aan een beter dieet
- Het kan de daling van het rustmetabolisme, als gevolg van een lage calorie inname
niet voorkomen, maar wel minimaliseren
- Het verbetert de stemming en het algemeen welzijn
- Het verbetert het lichaamsbeeld
- Het verhoogt het gevoel van eigenwaarde
- Het dient als een coping startegie
Personal trainers moeten mensen met overgewicht of obesitas, maar ook cliënten met een te
hoog cholesterol of diabetes, doorverwijzen naar een diëtist. Aanbeveling: dieet van 500-
1000 kcal onder energiebehoefte. Hiermee kan de cliënt wekelijks 0,45 – 0,9 kg verliezen.
Vrouwen niet < 1000-1200 kcal per dag
Mannen niet < 1200-1600 kcal per dag
Goed en verantwoord doel: gewichtsverlies van 10% over een periode van 6 maanden. Na
deze 6 maanden kunnen er nieuwe doelen opgesteld worden.
Advies fysieke activiteit: 30 min per dag matig intensief bewegen.
Voor sommige cliënten is dit al te veel. Dus is het belangrijk om dit op te gaan
bouwen.
o Lange sessies van gemiddelde intensiteit kunnen dezelfde hoeveelheid
bewegen en calorieverbruik hebben als kortere sessies van hoge intensiteit.
Maar langdurende sessies en lagere intensiteit worden, zeker in het begin,
geadviseerd om blessures te voorkomen en naleving te bevorderen. ]
, Zaken die het veranderen van iemand zijn levensstijl kunnen ondersteunen:
o Zelfmonitoring, zoals het bijhouden van een dagboek
o Beloningen
o Doelen stellen
o Prikkel controle (zintuigen)
o Gedragsveranderingen in voedselconsumptie (zoals langzamer eten of een
kleiner bord gebruiken)
Fysiologische en biomechanische zorgen waar rekening mee moet worden gehouden
tijdens trainingsprogramma:
o Warmte intolerantie
= gevolg van de extra isolatie van overtollig vet. Daarom als trainer letten op
temperatuur (kleding, locatie, drinken, etc.)
o Beweging en mobiliteit zijn beperkt
= door overtollig vet kunnen sommige bewegingen niet volledig worden
gemaakt. Je kunt dan evt. gebruik maken van bijv. een elastiek
o Dragende spanning
= op de gewrichten staat een grotere spanning omdat ze meer gewicht
moeten dragen
o Problemen met de houding en pijn in de onderrug
Als trainer ga je dan aan de slag met het versterken van de buikspieren,
flexibiliteitsoefeningen voor de heupflexoren. Daarbij aandacht voor het
versterken van de bovenrug en flexibiliteit van borstspieren.
o Balansproblemen
o Hyperpneu (= te diepe ademhaling, hyperventilatie) & dyspneu (benauwdheid)
Zorg als trainer voor een goede intensiteit. Start daarbij met intervaltraining,
zodat de cliënt tussendoor op adem kan komen
Trainingsadviezen voor cliënten die obese zijn:
Soort training Frequentie, intensiteit en duur Richtlijnen en
aandachtspunten
Aerobe conditietraining • Minimum aanbeveling = 30 min • Gebruik oefeningen met
meeste dagen v/d week (150 lage impact
min/week) • Neem passende
• ≥5 dagen/week calorieverbruik voorzorgsmaatregelen
maximaliseren i.v.m. verhoogd risico op
• Uiteindelijk doel = 300 min/week blessures, hart, etc.
• Gemiddelde (40-60% HRR/ VO2R) • Eerst duur toenemen i.p.v.
tot hoge (50-75% HRR/VO2R) intensiteit, om zo
intensiteit calorieverbruik te
• Interval van minimaal 10 min is een optimaliseren
goed alternatief voor de continue • Wijzig apparatuur indien
training nodig (bijv. bredere zitting)
Krachttraining • 2-3 dagen/week op niet • Kan beginnen met eigen
achtereenvolgende dagen lichaamsgewicht
• 1 of meer sets, opbouwend naar 2- • Kan afwisselen met aerobe
4 sets, 10-15 hh per set oefeningen
• Trainen voor elke grote spiergroep • Wijzig apparatuur indien
(borst, schouders, boven- en nodig
onderrug, buik, benen) • Kan aerobe conditie
• Geleidelijk de belasting toenemen aanvullen
Flexibiliteitstraining • 2-3 dagen/week
• >4 herhalingen per spiergroep
• Hou statische stretches voor 15-60
seconden
, Eetstoornissen:
1. Anorexia nervosa
= eetstoornis gekarakteriseerd door een verstoord lichaamsbeeld, intense angst voor
gewichtstoename en lichaamsvet. Kenmerkend is ondergewicht en/of extreem
gewichtsverlies
2. Bulimia nervosa
= eetstoornis gekarakteriseerd door terugkerende perioden van vreetbuien, een
gevoel van daar niks aan kunnen doen. En daarna boetedoening, wat kan bestaan uit
zelfopgewekt overgeven en gebruik van laxeermiddelen
Diabetes
- Type I → lichaam stopt met het aanmaken van insuline
- Type II → lichaam reageert niet meer goed op insuline
Trainingsadviezen voor cliënten met diabetes:
Soort training Frequentie, intensiteit en duur Richtlijnen en
aandachtspunten
Aerobe conditietraining • 3-7 dagen per week • Een snack kan nodig zijn
• 20-60 min/dag (150 min/week) voor de training
• Uiteindelijke doel: 300 min/week • Monitor de bloedglucose
• RPE 12-16 (op een 6-20 schaal) voor en na de training
• Doe een w-up en c-down
van 5-10 min
• Monitor de intensiteit via
RPE, vooral bij
hartmedicatie
Krachttraining • 2-3 dagen/week op niet • Kan beginnen met eigen
achtereenvolgende dagen lichaamsgewicht
• 2-3 sets, 8-12 hh/set (60-80% 1RM) Oefeningen uitbouwen
• 8-10 multijoint oefeningen voor alle naar vrije gewichten en
grote spiergroepen krachtmachines
• Cliënten met goed
gecontroleerde diabetes
kunnen opbouwen naar
krachttraining (strength) =>
hogere load, minder hh
Flexibiliteitstraining • 2-3 dagen/week
• >4 herhalingen per spiergroep
• Hou statische stretches voor 15-60
seconde
Cormier (2017) – Simplifying the rules to programming for special populations
Algemene ontwerprichtlijnen voor programma’s voor bijzondere bevolkingsgroepen:
- 2-3 dagen per week
- 8-12 verschillende oefeningen, nadruk op een full-body workout
- 10-15 herhalingen
- In het programma zullen slechts enkele oefeningen gericht zijn op de conditie van
een cliënt. Bij een blessure zal dus niet heel de training gericht zijn op oefeningen
voor die blessure, maar ong. 2-3 oefeningen daarop gericht.
De ideale trainingsopzet voor speciale bevolkingsgroepen zal de volgende regels volgen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jodie-sidney. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.