Deze samenvatting is gemaakt op basis van de cursus van 2023 en de bijhorende slides. Je zal merken dat deze samenvatting net iets ruimer is bij bepaalde situaties, maar dit zorgt ervoor dat het ook duidelijker wordt.
In de samenvatting zijn er ook namen die een bepaalde kleur hebben. Deze kleur i...
De Christendemocraten
VAN KATHOLIEKE PARTIJ NAAR CVP
Drie ontwikkelingsfasen volgens Emmanuel Gerard:
- Partijvorming: in elitair en liberaal-katholiek klimaat met een blijvend conservatisme
- Ontstaan van christendemocratie: emancipatie van diverse bevolkingsgroepen + confrontatie met socialisme
- Evolutie naar volkspartij
1884: Katholieke partij:
- Geen sprake van een stichtingsakte, of stichtingsakte
- Politieke instrumenten: pers en kiesverenigingen
- Belang van infrastructuur van de Kerk
o MAAR: kerkelijk fundament en grote steun van de geestelijkheid -> vertraagde uitbouw van een
uitgesproken partijorganisatie
- Vooral sprake van plaatselijke initiatieven 1890: Boerenbond
o MAAR ook nationale organisaties: 1891: Belgische Volksbond
1912: ACV
1919: Landsbond van de Middenstand
1921: ACW
1921: oprichting van Katholieke Unie:
- Wat: groepeerde verschillende organisaties: Verbond van Katholieke Verenigingen en Kringen, de
Boerenbond, de Landsbond van de Middenstand en het ACW
- MAAR: is geen eenheidsprijs
o Wel: een centraal comité voor de verbrokkelde katholieke krachten
- Nationaal > lokaal
TWEE HERVORMINGEN
1936-1937: eerste hervorming: oprichting van Blok der Katholieken
- Context:
o Na zware verkiezingsnederlaag van mei 1936
o Blok Rex-VNV was mogelijke alternatief voor katholieke partij
- 3 discussiepunten:
o Unitair karakter: = “boven de standsorganisaties verheven” -> zich niets aantrekken van
standsorganisatie
o Autonoom partijleden: aan Vlaamse kant wou men ook enkele zaken zelf beslissen
o Confessioneel karakter: men wil de katholieke partij lostrekken van de katholieke kerk
- 2 vleugels:
o Katholieke Vlaamse volkspartij
o Parti Catholique Social
- = echte partijorganisatie
1944-1945: tweede hervorming: basis voor oprichting van CVP/PSC
- 5 februari 1945: opheffen van het Katholiek Blok
o Want: men had een nieuwe unitaire partij nodig met 2 taalvleugels en een nationale voorzitter
- Mei 1945: officiële start van nieuwe partij : Christelijke Volkspartij (CVP)
- Uitsturen van manifest: = propagandische publicatie die als doel had de Waalse kant van CVP -> PSC
nieuwe partij bij een breder publiek bekend te maken en steun te verwerven
- Eerste voorzitter: August De Schryver
- Verschil met oude partij:
o CVP is GEEN standenpartij, maar gaat over individuele Vroeger werd men lid via
lidmaatschap standen of organisaties
o Volkspartij: ieder individu kan lid worden
o Niet-confessioneel: de kerk had geen rechtstreekse invloed meer in het politieke leven
, Koningskwestie: terugkeer van Leopold III op de
Was belangrijk element die de politieke oriëntering van CVP /
KONINGSKWESTIE troon -> socialisten, liberalen en communisten
PSC bepaalde
waren tegen, christendemocraten waren voor -
> Christelijke Volkspartij organiseerde
Er was een polarisatie tussen Leopoldisten en anti-Leopoldisten
referendum (58% is voor terugkeer) maar
Katholieken waren sterkste partij in Vlaanderen (en
Walen zijn toch tegen en houden staking ->
waren voor het terug komen van koning Leopold III)
uiteindelijk moet Leopold III toch aftreden
Socialisten en communisten waren sterkste partij in
Wallonië
Ontstaan van communautair aspect van de
koningskwestie
17 juli 1945: men diende een volksraadpleging / referendum -voorstel in om het al dan niet terug keer van Leopold II
te bepalen
Parlementsverkiezingen van 17 februari 1946
Grote overwinnaars: CVP / PSC en de KPB (Kommunistische Partij van België)
MAAR geen onmiddellijke regeringsdeelname
Parlementsverkiezingen van 26 juni 1949
CVP / PSC behaalde de absolute meerderheid in de Senaat, niet in de Kamer -> regering- Gaston Eyskens I (rooms-
blauw)
Volksraadpleging omtrent koningskwestie werd goedgekeurd
Volksraadpleging omtrent koningskwestie:
- Wanneer: 12 maart 1950
- Uitslag: 57,6% was voor de terugkeer (maar was voornamelijk van Vlaamse deel)
- Discussie in regering -> ontslag van regering
Partijvoorzitter (1949): baron van der Straten-Waillet
Parlementsverkiezingen van 4 juni 1950
CVP / PSC kreeg meerderheid in beide Kamers -> homogene CVP/PSC regering-Jean Duvieusart
Verzet tegen terugkeer van Leopold III: men eiste een uitgestelde machtsoverdracht van Leopold III
17 juli 1951: Boudewijn werd koning
Gevolg: negatieve electorale gevolgen voor de CVP / PSC
- Want: ondanks absolute meerderheid had men de belofte niet kunnen waarmaken
Partijvoorzitter (1950): Theo Lefèvre
Nog 2 homogene regeringen:
- Regering Pholien (1950 – 1952)
- Regering Jean Van Houtte (1952-1954)
,CVP
DE gaf in kerstprogramma van 1945 al aan dat ze de schoolkwestie gingen oplossen
SCHOOLSTRIJD
Homogene CVP/PSC-regering Pholien en die van Van Houtte: absolute De schoolstrijd: 1950-1958: de strijd tussen
meerderheid: de katholieke school en het rijksonderwijs
- Maatregelen nemen in voordeel van vrij onderwijs dat niet katholiek gericht is
Ontstaan van antiklerikaal front: socialisten, liberalen, communisten en vrijzinnigen
Verkiezingen van 11 april 1954
CVP / PSC verloor de volstrekte meerderheid
Uitbarsten van de schoolstrijd
Verkiezingen van 1 juni 1958
In teken van de schoolstrijd -> CVP/PSC behaalde nipt de absolute meerderheid in de Senaat
- Oprichting van Nationale Schoolpactcommissie met vertegenwoordigers van drie partijen
o => ontstaan van schoolpact
Afloop van schoolstrijd -> meer aandacht voor sociaal-economische 1979-1981: CVP kon vrij onderwijs en
en communautaire problemen rijksonderwijs gelijkstellen aan elkaar
DE SOCIAAL-ECONOMISCHE DIMENSIE EN DE COMMUNAUTAIRE TWEESPALT
SOCIAAL-ECONOMISCH
Ongelijke economische ontwikkeling van Vlaanderen en Wallonië -> scherper wordende communautaire
tegenstellingen
Jaren ’50 : België was economisch zwak
- Door weinig belangstelling voor nieuwe sectoren en technologische innovatie
Verkiezingen van 1958
CVP / PSC: lanceert ‘Sleutelplan’ (door Gaston Eyskens)
- Om werkloosheid te verlagen
Regering Eyskens-Lilar (rooms-blauw)
- Aandacht voor economische relance en het oplossen van de structurele economische problemen
- Confrontatie met begrotingstekort
Saneringsplan vanuit de regering aan het parlement -> zorgde voor ontstaan van stakingsbeweing,
vooral in Wallonië
o Ontstaan van Mouvement Populaire Wallon (MPW) (1961) : kwam op voor structuurhervorming en
federalisme
o Vlaamse Beweging: wou discriminatie tussen Vlamingen en Franstaligen op cultureel en taalkundig
vlak wegwerken
,COMMUNCAUTAIR
Door bovenstaande: CVP/PSC wordt geconfronteerd met communautaire problematiek
- CVP: culturele autonomie voor de 2 taalgemeenschappen
- PSC: unitairistische strekking
Taaltelling kwam ook aanbod
- Ontstaan van taalcompromis (maart 1960): definitieve vastlegging van de taalgrens en in strikt tweetalig
regime voor Brussel
Verkiezingen van 26 maart 1961
Regering Lefèvre-Spaak (rooms-rood) kwam tot stand
- CVP/PSC werd wel achteruit gesteld
- Ging taalproblemen op regeringsvlak aanpakken: Arthur Gilson ontwerpte 3 wetten:
o 1: afschaffing van de talentelling
o 2: afbakening van het tweetalige gebied in Brussel (eis van Vlaanderen)
o 3: taalgebruik in het lager en middelbaar onderwijs
Taalwetten van Gilson -> benadrukte de verdeeldheid binnen CVP en PSC Zowel een communautaire
Paul Vanden Boeynants : pleitte voor verzoening tussen Vlamingen, breuklijn, als een breuklijn
Brusselaars en Walen tussen links en rechts
Verkiezingen van 23 mei 1965
Verlies van CVP / PSC
Regering Vanden Boeynants-De Clercq (rooms-blauw):
Verlies voor socialisten
- Vlaamse vleugel van CVP/PSC: drong aan op het doorvoeren van
Succes van liberalen en Volksunie
een grotere autonomie voor beide taalvleugels inzake taal- en
culturele problemen
Zorgde voor onenigheid tussen CVP en PSC
Onenigheid werd versterkt door de kwestie Leuven
SPLITSING TUSSEN/SAMENWERKING TUSSEN CVP EN PSC
Kwestie Leuven: ontbindende factor voor de CVP / PSC
Verkiezingen van 31 maart 1968: CVP en PSC ging afzonderlijk naar de verkiezingen
Verkiezingen van 31 maart 1968 Verkiezingsprogramma: was communautair
Verlies voor CVP en PSC vlak volledig verschillend
Toenadering tussen CVP en PSC: ze hebben dezelfde standpunten CVP:
op politiek en sociaal-economisch vlak Leuven naar Wallonië
- Samenwerking werd definitief in 1972: olv Wilfried Martens Beperking van tweetalig Brussel
en Charles-Ferdinand Nothomb
o Samenwerken: levensbeschouwelijk vlak PSC:
o Autonoom: aangelegenheden van de gemeenschap Behoud van Leuven
Uitbreiding van tweetalig Brussel
Wilfried Martens en Charles-Ferdinand Nothomb: als de twee Terugkeer van gemeente ‘Voeren’
nieuwe voorzitters -> zorgen voor vernieuwing en verjonging
- Martens:
o Autonomiemanifest: pleitte voor een verregaande zelfstandigheid voor Vlaanderen en Wallonië op
het vlak van cultuur en onderwijs
o Gemeenschapsmanifest: oprichting van gemeenschapsvoorzieningen met levensbeschouwelijk
pluralisme
, o Derde manifest:voor hervorming van de CVP: van confessionele Centrumpartij naar radicaal
vooruitstrevende partij op pluralistische basis
DE CVP ALS AUTONOME PARTIJ
In de jaren 70 had men 2 belangrijke figuren binnen de CVP:
- Wilfried Martens:
o Partijvoorzitter van 1972 – 1974
o Achteraf was hij premier
- Leo Tindemans:
o Premier van 1974 – 1978
o Partijvoorzitter in 1979
Verkiezingen van 1974 stond in het teken van Leo Tindemans -> “met deze man wordt het anders”
Verkiezingen van 1974 en 1977
Winst voor CVP door het ‘Tindemans-effect’ Leo Tindemans’: had groot aantal
Resultaten: voorkeurstemmen
- CVP winst
- Socialisten: winst in Wallonië, verlies in Vlaanderen en Brussel
- Liberalen: winst in Wallonië, verlies in Vlaanderen
- Verlies van communautaire partijen
Regering-Tindemans
Voornaamste problemen:
- Gewestvorming en economische crisis
Verkiezingen van 17 december 1978
In teken van het Egmontpact
Resultaat: christendemocraten hadden lichte winst
MAAR: 100 dagen crisis: pas op 3 april 1979 een nieuwe regering-Martens
(met christendemocraten, socialisten en FDF
1979: Leo Tindemans als partijvooriztter
Derde regering-Martens (een klassieke driepartijenregering) -> de grondwetsherziening werd een feit
Gewestvorming:
Grondwetsherziening werd goedgekeurd, maar men kon in regering niet 2/3 de meerderheid hebben
1970: 3 cultuurgemeenschappen en 3 gewesten
Ook bij verdere gewestvorming: regering-Tindemans’ had geen 2/3 de meerderheid
1977: Egmontpact:
o Erkenning van 2 gemeenschappen en 3 gewesten
o Middelen bestaan uit ‘dotaties’
o Decreten en ordonnanties hebben zelfde rechtskracht dan de wetten
Groeiend Vlaams verzet tegen het pact (ook van CVP)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller febevandamme. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.