Volledige samenvatting bedrijfseconomie (boek + slides + lesnotities), Arteveldehogeschool, academiejaar '23-'24.
Ik ben met deze samenvatting geslaagd met een 17/20!
boek: bedrijfseconomie, een inleiding.
prof: Katrien Van Den perre
Samenvatting
bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie: een inleiding
Silke De Loose
2023-2024
,INHOUD
H1 kostenbegrippen ................................................................................................................................ 3
1.1 het begrip kosten .......................................................................................................................... 3
1.2 De doeleinden van de kostenberekening...................................................................................... 3
1.3 De standaardkostprijsberekening ................................................................................................. 4
1.4 Kostenindelingen ........................................................................................................................... 4
H2 de kostensoorten ............................................................................................................................... 5
2.1 de kosten van grond- en hulpstoffen ............................................................................................ 5
2.2 de arbeidskosten ........................................................................................................................... 5
2.3 de kosten van de duurzame productiemiddelen .......................................................................... 6
Afschrijvingssystemen ..................................................................................................................... 6
2.4 de kosten van de grond ................................................................................................................. 7
2.5 de kosten van de diensten van derden ......................................................................................... 7
2.6 de kosten van de belastingen ........................................................................................................ 7
2.7 de rentekosten .............................................................................................................................. 8
H3 constante en variabele kosten ........................................................................................................... 9
3.1 de totale vaste/constante kosten (TCK) ........................................................................................ 9
3.2 de totale variabele kosten (TVK) ................................................................................................... 9
3.3 de totale kosten............................................................................................................................. 9
3.4 de gemiddelde en marginale kosten ........................................................................................... 10
3.5 de semivariabele kosten (= gemengde kosten)........................................................................... 10
3.6 constante en variabele kosten en de standaardkostprijs ........................................................... 11
H4 directe en indirecte kosten .............................................................................................................. 12
4.1 het begrip directe en indirecte kosten ........................................................................................ 12
4.2 toewijzing van kosten in functie van de tijd: calculatietechnieken ............................................ 12
4.3 verbijzonderingsmethoden ......................................................................................................... 14
H5 standaardkostprijs en kostenbeheersing ......................................................................................... 14
5.1 functies bedrijfsbudget ............................................................................................................... 14
5.2 diverse stappen bij het budgetteren ........................................................................................... 15
5.3 systemen van kostenbudgettering .............................................................................................. 15
5.4 de verschillenanalyse .................................................................................................................. 17
H6 direct costing en het verkoop- en productieplan ............................................................................ 18
6.1 standaarskostprijs en verkoopplan ............................................................................................. 18
6.2 direct costing ............................................................................................................................... 18
, 6.6 balanced scorecard (Kaplan, Norton) .......................................................................................... 19
H7 investeringsvraagstukken ................................................................................................................ 21
7.1 investeringen ............................................................................................................................... 21
7.2 de optimale vestigingsplaats ....................................................................................................... 22
7.3 de optimale bedrijfsgrootte of -capaciteit .................................................................................. 22
7.4 de optimale gebruiksduur = economische levensduur ............................................................... 23
7.5 rendement van de investeringen: selectiecriteria ...................................................................... 23
H8 analyse van de financiële structuur van een onderneming ............................................................. 26
8.1 de jaarrekening............................................................................................................................ 26
8.2 de balans ..................................................................................................................................... 29
8.3 cashflowtabel .............................................................................................................................. 34
8.4 begrip financiële analyse ............................................................................................................. 36
,INLEIDING
Bedrijfseconomie = studie van het economisch handelen van een bedrijfshuishouding
• Economisch principe = met de gegeven middelen zoveel mogelijk behoeften bevredigen
• Uit schaarste groeit een waardeverschijnsel
• Doel van ondernemingsactiviteit: winstmaximalisatie
o Onderneming streeft naar continuïteit op LT
Bedrijf ≠ onderneming
• Bedrijf = technisch-organisatorische eenheid die de productiefactoren natuur, arbeid en
kapitaal combineert met als doel goederen te produceren of diensten te presteren
• Onderneming = economisch-juridische eenheid die zich van het bedrijf bedient om haar
kapitaal zo renderend mogelijk te maken
Verschillende ondernemingsvormen:
• Eenmanszaak (zelfstandige natuurlijke persoon)
• Vennootschap (met of zonder rechtspersoonlijkheid)
o Besloten vennootschap (bv): aangewezen voor KMO’s
o Naamloze vennootschap (nv): aangewezen voor grote en beursgenoteerde
vennootschappen
o Coöperatieve vennootschap (cv): aangewezen voor ondernemingen waarvan de
aandeelhouders samen een gemeenschappelijk doel willen bereiken
o Maatschap: vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, waarbij 2 of meer personen
zich verbinden om hun inbrengen in gemeenschap te brengen
1
,Stakeholders = belanghebbenden die zijn betrokken met de onderneming
• Intern: werken in bedrijf
• Externen: eender wie (kan bankdirecteur, overheid, leverancier, klant, buurman,… zijn)
Hebben allemaal informatie nodig
• Interne informatie: management accounting
• Informatie die gedeeld wordt met externen: financial accounting
Cost accounting maakt deel uit van interne verslaggeving en management accounting
2
, 1 KOSTEN- EN OPBRENGSTBEREKENING TER
ONDERSTEUNING VAN BESLISSINGEN
H1 KOSTENBEGRIPPEN
1.1 HET BEGRIP KOSTEN
Kosten = geldwaarde van de productiemiddelen (grondstof, arbeid, machines, gebouwen,…) die
doelmatig worden ingezet in het productieproces van een onderneming/bedrijfshuishouding om het
gewenste eindproduct of dienst voort te brengen
• Kosten ↔ uitgaven
o Uitgaven hebben te maken met de betaling van productiemiddelen (vb. aanschaffing
machine)
o Kosten zijn verbonden met de aanwending/het verbruik van productiemiddelen bij
het productieproces (vb. afschrijving machine: AW €180 000 (direct betalen =
uitgave) is 4 jaar in gebruik: elk jaar €45 000 kost van afschrijving (geen uitgave))
Verschillende timing van uitgaven en kosten is mogelijk
▪ Kaskosten = kosten én uitgaven
▪ Niet-kaskosten = kosten maar geen uitgaven
• Kosten ↔ onkosten
o Onkosten zijn kosten die konden vermeden worden (niet doelmatig, vb. verspilling)
Kostenobject = hetgeen waar je kosteninformatie voor verzamelt
• Kan heel breed zijn (bv. voortgebrachte producten of diensten, productgroepen, afdelingen,
distributiekanalen, klanten,…)
• Specifiek voor elk bedrijf
Kostprijs = som van alle kosten (= waarde doelmatig ingezette middelen) voor kostenobject
1.2 DE DOELEINDEN VAN DE KOSTENBEREKENING
Doeleinden van kostenberekening = voor- en nadelen van beleidsalternatieven in geld uitdrukken
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SilkeDL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.74. You're not tied to anything after your purchase.