Dit document is een samenvatting van neurofysiologie, H4 uit de blokwijzer én relevante notities bij de slides eraan toegevoegd. Het is een uitgebreide samenvatting, incl belangrijke afbeeldingen. Het onderdeel neurofysiologie wordt gegeven door prof Janssen en prof Theys. Als je deze samenvatting...
4 Visueel systeem
Visueel systeem is in de cortex het grootste van alle sensoriële systemen.
4.1 Het oog
4.1.1 Licht
Licht = elektromagnetische straling die zichtbaar is met het oog —> golflengte tussen 400nm
(=blauw) en 700nm (=rood). Links-rechts spiegeling + omkering beeld wanneer licht de lens passeert
- Reflectie = weerkaatsing aan het oppervlak
- Absorptie
- Refractie = afbuiging= breking —> in oog worden beelden gevormd door refractie, die
afhangt van de vertraging van het licht tussen 2 media
! Retina omvat fotoreceptoren, inerneuronen en ganglioncellen —> deel van de hersenen —> veel
informatieverwerking in de retina —> visuele cortex krijgt gedeeltelijk verwerkte info binnen
+ retina > 2 overlappende retina’s: gespecialiseerd voor nachtzicht (lage lichtintensiteiten) en
dagzicht (hoge lichtintensiteiten)
4.1.2 Anatomie van het oog Belangrijke sidenote:
Uitwendig: alles wordt omgekeerd
- Pupil geprojecteerd op de
- Iris = regenboogvlies (+ m sphincter pupillae & m. Dilatator pupillae) retina!!!!!
- Cornea = hoornvlies (z bloedvaten, met zenuwvezels)
- Sclera
- Uitwendige oogspieren = extra-oculaire oogspieren —> met fovea voortdurend
oogbewegingen maken
Papil = blinde vlek want heeft geen fotoreceptoren —> hier verlaat n opticus het oog
Doorsnede door oog:
- Lens: met dunne vezels opgehangen aan ciliaire spieren (accomodatie)
- Voorste oogkamer met kamvervocht
- Corpus vitreum tussen lens en retina: glasvocht, gelatineuze substantie, vitreous humor
Fovea = centrale inzinking in de retina —> hoge gezichtsscherpte want geen bloedvaten. Bijna alles
wordt gerefereerd tov fovea. Fovea is het centrale deel van de macula (weinig bloedvaten)
Er komen bloedvaten uit papil —> thv papil + achter de grote bloedvaten komt geen visuele info
binnen —> tóch geen blinde regio in onze perceptie want hersenen vullen de info in (filling in)
Retina bestaat uit een nasaal en temporaal deel
Oogafwijkingen:
- Strabismus dat kan leiden tot amblyopie = verlies van acuïteit door centrale suppressie van
het beeld afkomstig van 1 oog
- Cataract: troebele lens
- Glaucoom: chronisch verhoogde oogdruk —> axonen in n opticus sterven af. Eerst die van
perifere retina daarom aanvankelijk onopgemerkt —> screening vanaf 40j
,2
4.1.3 Beelvorming in het oog
Lichtstralen vallen parallel in en worden door de cornea gebroken zodat ze op een punt in de retina
(fovea) convergeren.
Focusafstand = de afstand tussen het brekingsoppervlak en het punt van convergentie (brandpunt)
- Refractieve vermogen = brekingsvermogen wordt uitgedrukt in dioptrie D = 1/focusafstand
—> breking van de cornea: +42D —> lichtstralen convergeren op een afstand van 24mm van
het brekingsoppervlak
—> brekingsvermogen van de lens: +18D —> lichtbronnen dichterbij het oog zenden
divergerende lichtstralen uit die dus ook meer gebroken moeten worden.
Lens = convex —> beeld van de wereld staat omgekeerd op de retina. Ze kan in
bijkomende lichtbreking voorzien door boller te worden: +18D -> +32D
= accommodatie: ciliaire spieren trekken samen zodat de spanning op de
ligamenten die de lens ophangen vermindert; dit bij dichterbij gelegen voorwerpen.
Accommodatie-convergentiesynkinese: accommodatie gebeurt in combo met
convergentie van de ogen naar een punt dat dichterbij gelegen is.
Brandpuntafstand
Emmetropie = normaalziendhied
Elasticiteit lens vermindert bij ouder worden —> presbyopie.
Bijziendheid = myopie: oogbol te lang —> beelden voor retina geprojecteerd —> opl: concave lens
Verziendheid = hypermetropie: oogbol te kort —> beelden achter retina geprojecteerd —> opl:
convexe lens
Chirurgie om refractiestoornissen te corrigeren = laser assisted in situ keratomileusis (LASIK):
corneaflap afsnijden —> met laser branden in onderliggende stroma van cornea —> kromming
cornea aanpassen
4.1.3.1 De pupil
- Pupilgrootte regelt hoeveelheid licht die binnenvalt:
o Miosis = pupilvernauwing vs mydriasis = pupildilatatie
- Pupilreflex
o Onafhankelijk van de cortex: subcorticaal
▪ In retina takken sommige axonen en ganglioncellen af van tr
opticus naar pretectale kernen —> bilateraal: kernen van
Edinger-Westphal (de neuronen hier bezenuwen spieren in
de iris via n oculomotorius)
o Direct en consensueel (ook ander oog)
o Afwezige directe en aanwezige indirecte pupilreflex = letsel efferente
baan (n oculomotorius) en intacte afferente baan
o Rol in focussen (diepte-scherpte)
o Regelen van hoeveelheid binnenvallend licht
o Correctie voor aberraties van de lens (invallend licht op randen lens
wordt tegengehouden)
- Grootte van een stimulus wordt in visuele graden uitgedrukt —> projecteren
onder een hoek van 1 visuele graad = VW van 1 cm op afstand van 57cm —> gradenstelsel is
onafhankelijk van de afstand & afmetingen onafhankelijk van de afstand tot de waarnemer.
- Visuele veld van 1 oog: +- 150 graden in horizontale vlak en is kleiner aan nasale zijde dan
temporale zijde. Groot deel van visueel veld door beide ogen gezien.
Visuele veld Visuele graad
, 3
4.1.4 Microscopische anatomie van de retina
- Fotoreceptoren + neuronale elementen —> gedeeltelijke verwerking van
visuele informatie
- Axonen van de ganglioncellen lopen in de meest naar binnen gelegen laag
van de retina naar de papil van de oogzenuw en krijgen hier een
myelineschede en vormen zo n opticus
- Gele vlek = macula lutea: centrale zone met weinig bloedvaatjes, met in het
midden fovea centralis (zone van max visuele acuïteit (= gezichtsscherpte))
- Centrum retina = fovea, wat nasale & temporale en superieure & inferieure
retina scheidt
- Papilla nervi optici = ovaal gebied zonder fotoreceptoren —> vormt blinde
vlek
- Interneuronen
o Horizontale cellen: laterale synapsen maken tussen fotoreceptoren & bipolaire
cellen
o Amacriene cellen: laterale synapsen maken tussen ganglioncellen & bipolaire cellen
- Visuele informatie: fotoreceptor —> bipolaire cel —> ganglioncel —> hersenen
- Fotoreceptoren = enige cellen in retina die lichtgevoelig zijn. Ze
bevatten sacculi gevuld met fotopigmentmoleculen en bestaan in
2 soorten:
o Staafjes: lang cilindrisch buitenste segment + talrijke
sacculi + hogere concentratie fotopigment —>
duizendmaal lichtgevoeliger dan kegeltjes
o Kegeltjes: korter buitenste segment + minder sacculi +
lagere concentratie fotopigment
—> duplex retina: scotopisch (staafjesretina: lage
lichtintensiteit) en fotopisch (kegeltjesretina: hogere
lichtintensiteiten)
-Hoge gevoeligheid: kunnen lage
lichtintensiteiten identificeren
-Strooistraling = diffuse straling
-Lange integratietijd = kunnen meer
inwerkende fotonen integreren
-Achromatisch = geen kleur zien —>
ongevoelig voor golflengte
-Dispersie = weinig convergentie van
fotoreceptor op ganglioncel vs
convergentie = convergentie van
fotoreceptoren op ganglioncellen
Mesopisch zicht = zowel staafjes als kegeltjes actief
4.1.4.1 Centraal zicht hoge resolutie en perifere retina hoge gevoeligheid
- Centraal: kegeltjes vs perifeer: staafjes; opm: geen staafjes in fovea
- Totale densiteit van receptoren neemt af met afstand tot fovea
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shantalverwimp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.61. You're not tied to anything after your purchase.