Kennisclip bij HC 5: ten koste van/ten laste van (art. 10 SW)
Art. 10 van de Successiewet ziet op de omzetting van eigendomsrechten in genotsrechten.
Eigendomsrechten vererven bij het overlijden en genotsrechten niet. Sterker nog, die eindigen
bij het overlijden.
Art. 10 ziet op de situatie dat:
- een erflater vermogen overdraagt (overdracht vermogen door erflater);
- aan een bloed- of aanverwant;
- onder voorbehoud van een genotsrecht;
- dat duurt tot aan zijn overlijden.
Eerste voorwaarde centraal: twee manieren
In deze kennisclip staat de eerste voorwaarde centraal: de overdracht van vermogen door de
erflater. Dat kan op twee manieren plaatsvinden, namelijk:
- ten koste van erflaters vermogen; of
o Dit ziet op de situatie dat een vermogensbestanddeel dat in eigendom is van de
erflater, wordt overgedragen onder voorbehoud van een genotsrecht. Deze
overdracht kan plaatsvinden om niet of onder bezwarende titel.
- ten laste van erflaters vermogen.
o Dit ziet op de situatie dat de erflater een genotsrecht verwerft met eigen
vermogen. Hij koopt een genotsrecht. Dit is dus altijd onder bezwarende titel.
Deze voorwaarden vinden we in art. 10 lid 1 SW.
Ten koste van
Het gaat er dus om dat de erflater eigendom heeft van een vermogensbestanddeel. Dit
eigendom zet hij om in een genotsrecht van dat vermogensbestanddeel.
Laten we uitgaan van een vader en een pand. Vader is eigenaar van het huis. Als vader overlijdt,
zit dat huis in zijn nalatenschap. Ervan uitgaande dat het pand een waarde heeft van €400.000
en de kinderen zijn erfgenamen zijn, betekent dat de kinderen ongeveer €65.000 belasting
moeten betalen over dat huis.
Een oplossing om deze belastingbetaling te voorkomen, zou kunnen zijn dat vader het huis
overdraagt aan zijn kind. Het kind heeft dan eigendom, maar vader moet er wel blijven wonen.
Dus vader draagt dat huis over aan het kind, maar bedingt dat hij een vruchtgebruik behoud
van dat huis. Het kind verkrijgt dus enkel het blote eigendom en vader kan op grond van dat
vruchtgebruik in dat huis blijven wonen.
Als vader dan overlijdt, eindigt het vruchtgebruik. Dat is zo bepaalt in boek 3 BW. Vruchtgebruik
eindigt bij het overlijden van de vruchtgebruiker en kan dus niet vererven. Door het eindigen
van het vruchtgebruik heeft het kind de volle eigendom van het pand en daarmee zit dat volledig
in zijn vermogen, zodat er geen erfbelasting is verschuldigd over de nalatenschap.
Dus: eigendom wordt omgezet in een genotsrecht. De erflater heeft eerst de eigendom van een
goed. Hij vervreemdt het goed aan zijn kind, om niet of onder bezwarende titel. Hij behoudt
zich een genotsrecht voor.
De gevolgen zijn dat de erflater het goed (hier: pand) tijdens zijn leven kan blijven gebruiken.
Hij getroost zich geen voelbaar offer (zoals de wetgever dat heeft gezegd). Bij zijn overlijden
laat hij niets na. Dat is precies waar art. 10 op ziet. Art. 10 zegt namelijk: erfbelasting wordt
verschuldigd over het pand.
Ten laste van
Dit werkt op een soortgelijke manier, maar eigendom wordt omgezet in een genotsrecht door
de aankoop van een vruchtgebruik. Nu is het kind eigenaar van het pand. Vader heeft alleen
maar cash, geld op een bankrekening staan. Als vader overlijdt, vormt cash/bankrekening zijn
nalatenschap en zijn de kinderen daar erfbelasting over verschuldigd. Maar wat vader kan doen,
is het vruchtgebruik kopen van zijn kind. Het vruchtgebruik van het huis komt dan in vaders
vermogen en het kind krijgt de contanten van vader. Als de erflater (hier: vader) dan vervolgens
overlijdt, eindigt het vruchtgebruik weer en is zijn nalatenschap weer nihil.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MdK94. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.