Dit is een samenvatting van het vak financieel recht, gedoceerd door prof. Michel Tison en prof. Reinhard Steennot. De samenvatting bevat uitgebreide lesnotities en alle slides.
Geslaagd in eerste zit.
Schriftelijk examen: groot deel casussen (vaak 2 grote en een kleine, waarvan één over krediet)
(50%) + 4 kleinere theorievragen (40%) + paar juist/fout vragen (10%)
3u: doorwerken
Examen: kleine casus (bijna altijd ofwel over aansprakelijkheid over betalingstransacties ofwel
problematiek vervroegde terugbetaling kredietovereenkomsten) grote casus (sowieso krediet en
kapitaalmarktrecht van michel tison)
• Een casus rond privaat bankrecht
• Sowieso casus kredietrecht
• Casus rond publiek bankrecht/ kapitaalmarktrecht: mengeling van de elementen
• à alle belangrijke onderdelen komen aan bod in casus of theorievragen
• Klassieke casusbenadering: praktische toepassing waarin gevraagd wordt om een juridische
kwalificatie te maken
• Je moet niet spontaan hypotheses maken, tenzij het specifiek wordt gevraagd
• Casus 50% punten, theorie 40% en deel juist/onjuist: 10% (stelling met de bedoeling kort te
motiveren waarom het juist of onjuist is)
• Start met de theorievragen: gaat vaak sneller
• Tison: best zijn delen lezen
Privaat bankrecht: betreft regelen van privaatrecht die ertoe strekken de relatie tussen een financiële
instelling en haar (potentiële) cliënten te regelen, dit zowel in de contractuele als in de precontractuele
verhouding. Naast de algemene beginselen van het privaatrecht, zijn er tal van specifieke regelen die
de rechten en plichten van de partijen bepalen.
Geldrekeningen en betalingsverrichtingen
• Algemeen
- Relatie tussen kredietinstelling en cliënt: geldverrichtingen vinden doorgaans plaats via
rekening (beperkte mogelijkheid tot OTC-transacties)
o Als een kredietinstelling transacties gaat verrichten met een van haar cliënten, dan
gaan die transacties in principe altijd moeten leiden tot het openen van een
rekening en gaan als die transacties binnen die rekeningverhouding een spoor gaan
nalaten. Er kunnen nauwelijks nog transacties plaatsvinden tussen kredietinstelling
en cliënt zonder dat dat gebeurt binnen het kader van een rekeningverhouding. ó
vroeger
o Uitzonderingen op, maar beperkt bv een Amerikaanse toerist die naar belgie komt
en die stapt hier het bankkantoor binnen om dollars om te wisselen naar euro. Deze
wisseltransactie kan plaatsvinden zonder dat er een rekening wordt geopend voor
de toerist.
o à principe is dus dat er eerst een rekeningovereenkomst moet worden gesloten
- Geldrekeningen moeten worden onderscheiden van effectenrekeningen
o Effectenrekeningen is ook een rekeningovereenkomst met een financiële instelling,
maar er worden op een rekening effecten geboekt: aandelen, obligaties.. Je moet
ze onderscheiden omdat er een ander juridisch regime op van toepassing is.
Rekeninghouder is mede-eigenaar van de effecten die op de rekening staat geboekt
ó geldrekening: schuldvordering
o Geldrekeningen: types
§ Zicht- of betaalrekening
§ Spaarrekening: binnen deze categorie kan je een onderscheid maken tussen
de gereglementeerde spaarrekening en de niet-gereglementeerde. Verschil?
Belangrijk om te weten voor de centen. De fiscale behandeling is verschillend
• Bij gereglementeerde spaarrekeningen zijn de interesten vrij van
roerende voorheffing ten belope van 980 euro pp. Het rendement mbt
de spaarrekening is hier een nettorendement
- Gunstregime omdat je geen RV moet betalen (fiscaal voordeel),
maar in ruil wordt de spaarrekening aan veel regels
onderworpen
• Niet-gereglementeerde spaarrekeningen: ze krijgen een andere fiscale
behandeling. De interesten die worden gegenereerd zijn
brutorendementen à 30% roerende voorheffing wordt ingehouden
door de bank.
§ Termijnrekening: grote verschil met een spaarrekening: bij een
spaarrekening zijn de tegoeden altijd opvraagbaar ó termijnrekening: bij
het sluiten van het contract ga je bepalen voor welke duur de gelden worden
vastgezet. Je rendement staat ook op voorhand vast. Als je een
termijnrekening opent voor 5 jaar, dan gaan toekomstige schommelingen in
de rentevoet geen impact hebben ó spaarrekening: rendementen kunnen
wel worden aangepast.
3
, • De interesten van een termijnrekeningen zijn ook onderworpen aan
de RV van 30% à brutorendement
§ Belang van het onderscheid: functie + toepasselijke regelgeving + fiscale
behandeling
• Betaalrekening is om betalingstransacties te kunnen gaan verrichten
• Spaarrekening: de gelden plaats je om een andere reden. Je wil ze op
een veilige manier bewaren en omdat je een bepaald rendement
wenst te verkrijgen. Er is eigenlijk ook geen risico aan gekoppeld. Je
kan de gelden niet verliezen: depositogarantiesysteem ten belope van
100 000 euro
• Termijnrekening: je wil ook een rendement en vaak hoger dan de
spaarrekening maar in ruil zet je de gelden wel aan een bepaalde
rentevoet vast voor een bepaalde periode.
- Rechtsverhouding tussen kredietinstelling en cliënt:
o Rekeningovereenkomst: overeenkomsten die worden gesloten tussen de
kredietinstelling en een klant (hetzij consument, hetzij onderneming). Omdat het
gaat over een overeenkomst, moet je altijd rekening houden met de klassieke
regelingen uit het verbintenissenrecht mbt overeenkomsten (boek 5 BW is steeds
van toepassing op de totstandkoming van de overeenkomst, tenzij er bijzondere
financiële regelgeving bestaat die ervan gaat afwijken)
• Soorten geldrekeningen
- Zicht- of betaalrekening
o Geopend en gebruikt om betalingstransacties te verrichten en raamcontracten die
de transacties mogelijk maken. De transacties worden door boek VII geregeld van
WER
o Contract van onbepaalde duur
o Tegoeden opvraagbaar op zicht: je kan op elk ogenblik over de gelden beschikken:
je kan de gelden steeds bv overmaken naar een andere bankrekening bv van KBC
naar ING. Dit is niet hetzelfde dat je ze op elk moment cash kan afhalen.
§ (voor grote bedragen wordt in de algemene voorwaarden vaak bepaald dat
de voor de afhaling in baar geld vooraf moet worden verwittigd).
o De cliënt bezit tegenover de bank een schuldvordering die gelijk is aan het
creditsaldo. Het creditsaldo van een zichtrekening en een spaarrekening zijn
behoudens andersluidende afspraken, op zicht opvraagbaar. Vertoont de
zichtrekening een debetsaldo, beschikt de bank over een vordering tegenover de
cliënt.
o Mogelijkheid tot verrichten van betalingstransacties (gevolg: toepassing regelen
inzake betalingsdiensten uit boek VII WER (art. VII.4 ev WER)) (infra)
§ Voortaan moet rekening worden gehouden met artikel VII. 4/1 WER dat de
verplichting bevat voor betalingsdienstaanbieders om ruimschoots vooraleer
met een consument een contract voor een betaalrekening wordt aangegaan,
de consument op een duurzame drager een informatiedocument te
verstrekken betreffende de vergoedingen die de consument in het kader van
het beheer / gebruik van die betaalrekening verschuldigd kan zijn. (art.
VII.4/1 WER)
§ Deze regelingen zijn nvt op spaarrekeningen (één uitzondering, zie infra) en
termijnrekeningen
§ Werd een verrichting verkeerd geboekt, dan wordt zij niet geschrapt: er
moet een nieuwe boeking gebeuren, in tegenovergestelde richting, zodat de
eerste te niet gedaan wordt (tegenboeking, contre-passation).
o Al dan niet mogelijkheid tot het opnemen van krediet (indien krediet: impact
bepalingen Boek VII WER inzake consumentenkrediet)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller helena11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.