100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van psychogerontologie $7.47   Add to cart

Summary

Samenvatting van psychogerontologie

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak psychogerontologie (hoorcolleges + slides + nota's) gegeven door Prof. Dr. Eva Dierckx. Ik behaalde een 14/20.

Preview 4 out of 48  pages

  • May 16, 2023
  • 48
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Psychogerontologie
1. Belangrijke thema’s en begrippen bij veroudering
Psychogerontologie: definitie
• Definitie: de psychologie van het ouder worden en het sociaal-emotioneel functioneren van
ouderen
• Therapeutische nihilisme: denken dat het niet meer zinvol is om therapie te geven aan
ouderen/ze zijn het moeite niet waard
• Sandwich generatie: zorg dragen voor de klein/eigen kinderen en tegelijkertijd ook voor hun
ouders (met functie verlies). Als ze op pensioen gaan worden ze gesandwicht en hebben ze
geen tijd voor zichzelf.
• Veel comorbide aandoeningen: diabetes + hartproblemen
• Op holistische manier kijken nr ouderen: dit missen we nog, dus zonder in te delen in
hartprbl, vaatprbl, mr als geheel ouder persoon.
• Polyfarmacie: bij meer dan 5 soorten medicatie
Vergrijzing
• Ouderen: wie zijn ze?
o Verschillende termen
 Senioren, bejaarden, … -> ouderen
o Chronologische leeftijd
 65-74 jaar: “jonge” ouderen
 75-84 jaar: “oude” ouderen
 > 85 jaar: “oudste” ouderen
 > 100 jaar: “centenarian”
 > 110 jaar: “super centenarian”/suoer honderdjarigen
 Het is zo dat de groep ouderen een heel heterogene groep is m.a.w. je kunt niet
zo maar bv. prestatie v 65 met 85 vgl
 = meest gehanteerd (= “leeftijd volgens de jaren”)
• bevolkingspiramides
• bevolkingsvooruitzichten
o Functionele leeftijd
 Biologisch prbl: urine -> persoon schaamt zich daarvoor -> psychologisch vlak
welzijn slecht -> soc prbl: niet meedoen aan activiteiten bv.
 Biologische leeftijd
• = gebaseerd op de kwaliteit van de werking van de
lichaamssystemen/organen
• -> “Biologische leeftijdstest” (nagaan levensverwachting + hoe gezond
men gaat ouder worden)
• Bv. progeria: kinderen/kalendeleeftijd = 8 jong, bio lft = 80j
 Psychologische leeftijd
• = gebaseerd op het functioneren op psychologische/cognitieve tests
(geheugen, intelligentie, leercapaciteit,…)
• Bv. mensen met jongdementie: bio lft = 45j, psy = 85j
 Sociale leeftijd
• = gebaseerd op welke sociale rollen een persoon inneemt (familie, werk,
gemeenschap)
• Vb.: een grootouder heeft een hogere sociale leeftijd dan een ouder;
een gepensioneerde is “ouder” dan een werkende persoon
• Bv. topsporter = gepensioneerd op zijn 30 e, soc lft veel hoger dan
kalenderlft
• Bv. grootouder worden op 40j = soc lft hoger dan kalenderlft
• Enkele cijfers

1

, o Vergrijzing van de bevolking
 Dubbele vergrijzing = aantal ouderen (65+) neemt toe + gem lft neemt toe
o Babyboomer = psychisch ziek zijn mag niet, niet vertrouwd met die termen. Protest
generatie: niet meegaande, veel moeilijker gaan doen
o Leuven: jonge populatie/studenten
o De kust: meeste aandeel aan 65+
o Levensverwachting: stijgt dr betere gezonde leefstijlzorg, betere accute prbl
behandelen.
 Vrouwen worden ouder, mr versch wordt kleiner
 Na pensioen hebben mensen nog 20j voor zich
o Japan: grootste aandeel 28% 65+; België: 23 e plaats met 20%. In ruwe aantallen in
China meeste ouderen.
Biopsychosociale perspectief
• = ontwikkeling/veroudering is een complex samenspel van biologische, psychologische en
sociale processen
• Biologische
o Werking van de lichaamsfuncties en structuren doorheen het verouderingsproces
o functieverlies
• Psychologische
o Cognities, gevoelens, emoties, persoonlijkheid
• Sociale
o Positie binnen sociale structuren (familie, cultuur, wereld, land, gemeenschap, …)
4 principes van het ouder worden
• 1. Veranderingen in de levensloop verlopen continu
o Continuïteitsprincipe: hetgene dat gebeurt op oudere leeftijd bouwt voort op
gebeurtenissen uit het verleden
o Repercursies: iemand die rookt en zegt dat hij geen prbl ervaart. Op later lft veel meer
prbl
o Rekening houden met ieder zijn (premorbide) persoonlijkheid: Iemand die veel zorg
droeg vr zichzelf en zich niet naakt durfde te tonen -> als verpleegster niet zomaar de
deur van WC open laten staan om te zien of er niks aan de hand is met de oude
vrouw.
• 2. Enkel de “overlevenden” zijn diegenen die oud worden
o De enige voorwaarde om oud te worden = NIET DOODGAAN
o Degene die nog in leven zijn: goede genen/cogn, emo gezond, goed soc omgeving
• 3. Individualiteit doet ertoe
o Mythe: als mensen ouder worden lijken ze steeds meer en meer op elkaar
o Interindividuele versch stijgen, ze hebben veel meer mogelijkheden -> hetero groep
o Intra: fluïd en kristalised intel veel meer versch
• 4. Normaal verouderen is verschillend van ziekte
o Normaal verouderen (primair verouderen), pathologisch verouderen (sec + tertiaire:
de kans op aandoeningen stijgt, mr niet automatisch bij het ouder worden) en
optimaal (succesvol: bep dingen doen, ment/fys actief blijven om te compenseren vr
functieverlies die functioneren verbeteren-> als dit niet lukt komen ze terecht in
tertiaire => dood) ouder worden
• There are inter-individual differences in development
o Degeneratie van hypocampus, mr niet bij iedereen hetzelfde/op dezelfde manier
• Manieren om je leven te verkorten
o Overgewicht hebben -> relevante data: BMI index
o Drinken en rijden -> doden
o Het eten van onvoldoende fruit en groenten -> voedsel Consumptie

2

, o Fysiek inactief zijn -> lichamelijke activiteit in de vrije tijd
o Roken -> huidige sigarettenrokers
Persoonlijk versus sociaal ouder worden
• Personal aging
o = veranderingen binnen het individu (ontogenetische benadering)
• Social aging
o = mensen veranderen gelijktijdig met of als resultaat van een veranderende omgeving
(Paul Baltes: normatieve en niet normatieve invloeden)
o normatieve leeftijdsgerelateerde invloeden
 = culturele normen
 Zich laten leiden door die gebeurtenissen te laten plaatsvinden die een cultuur
of een generatie vasthangen aan bepaalde momenten in de levensloop (cfr.
Verwachtingen: rond 20-25j afstuderen, rond 25 trouwen, rond 30 kinderen, 50-
60 grootouder, 65 pensioen)
o normatieve geschiedenisgerelateerde invloeden
 = gebeurtenissen die iedereen binnen een bepaalde cultuur op een bepaald
moment overkomt (ongeacht de leeftijd)
 Covid-19
o niet normatieve invloeden
 = toevallige gebeurtenissen die een individu overkomt
 Verkeersongeval (neg), lotto winnen (pos)
Modellen van ontwikkeling: nature versus nurture
• Veroudering stoelt op de principes van de ontwikkelingspsychologie
o Ontwikkeling doorheen levensloop, vroeger dacht men alleen dat het bij jongeren was
o Nu vaak: developmental science = ontwik wetenschap om biopsysoc perspectief te
benadrukken
• Nature - nurture debat
o Nature:
 Gesell: het maturatieproces (= verouderings/veranderingsproces ligt volledig
(genetish) vast (ouders kunnen praktisch niks beïnvloeden)
o Nurture:
 John B Watson: de ontwikkeling wordt volledig beïnvloed door de omgeving die
de ouders scheppen
• Nature en nurture in wisselwerking
o 1. organismic model
 Nature bepaalt de ontwikkeling: kwalitatief
 Contributie van het organisme: men gaat een actieve rol innemen
 main force in development: (biologische: intrinsiek) Genetische predisposities
bepalen verandering
 Verandering gebeurt in fasen/trappen (kritieke fase vr ontwik bv. taal rond 8j,
wanneer ouder -> moeilijker om taal te leren)
o 2. mechanismic model
 Nurture bepaalt de ontwikkeling: kwantitatief
 Contributie van het organisme: passief
 main force in development: (omg) Externe ervaringen bepalen verandering
 Blootstelling aan ervaringen gebeurt continu
o 3. interactionistisch model
 Nature of change: multidirectioneel, multidimensioneel
 Contributie van het organisme: actief
 Nature en nurture: complex samenspel van genen en omgevingservaringen


3

,  niche-picking: kinderen worden geboren met bep aanleg (heel flexibele
gewrichten om) bv ballet te doen, dr goede felxibele aanleg + ballet leren ->
genen/aanleg waarmee ze geboren is op een goede manier verder
ontwik/ontplooien. Als haar vrienden ook beslist om ballet te doen, mr die
aanleg niet heeft, gaat ze stoppen en een andere ‘niche picken’
 main force in development: reciprociteit/wederkerigheid/footprint (hoe ouder,
hoe meer voetafdruk je gaat zetten in iemands leven) = we worden allemaal
beïnvl door omg, mr we gaan die ook beïnvl, dus ontwik/levensloop v ons
medemens beïnvl
Benaderingen van het verouderingsproces
• 1. Biologische theorieën
o Achtergrond: genen en DNA
 Waarom worden we oud en sterven we?
• Organismen zijn geprogrammeerd om te overleven tot ze seksuele
maturiteit bereikt hebben
Genoom opgebouwd uit -> chromosomen (2 sets v 23 chr) bestaan uit -> DNA
daarop zitten -> Genen: hebben elk hun plaats op DNA, hier zit instructie over
hoe -> Eiwitten produceren (mutaties (overgeërfd dr ouders = aangeboren
afw ; mr ook dr omgfact) in genen kunnen voorkomen: veel ziektes zoals
kanker komt dr prbl in eiwitten)
 -> Het optreden van ziekten hangt niet enkel af van genen of mutaties; maar
ook van omgevingsinvloeden
o Voorgeprogrammeerde verouderingstheorieën
 Veroudering en dood zijn geprogrammeerd in de hardware van een organisme -
>
• We krijgen allemaal grijs haar, mr iedereen op ander lft
• Gsm van nu voorgeprogrammeerd op na x-aantaal tijd niet meer te
werken in vgl met vroeger
• Gompertz functie = formule om de relatie tussen leeftijd en de
waarschijnlijkheid om dood te gaan aan te tonen
• Principe van replicatieve senescence = het verlies van de vaardigheid
van cellen om zichzelf te blijven delen (oorzaak: telomeren: sluit de
uiteinden van menselijke chromosomen af en bescherm de genetische
informatie tegen beschadiging/afsterven. Met toenemende leeftijd gaan
deze verloren door herhaalde celreplicaties. Dus hier mee kun je
voorspellen hoe oud iemand zal worden. Levensverwachting van iemand
die rookt ligt lager, beïnvl dr SES)
o Random error theorieën
 Veroudering reflecteert ongeplande veranderingen in een organisme over tijd ->
• Cross linking theorie: Schadelijke wijzigingen in collageen (= Lange
vezelige proteïne. Strengen vormen een drievoudige helix. Maakt een
groot deel van het bindweefsel in het lichaam op (huid, kraakbeen,
pezen, botten, ooglens. Bv. rimpels) t.g.v. aaneenklitting van ladders van
aminozuren. Suikers in de bloedbaan hechten zich aan collageen
(glycosylering). Vormt een nieuwe chemische structuur genaamd
Advanced Glycosylation End-products (AGE's). Collageen wordt harder,
minder elastisch en heeft de neiging te scheuren of te barsten
• Vrije radicalen theorie: Doel van een vrij radicaal (= atomen met
ongepaarde elektronen die zeer reactief zijn; producten van het
metabolisme) is zich binden aan een ander molecule, zodanig dat die
molecule haar functie verliest (middel: anti-oxidanten = absorberen vrije


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller salsabilsh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.47
  • (0)
  Add to cart