100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Micro Macro - hoofdstuk 1-13 = ALLES - 17/20 behaald $21.27   Add to cart

Summary

Samenvatting Micro Macro - hoofdstuk 1-13 = ALLES - 17/20 behaald

 67 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting Micro Macro van hoofdstuk 1 tot 13. Is dus ALLE te kennen leerstof voor dat vak. Het is een volledige samenvatting, bevat grafieken + lesnotities + powerpoint + het handboek. Er staat per hoofdstuk de moeilijk vragen + antwoorden in!

Preview 4 out of 73  pages

  • May 17, 2023
  • 73
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Micro-Macro Economie

Hoofdstuk 1:
1. Inleiding
Economie = een menswetenschap, ze gaan keuzeproblemen bestuderen
kan dus gaan over:
o Studenten → tijd verdelen tussen studeren, ontspanning, werken, extra opleiding, …
o Gezinnen → budgetbeheer, …
o Bedrijfsleiders → aanwerving personeel, investeringen, …

Daarom is economische kennis dus belangrijk!
→ Dragen bij bij het maken van goede beslissingen
→ Helpt bij het begrijpen van de problemen in de wereld
 Vb. hoe kan overheid de armoede tegengaan?
 Vb. waarom daalt de waarde van producten?
 …
→ geeft informatie over het beleid + evalueren

2. Het economisch probleem
Nut van economische analyse → spanning tussen behoeften (individuele/ collectieve, basis/
hogere, materieel/ immaterieel, …) en de schaarse beschikbare middelen.
o Omdat je dezelfde middelen maar 1 keer kunt inzetten, en er dus bewuste keuzes
moeten gemaakt worden!
o Ook het budget is altijd beperkt → voor iedereen (overheid, gezinnen, …)

Behoeften = het aanvoelen van een tekort, en het verlangen om dat aan te vullen
o Gaat dus verder dan de basis behoeften voeding, water, kleding, …
o Kan zowel gaan over immateriële/ materiële goederen, individuele/ collectieve
behoeften, …

Materiële goederen:
o Eten
o Pc
o Kleding
o …

Immateriële goederen:
o Onderwijs
o Diensten in de zorg
o Religie
o …

Individuele behoeften → liggen alleen bij uzelf
Collectieve/ maatschappelijke behoeften → de behoeften van een bepaalde groep
o Vb. de straatlichten die savonds blijven branden

Economische goederen → zijn schaars goederen en hebben nut (behoeften invullen) + moet
ervoor betalen
Vrije goederen → geen schaarste + heeft iedereen zonder hiervoor te betalen
Vb. lucht → voor een duiker = schaars ; de lucht in de atmosfeer = vrij goed

1

,Men spreekt wel van nieuwe schaarste = we betalen voor het vrij goed (onder vorm van
belastingen, … ) + door de omstandigheden is het schaars geworden (luchtvervuiling, …)

De behoeften hangt af van het individu zelf!
o Veranderd met de tijd
o Veranderd naargelang de omstandigheden (koud/ warm weer, …)
o Veranderd met de leeftijd
o …

Men spreekt van een keuzeprobleem!
o De behoeften vs de beschikbare middelen (budget)
o Je kan de beschikbare middelen ook maar 1keer uitgeven → schaarste is dus voor
iedereen (ook diegene met vele financiële middelen)
 Schaarste is het belangrijkste element als we spreken van een economisch
keuzeprobleem!

Opportuniteitskost = de waarde/ kosten van het beste alternatief van je keuze
Vb. meteen gaan werken OF nog verder studeren
o Je kiest gaan studeren → de opportuniteitskost = het gederfd loon, dus het loon
indien je was gaan werken en nu dus niet hebt gehad.

Beheer van beschikbare middelen heeft 3 typeproblemen
1. Stabilisatie probleem: goed beheer van schaarse middelen vereist het nastreven van
het volledige gebruik van de beschikbare middelen.
2. Allocatie van de middelen: hoe wijs je de schaarse middellen toe aan een andere
aanwending
3. Verdeling/ distributie probleem: hoe verdeel je de G en D over de bevolking

Lees ook p25 voor extra info over deze 3 typeproblemen (wat? hoeveel? hoe? …)

Micro economie = de ‘kleine’ economie → bedrijven, individuele consumenten, verenigingen, …
o Consumenten:
 Vraag naar G en D
 Aanbod van productiefactoren arbeid en kapitaal
o Producenten:
 Aanbod van G en D
 Vraag naar productiefactoren
 Arbeid
 Kapitaal: de kapitaalgoederen of de LT goederen → vb. een machine
 We spreken niet van geld, dat is boekhoudkundig!
 Natuur: de grondtsoffen
 Ondernemerschap: het risico dat je loopt → personeel ontslaan/ aannemen, …
o Micro economie heeft invloed op:
 Prijsbepaling van bedrijven, transportbeleid, controle van huur/ energieprijzen, …
 Micro economie bestuurd dus allocatie en distributieproblemen


Macro economie = economie op overheidsniveau, internationaal, …
o Bestudeerd het stabilisatieprobleem: volledige tewerkstelling, prijsstabiliteit,
betalingsbalans, inflatie, …

2

,Economische problemen zijn moeilijk te verdelen in macro of micro, en lopen vaak samen
over beide!
o Vb. werkloosheidsproblematiek = macro, maar hangt ook af van micro economische
inzichten zoals:
 Hoe bedrijven bepalen dat ze personeel aannemen
 Hoe de mensen bepalen onder welk loon ze willen werken
 …

3. Productiemogelijkheden van een land
Productiemogelijkhedencurve = toont alle mogelijke combinaties v/d productie van 2
economische goederen bij volledig gebruik van de productiefactoren.
o Is altijd een negatieve helling!
 = want als je meer v/h ene goed wilt, dan heb je sowieso minder v/h anderen goed!
 Dat is omdat je enkel de beschikbare productiefactoren kan gebruiken
 Kapitaal, arbeid, natuurlijke hulpbronnen.



Vb. van een bedrijf dat graan en
kleding produceert.

Je kan hier spreken van de
opportuniteitskost als je meer van het
ene produceert, waardoor je minder van
het andere kan produceren

GROOTHEDEN OP DE ASSEN!!


Punt Z
o Niet mogelijk want valt buiten de beschikbare productiefactoren/ capaciteitsbenutting,
er is dus sprake van schaarste.
Punt U
o Mogelijk maar niet efficiënt, er is geen volledig gebruik van de productiefactoren/
capaciteitsbenutting.
Punten op de curve
o Mogelijk en efficiënt, gebruik van de volledige productiefactoren/ capacitetisbenutting.
o = alle efficiënte productiemogelijkheden!

Elk punt op de curve → andere allocatie/ aanwending van de productiefactoren!
o Hangt dus af van de keuze (bv. 5 graan en 7 kleding)
o Vb. keuze tussen levensnoodzakelijke goederen (ontwikkelingslanden) en
luxegoederen (geïndustrialiseerde landen)

Voorbeeld: je kiest voor 5 eenheden graan → dus kan maar 4 kleding ipv 5 (het maximale)
dus je laat 1tje liggen voor het graan.




3

, HOE KIEZEN?
o Goede beslissing = waarde v/d keuze > waarde opportuniteitskost
 Opportuniteitskost ≠ administratieve kost (kosten optellen)
o Stappenplan:
 Welke keuze werd gemaakt?
 Welke middelen werden hiertoe ingezet?
 Welke alternatieve aanwending(en) waren mogelijk?
 Wat is het beste alternatief?
 Wat is de waarde v/h beste alternatief?

4. Het marktmechanisme versus centrale planning
2 soorten sturingsmechanismen in een economie
o Centrale planning
o Marktmechanisme

Je kan een gemengde economie hebben → de 2 mechanismen gebruiken
o Vb. in Limburg probleem met appelen en peren, boeren willen meer dan 1 euro per
kilo → overheid kan dan subsidies of minimumprijs opleggen. Maar voor de rest
kunnen bedrijven nog steeds zelf beslissen wat ze doen → gewoon hier ff gebruik
gemaakt van centrale planning.
o Vb. zoals het bij ons is → al de nadelen van marktmechanisme (zie hieronder)
worden door de overheid geregeld.

Centrale planning:
o De belangrijke beslissingen worden door een centraal orgaan beslist (vb. overheid)
 Bepalen hoeveel geproduceerd wordt, hoeveel productiefactoren gebruikt
worden, …
 Vooral succesvol bij het stimuleren van productie van kapitaalgoederen
(waant daardoor kunnen ze geen consumptiegoederen produceren).
 Dus vooral bij weinig ontwikkelde economieën → om investeringen te
stimuleren → en dat zorgt uiteindelijk voor economische groei!
o Belangrijk hierbij → de interne consistentie v/h plan!
o Vooral bij Oostbloklanden
 Wordt steeds minder gebruikt overal!
o Nadeel → weinig flexibiliteit

Marktmechanisme:
o Bedrijf kiest alles zelf → adhv vraag en aanbod op de markt + prijsvorming staat hier
centraal.
 Markt is een theoretisch begrip!
 Markt = plaats waar V en A samenkomen, en de prijs wordt bepaald.
o Nadeel indien enkel dit mechanisme gebruikt wordt:
 Als je iedereen laat doen → dan heeft 1 iemand alle macht
 Overheid moet sws zorgen voor collectieve goederen (onderwijs, wegen,
recht, politie, …)
 Overheidstussenkomst vereist voor vermeiden van geluidshinder, milieu, …
 Inkomensverdeling moet gebeuren door overheid (werkloosheiduitkering, …)




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller OdiseeStudentt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $21.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$21.27  2x  sold
  • (0)
  Add to cart