Op tentamen worden doorrekenfouten dan ook maar één keer fout gerekend.
Economie
- Een studie naar (keuze)gedrag van mensen bij schaarste:
Doel: optimale inzet van beperkte middelen.
Bedoeld als descriptieve wetenschap, maar heeft (steeds meer) normatieve trekken.
Gebaseerd op modellen en theorieën; abstracties van de werkelijkheid en gebruik van
assumpties.
- Verschillende perspectieven, waaronder:
Algemene economie: studie naar economische realiteit descriptieve wetenschap.
Bedrijfseconomie: studie van keuzeproblemen van ondernemingen toepassing.
- Verschillende niveaus:
Macro: som van alle micro-economieën tezamen economie als organisch geheel en
factoren die daarop van invloed zijn.
Aggregaten: somvariabelen, economische grootheden.
Micro: wijze waarop ‘huishoudens’ keuzes maken.
Meso: studie naar in categorieën verenigde ‘huishoudens’ (bv. sectoren en bedrijfstakken).
Macro-economie vanuit een neoklassieke invalshoek (I)
- Adam Smith’s ‘onzichtbare hand’ op de perfecte markt:
Markt bestaat uit vraag en aanbod is een som van individuen.
Op de markt vinden transacties plaats goederen/diensten voor geld.
Coördinatie vindt plaats met ‘onzichtbare hand’ prijsmechanisme:
Veel vraag en weinig aanbod = hoge prijs.
Weinig vraag en veel aanbod = lage prijs.
Prijs is bepalend voor keuzes van vragers en aanbieders.
- Assumpties bij Smith’s theorie:
1) Volmaakt competitief geen monopolisten.
2) Vrije toe- en uittreding.
3) Volledige informatie-symmetrie vragers en aanbieders kunnen volledig geïnformeerd hun
keuze maken.
4) Standaardproducten homogeen; er wordt geen onderscheid gemaakt in producten.
5) Rationele mens.
- Evenwichtsprijs:
P Aanbod
Vraag
Q (hoeveelheid)
- Producentensurplus:
Verschil tussen de prijs die de producent krijgt en de prijs die hij bereid is aan te bieden
(minimale prijs bij minimaal aanbod).
Even googelen en bijtekenen welk vak het is op de grafiek.
1
, Economie & jaarrekeningenrecht
- Consumentensurplus:
Verschil tussen de prijs die de consument betaalt en de prijs die hij bereid is te betalen
(maximale prijs bij minimale vraag).
Even googelen en bijtekenen welk vak het is op de grafiek.
- Totale welvaart:
Som van producentensurplus en consumentensurplus.
Economen willen dat dit zo groot mogelijk is.
- Bij een maximumprijs is er welvaartsverlies:
Driehoekje rechts; even googelen en bijtekenen welk vak het is op de grafiek.
2
, Economie & jaarrekeningenrecht
Week 2 | 9/2/2022 – Economie (I) macro-economie
Verkeersvergelijking van Fisher
- Geldstroom = goederenstroom.
- M (geldvoorraad) x V (omloopsnelheid) = P (prijsniveau; inflatie) x T (transacties).
- Dus inflatie wanneer M stijgt (doordat de overheid staatsobligaties opkoopt of doordat de rente
omlaag gaat waardoor er meer geleend wordt) en T gelijk blijft.
- Keynesianen → er zijn drie situaties:
1) Onderbesteding:
Productiecapaciteit wordt niet volledig benut;
Geldschepping (M) zal leiden tot een toename van het aantal transacties (T).
2) Overbesteding:
Productiecapaciteit wordt volledig benut;
Geldschepping (M) zal leiden tot inflatie (P).
3) Bestedingsevenwicht.
- Monetaristen → bestedingsevenwicht:
Omloopsnelheid (V) blijft gelijk;
Geldschepping (M) zal dus alleen leiden tot inflatie (P);
Als het totale aantal transacties stijgt, moet de Centrale Bank ervoor zorgen dat de
geldhoeveelheid (M) meestijgt.
- Haviken: wanneer inflatie (P) stijgt, moet de geldvoorraad (M) omlaag (bv. door renteverhoging),
waardoor de inflatie zal dalen.
- Mussen: zitten er tussenin.
- Duiven: wanneer de inflatie (P) stijgt), moet de geldvoorraad (M) omhoog, waardoor de
transacties (T) zullen stijgen.
Prijselasticiteit: reactie van vraag en aanbod op een prijsverandering
- Procentuele verandering van de vraag : procentuele verandering van de prijs.
Product is prijselastisch als een prijsverandering een grote reactie van de markt tot gevolg
heeft.
0 = volkomen inelastische vraag.
-1-0 = inelastische vraag.
-1 of lager = elastische vraag.
- Elastische producten zijn vaak luxegoederen; als een luxegoed veel duurder wordt kunnen
mensen er namelijk relatief makkelijk vanaf zien.
- Inelastische goederen zijn vooral primaire goederen, zoals benzine, brood en melk.
Macro-economie vanuit een neoklassieke invalshoek (II)
- Marktfalen (welvaartsverlies) veroorzaakt door o.a.:
Geen perfect competitieve markt:
Door bv. prijsafspraken/kartel of beperkt aanbod door een monopolie/oligopolie.
Externe effecten:
Het effect van consumptie of productie van een bepaald product dat niet helemaal tot
uiting komt in de prijs (wordt in beginsel niet gecompenseerd), terwijl het wel effect
heeft op derden.
Bv. uitstoot (gevolg) door het gebruik van de auto (consumptie auto) heeft effect op de
planeet (derde).
3
, Economie & jaarrekeningenrecht
- Oplossingen voor marktfalen:
Coase-theorie particuliere oplossing:
Wanneer je partijen met elkaar laat onderhandelen over de optimale oplossing (de
oplossing die de maatschappelijke welvaart maximaliseert), zal deze altijd bereikt
worden (onafhankelijk van het recht).
Vraag en aanbod komen met elkaar in contact en bereiken een punt waarop de
benadeelde een bepaalde prijs betaalt, zodat degene die het externe effect veroorzaakt
dat vermindert.
Dit is de voorkeur van economen zo min mogelijk overheidsinmenging.
Overheidsingrijpen, bv. door:
Quota.
Minimum-/maximumprijzen:
o Overheid vindt het aanbod van melk erg belangrijk maar prijzen zijn heel laag,
overheid stelt daarom een minimumprijs in, aanbod wordt veel groter dan de vraag
waardoor er een overschat ontstaat, overheid koopt het overschot op en dumpt het.
o Bij maximumprijzen ontstaat er veel meer vraag dan aanbod.
Eigendomsrechten:
o Stikstof moet bv. verminderd worden, wat er nog wel mag worden uitgestoten
wordt verdeeld in eigendomsrechten; elke boer mag bv. nog zo veel mest strooien
zodat de uitstoot in bedwang wordt gehouden. Er is letterlijk een markt voor
stikstofrechten.
Law and Economics: belang voor het privaatrecht
- Rechtseconomie:
Economische analyse van het recht.
- Basisgedachte van rechtseconomie:
Het recht werkt een systeem van regels uit, dat ertoe strekt om de maatschappelijke
welvaart te verhogen.
- Rechtseconomen:
Gaan ervan uit dat rechtsregels als gedragsprikkels werken voor burgers en marktpartijen;
Gaan ervan uit dat het recht geen doel op zich is, maar een instrument om gewenst gedrag
van burgers te bereiken;
Kunnen over bepaalde rechtsregels zeggen of het doel bereikt is, maar kunnen niet zeggen
of de rechtsregel ook voor de maatschappij een goede rechtsregel is;
Letten zowel op de kosten van de rechtsregels als op de effecten op het gedrag die van de
rechtsregels uitgaan.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joycharlotte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.