Alles van semester 2 van het onderwijsvak biologie. Alle onderdelen inbegrepen! Van chemie in de biologie tot en met de celademhaling en fotosynthese. Zowel het boek planten en andere niet dierlijke organismen en het boek anatomie en fysiologie is geïntegreerd. Alsook de cursus en mijn eigen notit...
Chemie in de biologie
Inleidende begrippen
Materie: alles wat massa en volume heeft, vb aarde, lucht, water, …
Chemie: het studiegebied der natuurwetenschappen waarin samenstelling, bouw en
eigenschappen van de materie en de verandering ervan bestudeerd worden
Mengsels
Heterogeen mengsel: mengsel waarin men
tenminste 1 component kan onderscheiden, vb
grove mengsels, suspensies, emulsies, nevels,
rook, schuim
Homogeen mengsel: mengsel waarbij de
verschillende componenten niet van elkaar te
onderscheiden zijn. Men spreekt van een
opgeloste stof in een oplosmiddel.
Colloïdaal mengsel: mengsel dat de overgang
vormt tussen een heterogeen en een
homogeen mengsel, vb mayonaise
Zuivere stoffen
Zuivere stof: 1 stof, opgebouwd uit identieke deeltjes (atomen of moleculen), en met een
aantal stofspecifieke eigenschappen
Enkelvoudige stof: stof die opgebouwd is uit slechts 1 atoomsoort, vb stikstofgas (N 2)
Samengestelde stof: stof die meer dan 1 atoomsoort bevat, vb water (H2O)
Atoombouw
Atoom: kleinste deeltje waaruit een stof is opgebouwd. Het is opgebouwd uit een kern en
een mantel, en is in zijn geheel elektrisch neutraal
n = elektronenschil of hoofdenergieniveau
2n² = maximale bezetting of hoofdenergieniveau
Energie toevoegen: elektron naar schil met hogere energie (geëxiteerde toestand)
Drang naar zo laag mogelijke energietoestand. Terugkeer van elektron naar zijn
oorspronkelijke baan → er zal energie uitgestraald worden
, X = symbool van het element
A = massagetal: aantal p+ en aantal n0 in de kern (= #nucleonen)
= p+ + n0
Z = atoomnummer: aantal p+ in de kern en aantal e- in de
elektronenmantel (atoom = elektrisch neutraal → #p+ = #e- )
= p+
Vb 1123Na: 11 protonen, 11 elektronen, 12 neutronen
Isotopen: atomen die behoren tot dezelfde atoomsoort (dus met hetzelfde atoomnummer)
maar met een verschillend massagetal. Ze verschillen dus van elkaar door het aantal
neutronen.
Vb Na op buitenste schil 1 elektron = valentie-elektron. Valt deze weg → Na1+-ion
Periodiek systeem der elementen
Perioden: horizontale lijnen
Groepen: verticale lijnen
Edelgassen
• Groep O → buitenste schil volledig opgevuld met 8 elektronen (uitgezonderd Helium)
• Edelgasconfiguratie = octetstructuur: als de buitenste schil helemaal volzet is
• Gaan geen bindingen aan, ze zijn inert
EN-waarde
Elektronegatieve waarde: een relatieve waarde voor de aantrekkingskracht die een
gebonden atoom uitoefent op de bindingselektronen (in tabel te vinden)
Chemische bindingen
Molecule: het geheel van 2 of meerdere atomen die met elkaar een binding zijn aangegaan.
Men kan een molecule voorstellen door een formule.
Ion: een positief of negatief geladen molecule of atoom. Deze ontstaan door het opnemen of
afgeven van 1 of meerder elektronen. Bij het afgeven van een elektron krijgt men een
positief geladen ion, bij het opnemen krijgt men een negatief geladen ion
Covalente binding: binding tussen 2 niet-metalen waarbij er valantie-elektronen
gemeenschappelijk gebruikt worden
(zie foto EN-waarde)
,Gewone covalente binding = apolaire: binding waarbij elk atoom evenveel ongepaarde
valentie-elektronen ter beschikking stelt om een gemeenschappelijk elektronenpaar te
vormen.
• Verschil EN is ZEER KLEIN → geen verschuiving van het bindend e--paar
• Voorbeeld:
o H2 ΔEN = 0
o CH4 ΔEN = 2,5 – 2,1 = 0,4
Covalente binding van het donor-acceptortype = polaire: binding waarbij het
gemeenschappelijke elektronenpaar door slechts 1 element geleverd wordt.
• Verschil EN is GROOT → verschuiving naar het meest elektronegatieve element
• Voorbeeld: HCl ΔEN = 3,0 – 2,1 = 0,9
notatie: H—Cl
δ+ δ-
Polaire binding: een verschil in EN-waarde doet de bindingselektronen lichtjes verschuiven
naar het element met de grootste EN-waarde. Er ontstaat een positieve en een negatieve
pool
Apolaire binding: doordat de EN-waarde van beide elementen gelijk is in een binding met
identieke atomen, ontstaan er geen polen
Ionenbinding: binding waarbij de overdracht van de elektronen volledig is tussen metalen en
niet-metalen (er ontstaan dus ionen). Het positief en het negatief ion trekken elkaar aan.
• Verschil EN is ZEER GROOT → afgave en opname van een elektron
• Elektrisch geladen deeltjes of ionen
• Voorbeeld: NaCl ΔEN = 3,0 – 0,9 = 2,1
notatie: Na+ Cl-
Metaalbinding
• Metaalionen binden zich binnen een metaalrooster waarin de valentie-elektronen
vrij kunnen bewegen en aan alle ionen tegelijkertijd toebehoren
Anorganische verbindingsklassen
Zuren
Def: elektrolyten die opgelost in water H—ionen (protonen) afsplitsen. Het negatieve ion dat
hierbij ontstaat noemen we de zuurrest
→ Protondonor
• Binaire zuren: H + nM (= zuurrest)
• Ternaire zuren: H + nMO (= zuurrestgroep)
• Chemische eigenschappen
o elektrolyten (zwak → zeer sterk)
o Indicator
, Formule Voorkomen en Toepassingen Gevaren R- en S-
naam eigenschappen zinnen
HCl -Sterk prikkelend -Verwijderen van -Inademen: keelpijn, hoesten, Corrosief
Waterstof- -Kleurloos kalkaanslag kortademigheid
chloride -Goed oplosbaar in H2O -Grondstof voor bereiding -Huid: bijtend, pijn, roodheid,
-In maagsap van Cl2 en H2 wonden
-Ogen: bijtend, pijn, slecht zien
-Inslikken: bijtend, ademnood,
braken, brandende pijn
H2SO4 -Kleurloos -Bereiding van kunstmest, -Kans op explosie Corrosief
Diwaterstof- -Olieachtig kleur- en kunststoffen -Inademen: bijtend, keelpijn,
sulfaat -Bij mengen met water -Bereiding van belangrijke hoesten, ademnood
(zwavelzuur) komt veel warmte vrij zuren (H3PO4, HCl, HNO3) -Huid: bijtend, pijn, ernstige
→ nooit dopen! brandwonden
-Ontleedt bij verhitting -Ogen: bijtend, pijn, slecht zien
tot giftige dampen (SO3) -Inslikken: bijtend, keelpijn,
-Wateronttrekkend buikpijn, braken, diarree
HNO3 -Kleurloos -Bereiding kunstmest -Brand: niet brandbaar, bevordert Oxiderend
Waterstof- -In bruine flessen -Bereiding springstoffen brand van andere stoffen
nitraat -In conc boven 70%: (TNT en nitroglycerine) -Kans op explosies
(salpeter- kleurloos tot rood met -Inademen: bijtend, keelpijn,
zuur) scherpe geur hoesten, ademnood Corrosief
-Ogen: roodheid, pijn,
brandwonden
-Huid: pijn, brandwonden
-Inslikken: bijtend, keelpijn,
buikpijn
H3PO4 -Kleurloos, vast -Bereiding kunstmest -Inademen: bijtend, keelpijn, Corrosief
-Mengbaar met water -Toegevoegd aan hoesten, ademnood
-Bouwstof van DNA bepaalde frisdranken -Huid: bijtend, pijn, ernstige
brandwonden
-Ogen: bijtend, pijn, slecht zien
-Inslikken: bijtend, keelpijn,
buikpijn, braken
Hydroxiden
Def: hebben als functionele groep de OH- (hydroxide)-groep gebonden aan een metaal.
Opgelost in water kunnen ze OH—ionen afsplitsen
→ Protonacceptor
• M + OH
• Chemische eigenschappen
o Elektrolyten (sterk)
o Indicator
• Belangrijke reacties
CaO + H2O → Ca(OH)2
Ongebluste kalk gebluste kalk
Ca(OH)2 + CO2 + H2O → CaCO3↓ + 2H2O (aantonen dat CO2 zit in uitgeademde lucht)
Formule Voorkomen en Toepassingen Gevaren R- en S-
naam eigenschappen zinnen
NaOH -Wit, vast -Bereiding van zeep -Niet brandbaar Corrosief
Natrium- -Veel warmte komt vrij bij -Ontstoppen van aflopen -Inademen: bijtend, keelpijn,
hydroxide oplossen in water hoesten, ademnood
-Sterke base die heftig -Huid: bijtend, pijn, brandwonden
reageert met zuren -Ogen: slecht zien, pijn
-Inslikken: keelpijn, diarree,
buikkramp
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller acools. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.62. You're not tied to anything after your purchase.