Hoofdstuk 1
Volkomen concurrentie
Een markt van volkomen concurrentie of volledige mededinging kenmerkt zich door:
• een groot aantal vragers en aanbieders: een individuele producent of consument
heeft geen invloed op de prijs omdat hij maar een zeer klein marktaandeel heeft;
• een homogeen product: voor de consument zijn alle exemplaren van het product
identiek;
• transparante (doorzichtige) markt: vragers naar en aanbieders van het product zijn
volledig geïnformeerd over de aard van het product en de prijs waartegen het wordt
verhandeld;
• vrije toe- en uittreding: er zijn geen belemmeringen om tot een markt toe te treden
of eruit te stappen.
Bovengenoemde kenmerken komen in de praktijk nooit allemaal tegelijk voor. De
marktvorm volkomen concurrentie is daarom een theoretische marktvorm.
Hoeveelheidsaanpasser
De individuele aanbieder heeft geen invloed op de prijs. De prijs is voor de
individuele aanbieder een gegeven. Omdat hij streeft naar maximale winst, zal hij net
zoveel producten aanbieden dat zijn winst maximaal is. Hij past dus zijn hoeveelheid
aan. Daarom heet een aanbieder op een markt van volkomen concurrentie een
hoeveelheidsaanpasser.
Marktmechanisme
Zolang vraag en aanbod niet aan elkaar gelijk zijn, zal de prijs van het product
veranderen. Als de gevraagde hoeveelheid groter is dan de aangeboden
hoeveelheid dan zal de prijs van het product stijgen. De consumenten die voor het
product het meest willen betalen, drijven de prijs op. Deze prijsstijging leidt tot een
hoger aanbod van het product en een afname van de vraag naar het product. Het
uiteindelijk resultaat is dat het vraagoverschot verdwijnt. Bij een aanbodoverschot zal
de prijs van het product zover dalen tot er evenwicht is in vraag en aanbod. Het
proces van prijsaanpassingen dat optreedt bij vraag- en aanbodoverschotten
noemen we het marktmechanisme of prijsmechanisme.
Maximale winst
Kenmerkend voor volledige mededinging is dat de marginale opbrengst (MO) gelijk is
aan de prijs. De prijs is tevens de gemiddelde opbrengst (GO). De prijsafzetlijn heeft
een horizontaal verloop, de prijs is immers een gegeven. Zolang MO>MK, zal de
winst stijgen bij een vergroting van de afzet. Een aanbieder bereikt zijn maximale
winst bij MO = MK. Het zijn dus de marginale kosten die bepalen hoeveel een
aanbieder zal aanbieden.
Bedrijfstakevenwicht
Zolang potentiële toetreders kans zien om winst te maken, zullen zij toetreden.
Hierdoor daalt de winstmarge. Het proces van toetreding en prijsdaling stopt als de
winstmarge nul is en de winst is verdwenen. De situatie die dan ontstaat, noemen we
bedrijfstakevenwicht. Bij bedrijfstakevenwicht maken de bestaande aanbieders geen
winst en is er dus geen reden meer om tot de markt toe te treden. De prijs is gedaald
en gelijk aan de gemiddelde totale kosten. De ondernemers zullen echter niet uit de
markt treden, want ze ontvangen een vergoeding voor hun inspanning. Deze
vergoeding is in de kosten opgenomen als ondernemersloon.
, Verschuivende aanbodlijnen en vraaglijnen
Door een toename van het aantal aanbieders verschuift de collectieve aanbodlijn
naar rechts, bij dezelfde prijs is er meer aanbod. Bij afname van het aantal
aanbieders verschuift de collectieve aanbodlijn naar links. Een invoerheffing/accijns
veroorzaakt een verschuiving van de collectieve aanbodlijn naar boven. Een
kostprijsverlagende subsidie verschuift de aanbodlijn naar beneden.
Marktimperfecties op de arbeidsmarkt
• Dé arbeidsmarkt bestaat niet, het zijn allemaal deelmarkten.
• Arbeid is geen homogeen product: arbeidskrachten hebben specifieke kennis,
opleiding, ervaring…
• De arbeidsmarkt is niet transparant, werkgever en werknemer beschikken niet over
dezelfde informatie (de informatie is asymmetrisch).
• De vrije toetreding is beperkt: voor bepaalde beroepen heb je een diploma’s nodig.
• Door als collectief te onderhandelen, kunnen vakbonden een loon afdwingen dat
hoger is dan het evenwichtsloon. Aan de onderkant van de arbeidsmarkt wordt het
loon niet bepaald door vraag en arbeid. Het minimumloon legt een vloer onder de
prijs van arbeid.
De ideale arbeidsmarkt in theorie
Hoewel de arbeidsmarkt niet alle kenmerken van volledige mededinging heeft, wordt
in de economische theorie deze markt vaak opgevat als een markt van volkomen
concurrentie. Vraag en aanbod bepalen de prijs (loon) en de hoeveelheid
(werkgelegenheid). De veronderstelling is dan dat arbeid homogeen is en de
arbeidsmarkt transparant. Dat is bij benadering waar voor deelmarkten binnen de
arbeidsmarkt, zoals de markt van ongeschoolde arbeid of de markt voor leerkrachten
in het basisonderwijs.
Hoofdstuk 2
Monopolist
Een monopolist is alleenheerser op een markt omdat hij de enige aanbieder is.
Hierdoor kan hij zelf bepalen welke prijs hij vraagt voor zijn product. Daarom noemen
wij hem een prijszetter. Toch is de macht van een monopolist niet onbeperkt. Een
monopolist kan voor een product niet meer vragen dan klanten bereid zijn te betalen.
De betalingsbereidheid van de consument is af te leiden uit de collectieve vraaglijn.
De collectieve vraaglijn is tevens de prijsafzetlijn van de monopolist want deze geeft
weer hoeveel de monopolist verkoopt bij verschillende prijzen. In tegenstelling tot de
markt van volkomen concurrentie waar de prijsafzetlijn een horizontaal verloop heeft
(de prijs is daar een gegeven) heeft de prijsafzetlijn van de monopolist een dalend
verloop. Naarmate de monopolist een hogere prijs vraagt voor zijn product zal de
vraag afnemen. Een aantal vragers zal kiezen voor een substituut, een product dat
als vervanging kan dienen.
Monopolies
Een octrooi of patent is het exclusief recht op de commerciële exploitatie van een
uitvinding. Het alleenrecht duurt meestal 15 tot 20 jaar en wordt door de overheid via
octrooibureaus verleend. Een monopolie gebaseerd op wettelijke basis (octrooi)
noemen we een wettelijk monopolie.
Er zijn ook natuurlijke monopolies. Een natuurlijk monopolie ontstaat als
schaalvoordelen zo’n grote rol spelen dat er op een markt slechts plaats is voor één
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneguezen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $2.76. You're not tied to anything after your purchase.