• Schriftelijk
• 3 onderdelen:
o Multiple choice (20 vragen) + giscorrectie
o Open vragen → zie op voorhand lijst op BB!
▪ Enkel verbeterd als je voor de 2 andere delen minstens een 8/20 hebt
o Practicum → bevraagd a.d.h.v. foto’s van preparaten (50%)
• Finale cijfer: geen mathematisch gemiddelde (zie uitleg studiegids)
• Geen partiële vrijstellingen gegeven
• Goed handboek: Histology and cell biology Kierszenbaum
• Zelfstudie: mitose & meiose
Opm.: op USB stick → MC examen, maar in realiteit moeilijker dan het echte examen.
2. Celorganellen
2.1 Mitochondria
Voorkomen
• In alle eukaryote cellen → zeer frequent voorkomende organellen
• Kunnen tot 2/5e van cytoplasmavolume innemen (heel groot deel van cytoplasma volume)
• Eivormige of langgerekte structuren
o Soms vertakt
o Kunnen ook groter worden indien nodig (giant mitochondria in cellen onder stress,
vb. in levercel bij chronische alcoholiekers)
• Zeer heterogene verdeling over het cytoplasma bij verschillende celtypes
o Vaak ophoping in gebieden waar veel energie verbruikt wordt
o Vb. bepaalde epitheelcellen → t.h.v. actieve stromen van nutriciënten (vb. niercellen:
uitfilteren van stoffen uit urine) → stoffen moeten actief uit de cel gepompt worden
= vraag heel veel energie → zwaartepunt ligt basaal → mitochondriën liggen ook
basaal/onderaan de cel
• Aantal mitochondriën = dynamisch → afhankelijk van energiebehoeften van de cel
o Kunnen splitsen en fusioneren
• Algemeen: plaats, aantal, volume = allemaal dynamisch ̴ energiebehoeften
Opbouw
• Dubbele membraan
2
, o Buiten membraan = glad
▪ Heel permeabel (vnl.
morfologische functie)
▪ Omgeeft het ganse
mitochondrion → geeft finale
vorm
▪ TOM complex = transporter
outer membrane
• = kanaalvormige
eiwitten
• Nodig om eiwitten die gemaakt worden buiten de mitochondria naar
binnen te brengen
• HOE? → a.d.h.v. presequence/label = korte sequentie die specifiek
herkent wordt door het complex
• Opm.: eiwitten in cel → kunnen veel reacties ondergaan DUS
begeleidt door een chaperon om het eiwit af te
schermen/camoufleren (vb. Hsp60 → vouwt eiwitten).
o Intermembranaire ruimte
o Binnen membraan
▪ Sterk geplooid → cristae mitochondriales
▪ Helemaal niet goed doorgankelijkheid
▪ Regelen van deze doorgankelijkheid → geeft mitochondriën de mogelijkheid
om hun werk te doen
• TIM complex (analoog aan TOM-complex)
▪ Vb. krebscyclus: creëert gradiënt over het mitochondriale binnenmembraan
→ gebruikt om ATPase aan te drijven
• Mogelijk dankzij integriteit mitochondriaal binnenmembraan!
▪ Toepassing: vb. antitumormedicatie → grijpen in op permeabiliteit van het
mitochondriaal binnenmembraan.
▪ DUS fysiologisch heel belangrijk én ook therapeutisch aangrijpingspunt.
• Matrix
o Bevat enzymen van vetzuuroxidatie en deel van de
citroenzuurcyclus
o Ronde matrixkorrels = neerslagen van calcium-en
magnesiumzouten = onder de vorm van kristallen
o Hier gebeurt:
▪ Oxidatie van lipiden
▪ Oxidatie van pyruvaat
▪ Krebscyclus
Buitenmembraan Binnenmembraan
• Veel transporteiwitten • Sterk geplooid (crista)
• Permeabel voor kleine-matig grote o = vergroting van oppervlak
moleculen t.o.v. de matrix of
o Incl. kleine eiwitten mitochondriale inhoud
→ samenstelling intermembranaire • Cristae = blad- of buisvormig
ruimte = afspiegelen van omliggend
3
, cytoplasma • Bestaat voor 3/4e uit eiwitten
→ kan hier geen gradiënt inbouwen (ademhalingsenzymen,
• Bevat enzymen die conversie van transporteiwitten)
bepaalde substraten bewerkstelligen • Minder permeabel
(gebeuren wel al bepaalde • Hogere metabole activiteit → ↑
omzettingen) plooiing membraan
• Bevat enzymen voor
vetsynthese/vetzuurmetabolisme
Functie
• 95% van de energieproductie voor de cel
o 5% door gradiënt over het celmembraan (protonengradiënt)
• ATP vorming door afbraak van organische moleculen
o Reactieketen waarbij O2 wordt verbruikt en CO2 aangemaakt
• Metabolisme = katabolisme + anabolisme
Bijzonderheden
• Bevatten eigen circulair DNA (maternaal) en ribosomen
o Ook enzymen om proteïnen te synthetiseren → aantal eiwitten nodig in het
mitochondriaal proces komen van de mitochondriën zelf (mitochondriaal DNA)
o → kunnen voor stuk autonoom functioneren (maar ook nog wel ribosomen van rest
van cel nodig)
• Mitochondriaal DNA en geassocieerde enzymen lijken sterk op deze die in bacteriën
voorkomen
→ mitochondriën kunnen instaan voor:
o Eigen onderhoud
o Groei
o Vermenigvuldiging
• Aantal en grootte van de mitochondriën = veranderlijk ̴ energiebehoefte van de cel
Synthese van mitochondriale proteïnen
• Meerderheid door cytosolische ribosomen (niet gebonden aan ER)
o Buiten het organel
• Opname door binding aan receptor proteïnen op het oppervlak van de mitochondriën via
herkenning van specifieke uptake-targeting sequences aan de nieuwe proteïnen
o = kleine eiwitsequenties gebruikt als soort adres label
o Achteraf afgeknipt
• Aanwezigheid van dubbele membraan → vereist voor sommige proteïnen een sequentiële
actie van 2 sequenties en 2 membraangebonden receptorsystemen
Mitochondriaal DNA
• = circulair
• Heeft aantal genen
o Protein-coding regions: geven aanleiding tot bv. het NADH dehydrogenase subunit
▪ Achteraf aan elkaar geplakt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saar12345. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.08. You're not tied to anything after your purchase.