Dit document bevat een samenvatting van alle lessen medische kennis blok A gegeven op het Alfa College te Hoogeveen in september 2021. De boeken inleiding medische kennis, geneesmiddelenkennis en zijn onder andere gebruikt.
Inleiding medische kennis:
Hoofdstuk 1.1: communicatie
Onder intake wordt verstaan: anamnese + beleid. De volgende gegevens dienen zo goed
mogelijk te worden vastgesteld:
Patiëntgegevens
De klacht of het probleem
Overige medische gegevens
Hulpvraag
Beleidsmogelijkheden zijn:
Voorlichting geven: informatie en adviezen
(Herhaling)recepten ter ondertekening klaarmaken
Overleg met de dokter
Doorverbinden met de dokter
Verwijzen naar het telefonisch spreekuur
(Spoed)consult regelen
(Spoed)visite afspreken
Hoofdstuk 1.1: de (on)betrouwbaarheid van informatie:
Een belangrijk uitgangspunt is tegenwoordig evidence based medicine (EBM). Vertaald in het
Nederlands is dat: geneeskunde, gebaseerd op bewijs. Dat is echter niet het enige. In EBM
zijn de inschatting door de arts en de omstandigheden en voorkeuren van de patiënt van
even groot belang.
Veel is te vinden op www.thuisarts.nl. Een alternatief is de thuisarts app. Hier zijn de
vroegere patiëntenbrieven en -folders te vinden. Informatie kan eventueel worden
uitgeprint en aan de patiënt meegegeven. Andere goede sites zijn:
www.gezondheidsplein.nl, en www.ziekenhuis.nl. Hier is vanuit de invalshoek van
specialisten in de ziekenhuizen veel informatie te vinden over bijna alle ziektebeelden. Op de
genoemde sites kun je ook afbeeldingen en filmpjes bekijken.
Hoofdstuk 1.6: de anamnese
Patiënten leggen aan een arts, praktijkondersteuner of doktersassistent een klacht of
probleem voor. Het is vervolgens de kunst om zo veel mogelijk over de klacht te weten te
komen. Hiervoor kan het nodig zijn naar allerlei andere zaken te vragen, zaken die vaak
weinig te maken lijken te hebben met datgene waarmee de patiënt komt. Het gesprek
tussen een hulpverlener en een patiënt heet anamnese. Hiermee begint de intake.
In de huisartsenpraktijk wordt ermee bedoeld: de ontvangst van de patiënt die zich meldt in
de praktijk, inclusief alles wat daaruit voortkomt. Het verloop van de anamnese hangt van
veel factoren af. Van de kant van de patiënt is bijvoorbeeld de soort klacht van belang, het
vermogen die klacht goed onder woorden te brengen en de hinder die op dat moment van
,de klachten wordt ondervonden. Van de kant van de hulpverlener is bijvoorbeeld van belang
hoeveel tijd er beschikbaar is en hoeveel parate (medische) kennis hij/zij heeft.
In het begin is het moeilijk je medische kennis en inzicht toe te passen en tegelijkertijd goed
met de patiënt te blijven communiceren. De volgende punten zijn bedoeld als
geheugensteun. Dat wil niet zeggen dat je bij alle patiënten de volgende punten in deze
volgorde moet nagaan. Vaak is een keuze noodzakelijk. Het is in ieder geval belangrijk om
zorgvuldig te zijn en goed te luisteren naar de antwoorden.
Patiëntgegevens:
Geboortedatum
Naam, adres en telefoonnummer
Verzekeringsmaatschappij: is de patiënt in de praktijk ingeschreven?
Klacht of probleem:
Wat is de klacht of het probleem precies?
Hoelang duurt het al?
Hoe is het beloop precies? (Verbetert, verslechtert, in golven, ooit eerder gehad)?
Zijn er andere, bijkomende klachten?
Is er een alarmsignaal (dat is een teken dat er mogelijk iets heel ernstigs aan de hand
is)?
Is al eerder medische of andere hulp ingeroepen
Overige medische gegevens:
Bij vrouwen: is er sprake van zwangerschap, borstvoeding; wanneer was de laatste
menstruatie?
Gebruikt de patiënt geneesmiddelen; zo ja, welke, de sterkte, hoeveelheid en
wanneer, altijd of incidenteel? Let op: ook worden zelfzorgmiddelen bedoeld!
Is de patiënt verder goed gezond, of wellicht bekend met chronische aandoeningen?
Heeft de patiënt onlangs nog een medische behandeling ondergaan?
Heeft de patiënt recent nog in het ziekenhuis gelegen?
Hulpvraag:
Waarom belt de patiënt (en waarom nu)?
Is er angst of ongerustheid: zijn er andere bijzonderheden in de manier waarop de
patiënt praat?
Wat wil de patiënt precies? Wil de patiënt een advies, een recept, een
spreekuurafspraak, een visite of iets heel anders?
Hoofdstuk 1.7: het beleid
Na een adequate anamnese kunnen juiste conclusies worden getrokken en kan worden
bepaald wat het beste is om te doen. Het beleid kan zijn:
Vaak is het goed om advies en voorlichting te geven. Dat is nogal eens voldoende. Zo
nodig kan overleg worden gevoerd met een collega of een arts. Soms is het nodig om
een (herhaling)recept te maken. Sommige problemen zijn geschikt om te worden
besproken tijdens het telefonisch spreekuur.
, Vaak zal het nodig zijn om een consult (afspraak) te regelen. Dit betekent dat je de
patiënt naar de praktijk laat komen. De vraag is dan wanneer dat het beste kan.
Soms is (enige) spoed gewenst. In een aantal gevallen is het verstandig een visite te
regelen. Ook hier geldt dat het nodig kan zijn dit met spoed te doen. Redenen om
niet te kiezen voor een consult maar voor een visite, kunnen zijn: praktische
omstandigheden en bedlegerigheid.
Hoofdstuk 1.8: intake in de huisartsenpraktijk; de rol van de praktijkassistent
Onder de intake vallen dus: anamnese + beleid. De belangrijkste beslissing is: moet er nu iets
gebeuren of kan het wachten? Het is noodzakelijk en verplicht van elk gesprek een notitie te
maken in het EPD. Duidelijk moeten zijn: naam, geboortedatum, adres, telefoonnummer,
hulpvraag, verkregen informatie en het afgesproken beleid. Enkele belangrijke
uitgangspunten:
Vertel de patiënt geen onzin
Je kunt als je alleen telefonisch voorlichting en advies geeft eventueel naar een
website verwijzen of naar een folder die in de praktijk opgehaald kan worden.
Liever eerst met de dokter overleggen dan een overbodige visite afspreken (houd als
er enige spoed is, de patiënt in de wacht als je overlegt).
Als je iets niet weet, vraag het na en spreek af dat je terugbelt of dat de patiënt zelf
terugbelt.
Ook als de arts visites aan het rijden is, kan een spoedconsult of -visite afgesproken
worden.
Het is belangrijk je te houden aan de afspraken en richtlijnen die in de werksituatie
gelden.
1.8: het medisch model:
Artsen werken en denken volgens een bepaald systeem. Dit systeem wordt ook wel het
medisch model genoemd. In dit model wordt uitgegaan van het bestaan van ziekten. Deze
ziekten ontstaan op een bepaalde, soms heel ingewikkelde manier, door (zelden) een of
(bijna altijd) meer oorzaken. Helaas is over deze oorzaken en het ontstaan ervan, niet altijd
iets bekend.
Een ziekte wordt vaak voorafgegaan door vage, algemene klachten. De term ‘klacht’ heeft
betrekking op wat de patiënt zelf zegt, beleeft en voelt. Later worden klachten vaak
duidelijker en ontstaan de typische symptomen (ziekteverschijnselen). Het begin van een
ziekte kan min of meer geleidelijk zijn, of juist heel erg plotseling. Bij veel langdurige ziekten
is er sprake van verergering en verbetering. Dit heet een golvend beloop.
Om vast te stellen van welke ziekte sprake is, is in elk geval een anamnese nodig. Daarna
wordt vaak een lichamelijk onderzoek uitgevoerd. De patiënt wordt bekeken. Naar bepaalde
organen (hart, longen, darmen) kan worden geluisterd met een stethoscoop. Met de vingers
kan de borstkas of de buik worden beklopt. Het geluid dat hierbij te horen is, kan iets zeggen
over mogelijke aanwezige ziekteverschijnselen. Als de arts afwijkingen constateert, zullen die
zo goed mogelijk worden bevoeld.
Ook kan inwendig onderzoek in de endeldarm en in de vagina worden gedaan. Hierbij
kunnen ook inwendige geslachtsorganen worden beoordeeld. Lichamelijk onderzoek van het
, zenuwstelsel houdt onder meer in: beoordeling van de bewegingen van de patiënt, het
vermogen iets te voelen, de spanning in de spieren (die mag niet te hoog of te laag zijn) en
de reflexen. Met reflexen worden onwillekeurige bewegingen bedoeld die opgewekt kunnen
worden door met een hamertje op een pees te tikken. Als deze reflexen heel zwak of juist
heel levendig zijn, kan dat wijzen op een probleem in het zenuwstelsel. Aanvullende
onderzoeken zijn bijvoorbeeld onderzoek van het bloed, de urine, het maken van een
hartfilmpje of het maken van een röntgenfoto.
Op basis van de anamnese en het verrichte onderzoek wordt bepaald wat er moet gebeuren.
Nogal eens wordt niets gedaan of afgewacht. Vaak is dat het beste! In andere gevallen wordt
bijvoorbeeld advies gegeven, worden medicijnen voorgeschreven of wordt verwezen naar
een andere instantie of naar het ziekenhuis. Medicijnen zijn een enkele keer in staat om de
oorzaak van een ziekte te bestrijden. Bijna altijd is het met medicijnen alleen mogelijk om de
ziekteverschijnselen tegen te gaan, waardoor het lijden van de patiënt wordt verzacht.
Hoofdstuk 1.10: voorlichting geven
Het geven van voorlichting heeft geen zin als je niet in staat bent op de ander af te stemmen
en je in de ander in te leven. Bij voorlichting kan een volgorde worden aangebracht in zes
fasen. Dit zijn:
1. Openstaan
2. Begrijpen (inclusief evaluatie: heeft u het begrepen)?
3. Willen
4. Kunnen
5. Doen
6. Blijven doen
In de eerste fase is het essentieel om na te gaan of de patiënt openstaat voor wat jij wilt
vertellen. Als dat niet het geval is, kun je het proberen dat alsnog voor elkaar te krijgen. Het
kan daarvoor nodig zijn eerst de ruimte te geven aan emoties zoals verdriet of angst. Als de
patiënt openstaat voor wat je hebt te vertellen, doe dat dan zo dat wat je vertelt begrepen
wordt. Vertel niet te snel, verdeel het in stukjes, stem jezelf af op degene tegen wie je praat.
Na afloop is het belangrijk om na te gaan of de informatie is begrepen. Als je iemand
adviezen geeft, is het belangrijk dat de patiënt bereid is deze op te volgen.
Samenvatting handboek organisatie van de
huisartsenpraktijk:
Hoofdstuk 1.2: de dagindeling
Veel post over patiënten komt binnen via edifact-berichten via internet. Edifact betekent
Electronic Data Interchange For Administration, Commerce and Transport. Het gaat om
veilige uitwisseling van gegevens via de computer. Brieven van specialisten en
laboratoriumuitslagen komen op deze manier binnen en moeten bij de desbetreffende
patiënt worden ingevoerd in het HIS. Ook post van een waarnemend arts van de HAP komt
via edifact binnen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dorienusa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.