Onderwijzer Koen kocht op 1 december 2006 een obligatie met een looptijd van 10 jaar. De
nominale waarde van de couponobligatie bedraagt 1.000 EUR en de bruto-couponrente
bedraagt 4%. De coupons worden telkens op 1 december uitgekeerd, de eerste keer op 1
december 2007. Op het moment dat Koen de obligatie kocht, bedroeg de marktrente 5%. De
uiteindelijke terugbetaling van de obligatie gebeurt boven pari aan 101%. Onderwijzer Koen
is een liefhebber van antiek en kunst, en zou graag een schilderij kopen. Hij heeft momenteel
(1 maart 2012) niet genoeg middelen ter beschikking en besluit zijn obligatie te verkopen.
Wat is de prijs die Koen voor de obligatie zal krijgen, wetende dat de marktrente op 1 maart
2012 2% bedraagt? Hou rekening met een couponbelasting van 21%.
a) 939,56 EUR
b) 1.063,73 EUR
c) 1.069,01 EUR
d) 1.108,80 EUR
1.010
P = 31, 6* a5 0,02 * (1, 02)0,25 +
(1, 02)4,75
P = 1.069,01
1
, Vraag 2
De stad Brugge is op 1/02/2011 een aantal leningen aangegaan voor de bouw van een nieuw
winkelcentrum. Het schema met toekomstige verplichtingen ziet er als volgt uit:
2.000.000 euro op 1/02/2013
1.000.000 euro op 1/08/2014
3.000.000 euro op 1/08/2016
2.000.000 euro op 1/02/2017
Het stadsbestuur zou deze verplichtingen graag gewijzigd zien in één verplichting die zal
worden afgelost door 5 jaarlijkse constante betalingen waarvan de eerste betaling op
1/02/2013 plaats vindt. Bepaal het bedrag van de jaarlijkse betaling in de veronderstelling dat
de effectieve jaarlijkse intrestvoet 6% bedraagt.
a) 1.555.834,65 EUR
b) 1.578.099,48 EUR
c) 1.645.910,80 EUR
d) 1.649.184,73 EUR
Welke uitspraak is juist?
a) Een roll-over krediet kan beschouwd worden als een aaneenschakeling van
investeringskredieten.
b) Een consortiaal krediet is een krediet geopend door een groep van
dochterondernemingen bij één financiële instelling zodat de verschillende
dochterondernemingen de lasten van het grote krediet kunnen verdelen.
c) Bij het leveranciersdiscontokrediet draagt de verkoper van de goederen de kosten.
d) Het verschil tussen een bankgarantie en een borgstellingskrediet is dat een
borgstellingskrediet betrekking heeft op dezelfde schuld als de hoofdschuldenaar,
terwijl een bankgarantie betrekking heeft op een eigen schuld, verschillend van
deze van de hoofdschuldenaar.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller adhurimelshani. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.18. You're not tied to anything after your purchase.