Vignet: lijnen en neurosignalen per seconde
Hoe werkt zien in je hersenen?
Het oog levert de ruwe data aan en de hersenen verwerken dit, zodat we kunnen zien. De hersenen
interpreteren de ruwe data ook, denk aan de Gestaltpsychologieplaatjes. Het oog levert de ruwe
data via de oogzenuw. Hierdoorheen lopen 2.5 miljoen ‘kabeltjes’ die allemaal informatie over een
klein stukje van de visuele wereld bevatten. In het oog hebben de axonen geen myelineschede, want
dat zou te veel licht tegenhouden. Buiten het oog hebben de axonen het wel.
Na ongeveer 5 centimeter komen beide oogzenuwen samen in het optisch
chiasme. Hier gebeuren twee dingen.
Ipsilaterale vezels blijven aan dezelfde kant van het brein en kruisen niet in
het optisch chiasme. Dit zijn de axonen van het deel van de retina het dichtst
bij de slaap (temple, temporaal), de buitenkant van het gezichtsveld.
Contralaterale vezels kruisen in het optisch chiasme en lopen door naar de
tegenovergestelde kant van de hersenen. Dit zijn de axonen van het deel van
de retina het dichtst bij de neus, de binnenkant van het gezichtsveld.
Na het optisch chiasme bevatten beide oogzenuwen dus een andere combinatie van axonen dan
ervoor. Hier heten de zenuwen optic tracts. In de tabel hieronder staat een overzicht van wat er
gebeurt in het optisch chiasme. De signalen van de delen van de retina die naar hetzelfde deel kijken,
zenden hun signalen naar hetzelfde deel van de hersenen (rood en blauw). Dingen die je rechts ziet,
worden dus in de linkerhersenhelft verwerkt en andersom.
Optic tract Gezichtsveld Temporale retinale vezels Nasale retinale vezels
Links Rechts Links Rechts
Rechts Links Rechts Links
Ongeveer 80% van de vezels gaat naar de laterale geniculate nucleus (LGN) in de thalamus (de
router). Dit heet het genicolostriate systeem. Je hebt twee van deze nuclei: één in de linker- en
één in de rechterhemisfeer. De LGN bestaat uit laagjes, bij mensen zes. Tussen de laagjes zitten K-
cellen. Deze drie types cellen zenden alle drie naar een verschillend deel
in de visuele cortex.
De onderste twee laagjes bevatten grotere cellen dan de andere vier.
Deze twee lagen heten de magnocellulaire lagen. Deze krijgen
informatie van de M-ganglioncellen. Ze reageren op alle kleuren,
hebben een relatief groot receptief veld en reageren snel op
veranderingen in lichtintensiteit (beweging) en op de grootte van
objecten.
De bovenste vier laagjes bevatten kleiner cellen en heten de
parvocellulaire lagen. Deze krijgen informatie van de P-
ganglioncellen. Ze zijn kleurspecifiek en inhiberen juist voor een kleur
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellepsychologie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.