Dit is een samenvatting van het vak inleiding tot de filosofie gegeven door Marlies De Munck aan de UA.
Gemaakt in 2023 met behulp van de ppt's en de online cursus.
Zowel de 4 thema's als de 4 casussen komen aan bod.
Ik heb vorig jaar 17/20 gehaald met deze samenvatting!
FILOSOFIE SAMENVATTING TYAS VAN ANTWERPEN
Thema 1: Ethiek
Begrippenkader ethiek
1) Waarden / deugden
▪ Algemene morele uitgangspunten, aspecten van het leven die we belangrijk (‘waardevol’) vinden
▪ Drukken een beoordeling of evaluatie uit
▪ Voorbeelden: veiligheid, vrijheid, vriendschap, rechtvaardigheid, integriteit,…
▪ Deugden = waardevolle karaktereigenschappen zoals vriendelijkheid, eerlijkheid, bescheidenheid
2) Normen
▪ Concrete gedragsbepalingen, specifieke regels die ons voorschrijven wat we moeten of mogen doen
▪ Normen zijn geconcretiseerde waarden
▪ Drukken een plicht of een permissie of een verbod uit
▪ Voorbeelden: wees eerlijk, werk af waaraan je begint, wees mild voor de anderen, breek nooit je belofte,…
3) Afbakening v/d ethiek
▪ Moreel = wat overeenstemt met de heersende waarden en normen (vb. de zieken verzorgen)
▪ Immoreel = wat de heersende waarden en normen schendt (vb. uitsluiting o.b.v. racisme)
▪ A-moreel = waarbij geen waarden en normen betrokken zijn (vb. “de zon komt op in het oosten.”)
▪ Deeldiscipline van filosofie: moreel versus immoreel
▪ Ethiek buigt zich over alles wat op de een of andere manier een waarde uitdrukt (of het gebrek aan een waarde)
4) Moraal en ethiek
▪ Moraal: stelsel van normen en waarden, dat betrekking heeft op het handelen van mensen binnen bepaalde cultuur
(vb. “in de moraal van de antiek-Griekse cultuur stond dapperheid hoog aangeschreven”)
▪ Ethiek: studie van normen en waarden, systematische reflectie op geldende moraal, die zich richt op de vraag welke
normen en waarden we kunnen rechtvaardigen (vb. “waarom vinden we gezondheid zo belangrijk?”)
5) Ethiek als wetenschappelijke discipline
▪ Ethiek streeft zoals andere wetenschappen naar een vorm van objectieve geldigheid
▪ Ethiek is geen allegaartje van persoonlijke meningen, standpunten, overtuigingen
▪ Verschil: meeste wetenschappen geven verklaring v/d behandelde fenomenen, ethiek concentreert zich op de vraag
naar rechtvaardiging, ze onderzoekt niet wat de oorzaken zijn, maar of er goede redenen kunnen gegeven worden
6) Kerntaak v/d ethiek
▪ Niet beschrijven (descriptief) zoals bv. antropologie, rechtsgeleerdheid
▪ Niet verklaren (oorzaken) zoals bv. sociologie, geschiedenis
▪ Wel geldigheid onderzoeken van waarden en normen
▪ Ethiek is normatief, ze beweegt zich altijd op het niveau van hoe iets zou moeten zijn
▪ Descriptief: wat zich beperkt tot ‘wat is’ en die toestand tracht te beschrijven
▪ Normatief: wat zich richt op ‘wat zou moeten zijn’ en dat ideaal tracht voor te schrijven
7) Rechtvaardiging
▪ Norm rechtvaardigen: niet door oorzaken te formuleren, maar wel door redenen te formuleren voor die norm
▪ Welke normen & waarden kunnen we met goede redenen verdedigen? Wanneer spreken we van goede redenen?
▪ Ethiek is normatief: ze vormt een oordeel over de geldende normen en waarden en geeft dus aan welke normen en
waarden we zouden moeten naleven (moreel versus immoreel)
1
,Het funderingsprobleem
1) ‘Zijn’ en ‘behoren’
▪ Uit de constatering dat iets het geval is, volgt niet dat we iets moeten doen (of nalaten)
▪ Het is niet omdat het zo is, dat het zo moet zijn of dat het zo moet blijven
▪ Uit een feit kan niet zonder meer een norm worden afgeleid.
▪ Ongeldig voorbeeld: vlees eten veroorzaakt leed bij dieren dus we mogen geen vlees eten
2) Implicaties
▪ Wetenschappelijke instrumentarium van feiten, verklaringen, experimenteel bewijs,… is niet bruikbaar in de ethiek
▪ De hele (exacte) wetenschap kan geen sluitend argument geven over hoe we ons leven moeten leiden
▪ Vb. studie over schadelijke vervuilende fabriek -> toch zegt die studie niet dat die fabriek er niet mag zijn
3) Geen ultieme fundering
▪ Een correcte redenering om normen te rechtvaardigen bevat naast feitelijke ook normatieve argumenten (meningen)
▪ Geldig voorbeeld: vlees eten veroorzaakt leed bij dieren, we mogen geen leed veroorzaken bij dieren, dus we mogen
geen vlees eten (MAAR: Wat rechtvaardigt de bewering dat we geen leed mogen veroorzaken bij dieren?)
▪ Funderingsprobleem: elke norm die we aannemen, moet opnieuw gefundeerd worden; een ultieme fundering voor
ethische stellingnamen is dus onmogelijk
▪ Terugstappen in het oneindige: elk argument in vraag stellen -> Waarom? En waarom? En waarom? …
▪ Er is in de westerse samenleving geen algemeen aanvaarde geldige basis of bron voor morele normativiteit (bv. god)
▪ Voorbeeld ultiem fundament = ‘omdat het in de grondwet staat’
4) Objectivisme – relativisme
▪ Objectivisme = de juistheid van algemene morele uitgangspunten kan bewezen worden (vaak religieuzen)
▪ Relativisme = uiteindelijk zijn normen en waarden altijd relatief; het is zinloos om te proberen ze te rechtvaardigen
▪ Tussenweg = het heeft zin om algemene morele uitgangspunten te onderzoeken en na te gaan welke morele
consequenties ze met zich meebrengen (we kunnen altijd goede redenen geven, ook al kunnen we niet funderen)
5) Probleem van relativisme
▪ Je meningen/opvattingen hangen af van waarden en normen in jouw cultuur
▪ Cultuurrelativisme (geografisch en historisch), bv. de doodstraf -> fundamentele verschillen tussen culturen
- Wat met bv. vriendschap? liegen? -> cultuuroverstijgende normen en waarden, redenen kunnen overtuigend zijn
▪ Subjectivisme, bv. emotivisme -> morele uitspraak is uitdrukking van een gevoel (meningen)
- Ethische discussie = uiten en beïnvloeden van gevoelens
6) Bezwaren tegen emotivisme
▪ Afkeer leidt niet altijd tot morele afkeuring en waardering niet altijd tot morele goedkeuring
- Vb1: als ouder het niet leuk vinden om soms nee te zeggen tegen je kids, terwijl je weet dat dat beter is voor hen
- Vb2: bewondering voor een schurk, zonder zijn daden goed te keuren
▪ We hechten veel betekenis aan de rechtvaardiging van onze morele keuzes
- Vb: zelf in gevangenis moeten omdat je je vriend niet verklikt (loyaal blijven aan je vriend belangrijker dan jezelf)
▪ Gevoelens zijn niet de oorzaak, maar het gevolg van morele opvattingen
- Bv. ecologische keuze voor trein i.p.v. vliegtuig waarna een goed gevoel volgt
2
, Vrijheid, authenticiteit, geluk
1) Het goede leven
▪ Waarden: algemene uitdrukking van wat we in ons leven belangrijk vinden -> bestanddelen van het goede leven
▪ Rechtvaardiging? -> tussenweg objectivisme - relativisme: redenen geven waarom we die waarden belangrijk vinden
-> van subjectieve voorkeur naar meer algemeen perspectief
2) Vrijheid
▪ Negatieve vrijheid: afwezigheid van beperkingen
▪ Positieve vrijheid: aanwezigheid van reële keuzemogelijkheden
▪ Vb1: werkloos zijn = beslissing om niet te gaan werken = negatieve vrijheid want niet luisteren naar baas, maar wel
minder reële keuzemogelijkheden dan iemand die werkt dus minder positieve vrijheid
▪ Vb2: bibliotheek ter beschikking stellen, maar niet inzetten op alfabetisme v/d bevolking waardoor ze de kans niet
hebben om te kunnen komen lezen in de bibliotheek
▪ Instrumentele waarde: wat we met de vrijheid kunnen bereiken (gevolgen), vb. vrijheid v onderwijs om slim te worden
▪ Intrinsieke waarde: onafhankelijk v/d gevolgen van die vrijheid
- Symbolische waarde (erkenning), vb. homohuwelijk, vrijheid van meningsuiting
- Expressieve waarde (zelfrealisering & verantwoordelijkheid), kenmerk van vrijheid, vb. een beroep kiezen
▪ Vb. chatGTP gebruiken of niet?
- Instrumenteel: staan er fouten in, gaan ze mij betrappen,…
- Intrinsiek: is dit wel juist dat ik dit doe, wie heeft die punten eigenlijk verdient,…
▪ Vrijheid als absolute waarde?
- Soms inperking nodig om andere vrijheden te beschermen (bv. vrijheid van meningsuiting)
- Niet iedere vrijheidsvergroting is moreel relevant (bv. te veel keuze in consumptiemiddelen)
- Extra vrijheden brengen ook extra verantwoordelijkheden (bv. prenatale diagnostiek)
3) Authenticiteit
▪ ‘Trouw zijn aan jezelf’: iedereen moet zijn/haar ware identiteit zo goed mogelijk tot uitdrukking proberen te brengen
▪ ‘Authentiek ik’ dat voorafgaat aan mijn handelingen? Maar wat is mijn authentieke zelf? Aan wie of wat blijf je trouw?
▪ Is dat altijd goed? Nee, want anders zou je sadisten goedpraten, maar langs de andere kant zijn sadisten juist niet
trouw aan zichzelf want de mens is van nature goed
▪ Wat bedoelen we met onze ‘identiteit’? bv. studiekeuze: oorzaak of gevolg van identiteit?
▪ Identiteit wordt deels gevormd door keuzes die we maken
- Interne bron (‘nature’): naar je eigen kijken, reeds gevormde karaktereigenschappen
- Externe bron (nurture): opvoeding, cultuur, ervaringen, verwachtingen,… wat deel wordt van je identiteit
▪ Authenticiteit = juiste balans tussen interne en externe bronnen (vb. zowel niet koppig als niet karakterloos)
-> het wordt als deugd gezien (een bewonderenswaardige eigenschap)
4) Geluk
▪ Is geluk de fundering voor vrijheid en authenticiteit? Is geluk het ultieme doel? Wanneer ben je gelukkig?
▪ Geluk = geluksgevoel? -> een gevoel/mentale toestand van blijdschap, diepe tevredenheid, zelfs van extase
▪ Vb. geld = instrumenteel waardevol -> je wordt er dus niet rechtstreeks gelukkig van
▪ Gedachte-experiment (Robert Nozick) -> ‘geluksmachine’/’ervaringsmachine’ -> we verlangen niet alleen naar
gevoelens of indrukken van geluk, maar willen ook dat die op de juiste wijze verbonden zijn aan de realiteit
▪ Meeste mensen zijn realistisch: het moet de waarheid zijn, het moet haalbaar zijn, het moet echt/authentiek zijn
▪ Dus geluk is niet alleen het (geluks)gevoel!
▪ Niet: vrijheid en authenticiteit zijn waardevol omdat ze leiden tot geluk
▪ Wel: vrijheid en authenticiteit leiden tot geluk omdat ze waardevol zijn
▪ Het goede / geslaagde / waardevolle leven = balans tussen verschillende waarden (= persoonlijk)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tyasvanantwerpen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.