Week 1.
Hoofdstuk 1. Seksuologie: een inleidend overzicht
1.1 De bredere context van dit boek: seksuologische denkkaders
Er wordt gebruik gemaakt van drie denkkaders: het essentialisme, het sociaal-
constructionisme en de biopsychosociale denkwijze.
Essentialisme – Menselijk seksueel gedrag krijgt vorm volgens een universeel basispatroon,
dat evolutionair bepaald en tamelijk stabiel is. Er is vooral aandacht voor de evolutionaire
achtergrond.
Sociaal-constructionisme – Seksueel gedrag wordt primair beïnvloed door sociale, culturele,
historische en/of economische factoren die bepalen wat als normaal seksueel gedrag wordt
gezien.
Biopsychosociale benadering – Biologische, psychologische en sociale factoren worden
geïntegreerd. Dit is op dit moment de meest gebruikte benadering, omdat deze het meest
veelzijdig is.
1.2 Achtergronden, inhoud en doelen van dit boek
Achtergronden
Seksuologie is nog een vrij jonge wetenschap. Sinds 1987 worden er boeken over
geschreven, die steeds worden geactualiseerd door de nieuwe theoretische visies,
onderzoeksdata en behandelingen. In de jaren tachtig en negentig werd er veel biomedisch
onderzoek gedaan, waardoor er ook meer kennis kwam over lokalisatie van seksuele centra
in de hersenen en behandelingen. Er was een toegenomen medicalisering en biologisering
van de seksuologie, maar aan het begin van de 21ste eeuw kwam er ook aandacht voor de
crossculturele aspecten van seksuologie. Onderzoek hiernaar was van belang door de komst
van het internet en door de toenemende globalisering en vermenging van culturen.
Sinds 2009 zijn er een aantal opvallende trends:
1. De sterke biologisering en medicalisering van de jaren tachtig en negentig neemt nog
steeds toe, wat ook een aantal gevaren met zich mee kan brengen.
2. Er zijn debatten over wat abnormale en wat normale seksualiteit is.
3. Het klassieke monogame huwelijk staat in het westen onder druk en is veranderd in
een model waar seriële monogamie centraal staat.
4. Er is meer aandacht voor genderverschillen en -gelijkenissen. Genderbinairiteit wordt
steeds meer in twijfel getrokken.
5. Er is door de recente sterke migratiestromen nog meer onderzoek gedaan naar
crossculturele aspecten van seksuologie
6. Seksueel geweld is nog steeds een ernstig psychologisch, relationeel en
maatschappelijk probleem
7. Er is een groeiende invloed van het internet en andere mediatechnologieën op
seksualiteit, seksueel gedrag en seksualiteitsbeleving. Deze ontwikkelingen brengen
zowel kansen als risico’s met zich mee.
Naast deze trends zijn er ook vier knelpunten:
- De kwaliteit van het onderzoek: het is nog steeds moeilijk om seksuologisch
onderzoek te financieren, waardoor op sommige aspecten onderzoek ontbreekt.
- De empirische fundering van veel seksuologische interventies blijft zwak en dus is de
effectiviteit veelal onbekend.
- De groeiende bezorgdheid over de seksuologische opleiding en hoe deze het best
vorm kan krijgen.
- De organisatie en de kwaliteit van de seksuologische hulpverlening in de
gezondheidszorg: hoe goed is dit georganiseerd en wat is de kwaliteit?
,Inhoud en doelen
Het doel van dit boek is het bieden van een academische inleiding tot de multidisciplinaire
seksuologie. Het is een eerste kennismaking met een aantal aspecten van seksuologische
hulpverlening.
1.3 De eigen aard van de seksuologie: een redactionele positionering
Volgens de redactie is seksualiteit een complex fenomeen, waarbij het wenselijk is om
methodische pluriformiteit te gebruiken. Daarnaast is aandacht voor positieve seksualiteit
nodig, en heeft de samenleving invloed op seksuologie (en andersom). Verder zijn er een
aantal kernvariabelen.
Een complex fenomeen
Op dit moment is het biopsychosociale paradigma de beste manier om seksualiteit op een
wetenschappelijke manier te benaderen. Echter worden theorievorming en theoretisch
gestuurd onderzoek vaak verwaarloosd binnen dit paradigma. Dit is nog een
ontwikkelingspunt. Verder zouden er theorieën uit de verschillende basisdisciplines kunnen
worden gebruikt om theorievorming te inspireren.
Methodische heterogeniteit en pluriformiteit
Op dit moment is er vooral sprake van methodische heterogeniteit, terwijl methodische
pluriformiteit verschillende voordelen kan bieden.
Aandacht voor positieve seksualiteit
Positieve seksualiteit kan veel verschillende vormen hebben. De seksuologie moet zich niet
alleen bezig houden met het bestuderen van abnormale seksualiteit.
Seksuologie in de samenleving
Het is belangrijk om bewust te zijn van de wederzijdse beïnvloeding van seksualiteit en de
samenleving. Dat kan ingewikkeld zijn, omdat allerlei ideologieën, waarden en belangen een
rol spelen.
Kernvariabelen van de seksuologie
Seksuologen hebben een wetenschappelijke, een maatschappelijke en een ethische
zorgvuldigheidsplicht. De kernvariabelen kunnen in de loop van de tijd veranderen, maar een
aantal kernvariabelen van nu zijn: sekse, genderidentiteit, genderrol, seksuele oriëntatie,
seksuele identiteit, seksuele voorkeur, seksuele aantrekking, seksueel gedrag, seksuele
interactie, seksuele relatie, seksuele functie, seksuele respons en seksuele gezondheid.
Hoofdstuk 2. Geschiedenis van de seksuologie: paradigma’s, thema’s en
debatten
2.1 Het ontstaan van de seksuologie
De seksuologie is rond 1906 als wetenschappelijke discipline ontstaan. Er was een snelle
bloei, met zelfs de oprichting van een seksuologische vereniging voor medici en een
concurrerende internationale vereniging. Deze werden beide later weer opgeheven. De
kernthema’s in deze tijd waren: een pleidooi voor wetenschappelijk onderzoek van
seksualiteit, een klinische methodologie uitgaand van gevalsbeschrijvingen, een sterk geloof
in een universeel seksueel instinct (van man naar vrouw), het idee dat afwijkingen het
resultaat waren van ziekte en dominantie van Europese wetenschappers.
2.2 Na de Tweede Wereldoorlog: de periode 1945-1974
Na de Tweede Wereld werd de leidende rol overgenomen door Amerikaanse
wetenschappers en het domein van de seksuologie breidde zich uit naar andere disciplines.
In deze periode ging men er vanuit dat seks een biologische functie had, die door cultuur kon
worden gefaciliteerd of geremd. Seks werd gezien als iets tussen wederzijds instemmende
partners.
,Er kwamen ook nieuwe concepten, zoals gendergedrag, seksuele oriëntatie en de
seksueleresponscyclus. Men vond dat er een interdisciplinaire aanpak moest komen. De
gelijkberechtiging van homoseksuelen kwam op gang.
2.3 De periode 1974-2018: sociaal-constructionisme, essentialisme en het
biopsychosociale denkkader als richtinggevende metaperspectieven
Meerdere paradigma’s om seksualiteit te doorgronden
Zoals in hoofdstuk 1 besproken, zijn er verschillende paradigma’s om seksueel gedrag te
bestuderen: het essentialisme, het sociaal-constructionisme en het biopsychosociale
paradigma. Het essentialisme maakt vooral gebruik van empirische onderzoeksopzetten die
sterke causale interferenties toelaten. Het sociaal-constructionisme maakt gebruik van een
kwalitatieve onderzoeksmethodologie met interviews, focusgroepen en zelfrapportage. Veel
verschijnselen zijn namelijk niet direct zichtbaar. De meeste seksuologen maken gebruik van
het biopsychosociale paradigma.
In de jaren zeventig stond het sociaal-constructionisme op de voorgrond. Seksualiteit werd
gezien als een sociaal-maatschappelijk product, die wordt gereguleerd door
maatschappelijke machten. Verkrachting zou bijvoorbeeld alleen door gestoorde mannen
worden gepleegd, bijvoorbeeld als sociale strategie die binnen de dominante mannencultuur
werd gebruikt om vrouwen een minderwaardige positie te laten innemen. Hierdoor kwamen
feministische benaderingen van seksualiteit meer op de voorgrond te staan.
Vanaf de eind jaren zeventig werd het essentialisme steeds belangrijker. Belangrijke
onderzoeksterreinen werden de diagnostiek en behandeling van seksuele disfuncties en de
biologische determinanten van seksuele oriëntaties en seksedifferentiatie. Nadat Viagra op
de markt was gekomen, raakte het onderzoek naar seksuele disfuncties in een
stroomversnelling. Ook werden de sociobiologische en de evolutionair-psychologische
uitgangspunten belangrijker in deze tijd.
Het essentialisme en het sociaal-constructionisme zijn eenzijdige benaderingen. Hoewel
seksualiteit veel verschillende determinanten, functies en doelen kan hebben en er niet één
overkoepelende theorie is om alles te begrijpen, kan de biopsychosociale benadering wel
uitkomst bieden. Echter is er op dit moment nog geen sprake van een paradigmatische
integratieve theorie, het is nu nog een conceptueel raamwerk.
Andere kernkwesties in de seksuologie in de periode 1974-2018
Andere belangrijke thema’s zijn:
- De aard van de seksuele-responscyclus: vroeger werd dit gezien als een lineair
proces waarin verschillende fasen elkaar opvolgen, tegenwoordig vinden sommigen
dat het een circulair model moet zijn. Het is niet duidelijk welke het meest wordt
gebruikt of het meest valide is.
- De aard van seksualiteit: mensen zijn niet altijd seksueel. Zo wordt seksualiteit door
sommigen als een drift gezien. Tegenwoordig wordt het niet meer als op zichzelf
staand concept gezien, maar zijn er verbanden met bijvoorbeeld liefde en macht.
- Gendergelijkenissen en -verschillen: wat zijn de verschillen tussen mannen en
vrouwen en kunnen we nog wel uitgaan van binaire categorieën? Verder zijn er
nieuwe termen gekomen, zoals panseksueel, aseksueel en cisgender.
- Seksueel geweld: dit is nog steeds een veelvoorkomend wereldwijd probleem. Er
wordt steeds meer onderzocht waarom dit gebeurt, wie dit doet en welke interventies
effectief kunnen zijn.
- De aard en effectiviteit van seksuologische therapieën: er is steeds meer onderzoek
naar de effectiviteit van interventies, maar op dit moment nog te weinig.
- Het internet en seks: door de komst van het internet zijn er nieuwe manieren van
seksuele interactie, zoals sexting, datingsites en wraakporno. Er is echter vooral
aandacht voor de negatieve kant.
, 2.4 Professionalisering door verenigingen en tijdschriften
In 1965 kwam het Journal of Sex Research uit en in 1973 werd de International Academy of
Sex Research opgericht. Het doel was om interdisciplinair seksuologisch onderzoek te
bevorderen vanuit een biopsychosociaal perspectief. In Europa is er nog geen beweging op
gang gekomen om een door de overheid erkend biopsychosociaal opleidingskader voor
seksuologen te realiseren. In de meeste landen is er nog niet zo’n kader, en is de titel
‘klinisch seksuoloog’ nog niet beschermd. De impact van seksuologische tijdschriften is in
vergelijking met toptijdschriften ook nog klein.
2.5 De seksuologie in Nederland
Eerste ontwikkelingen
Begin twintigste eeuw was de Nederlandse seksuologie vooral gebaseerd op Duitse
bevindingen. In de jaren dertig waren Premsela en van Emde Boas opvallende medici, die
opvielen door hun progressieve standpunten over seksualiteit en geboorteregeling. In 1968
verscheen een proefschrift van van Ussel, die in kaart bracht hoe de westerse samenleving
seksualiteit door de eeuwen heen had beschouwd en welke maatschappelijke veranderingen
hiermee samenhingen. De samenleving werd steeds meer een proseksuele samenleving,
door bepaalde sociaaleconomische ontwikkelingen. Later kwam in Nederland de pil op de
markt, wat zorgde voor meer emancipatie.
De NVSH en de eerste hoogleraar seksuologie
De Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH) voorzag haar leden van
anticonceptiemiddelen, gaf een maandblad uit en had eind jaren zestig zo’n
tweehonderdduizend leden. De verenigde propageerde het genieten van seksualiteit en
stelde dat goede seks de gezondheid bevorderde. Van Emde Boas was de eerste hoogleraar
seksuologie.
De jaren zeventig
Rond de jaren zeventig verbreedde de Nederlandse seksuologie zich naar seksuele
problemen in relaties, lust en plezier, vrouwenemancipatie, vrouw-manverschillen en hoe je
daarmee kon omgaan. Er vond ook een onderwijskundige uitbreiding plaats. In het onderwijs
werd veel aandacht besteed aan attitudevorming.
De periode 1980-2000
In het onderzoek werd steeds meer de nadruk gelegd op experimentele psychofysiologische
toepassing van emotietheorieën en modellen uit de neurocognitieve wetenschappen op de
activering van de seksuele respons. Belangrijke resultaten hadden betrekking op de
neuroanatomie van sekse, gender, seksuele oriëntatie en genderstoornissen. Ook werd er
succesvol biomedisch onderzoek gedaan naar seksuele disfuncties, vooral bij mannen.
Bijvoorbeeld onderzoek naar de impact van chronische ziektes op de seksualiteit.
De periode 2000-2018
In deze periode werd er meer onderzoek gedaan naar transgenderisme en genderdysforie.
Ook kwam er meer aandacht voor de psychofarmacologie.
De professionalisering van de Nederlandse seksuologie
In 1981 werd de Nederlandse Vereniging voor Seksuologie (NVVS) opgericht, die het
waarborgen en bevorderen van de kwaliteit van de seksuologie en het stimuleren van
interdisciplinaire samenwerking belangrijk vond. Er zijn op dit moment vier door de NVVS
geaccrediteerde opleidingen:
- De post-BIG-opleiding seksuologie
- De opleiding consulent seksuele gezondheid NVVS (minimaal hbo-niveau)
- De post-hbo-opleiding seksuologie
- De opleiding algemene scholing aanvullende seksuologische hulpverlening (ASG)
voor GGD-verpleegkundigen en GGD-artsen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maaikekuiper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.